ECLI:NL:RBZWB:2019:2797

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 juni 2019
Publicatiedatum
24 juni 2019
Zaaknummer
02-820565-18
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • M. van der Weide
  • F. Feraaune
  • J. Diepenhorst
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en gewoontewitwassen door verdachte en zijn vader

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 juni 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen verdachte, die samen met zijn vader betrokken was bij de productie en handel in synthetische drugs. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid crystal meth, MDMA, amfetamine en andere verdovende middelen, evenals het plegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van deze middelen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn vader samenwerkten in deze criminele activiteiten, waarbij de verdachte hand- en spandiensten verleende aan zijn vader, die als een grote speler in de drugshandel werd gezien. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan medeplichtigheid aan het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en gewoontewitwassen, aangezien hij leefde van de criminele inkomsten van zijn vader. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 18 maanden op, waarbij rekening werd gehouden met het feit dat de verdachte als first offender werd beschouwd. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de gevolgen voor de maatschappij, en oordeelde dat er geen plaats was voor een voorwaardelijke straf of taakstraf.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/820565-18
vonnis van de meervoudige kamer van 19 juni 2019
in de strafzaak tegen
[Verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [Geboortedag] 1994
laatst opgegeven woon- of verblijfplaats [Adres]
raadsman mr. Welten, advocaat te Breda.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 29 mei 2019 en 19 juni 2019, waarbij de officier van justitie, mr. De Graaf, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat
1.
hij op of omstreeks 16 augustus 2018 en/of 29 augustus 2018 te Tilburg, in elk
geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans
alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad:
(aan het [Adres] d.d.16 augustus 2018 aldaar:)
- ( circa) 1015 gram, in elk geval een hoeveelheid Crystal methamfetamine,
en/of
- 27, in elk geval een aantal XTC pillen, en/of
- ( circa) 250 milliliter (zijnde 23 buisjes met rode/roze vloeistof en 27
buisjes met blauwe vloeistof), in elk geval een hoeveelheid MDMA vloeistof
en/of amfetamine, en/of
- ( circa) 8,73 gram MDMA kristallen/brokken,
(aan de [Straatnaam 1] d.d. 16 en/of 29 augustus 2018 aldaar:)
- ( circa) 564 gram, in elk geval een hoeveelheid methamfetamine, en/of
- ( circa) 3275 milliliter (zijnde 500 buisjes met rode vloeistof en 155
buisjes met blauwe vloeistof), in elk geval een hoeveelheid MDMA vloeistof
en/of amfetamine, en/of
- ( circa) 446 gram amfetamine(pasta)
zijnde telkens (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende
MDMA en/of metamfetamine en/of amfetamine en/of XTC, zijnde (een) middel(en)
vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens
het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
art 2 ahf/ond C Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 10 lid 3 Opiumwet
2.
hij op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 01 april 2018
tot en met 29 augustus 2018 te Tilburg, in elk geval in Nederland, tezamen en
in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, telkens opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een of meer
hoeveelhe(i)d(en) Crystal metamfetamine,
in elk geval telkens (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende
Crystal metamfetamine en/of MDMA en/of metamfetamine
en/of amfetamine, zijnde Crystal metamfetamine en/of MDMA en/of metamfetamine
en/of amfetamine in elk geval (telkens) (een) middel(en)
vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens
het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
van die wet;
art 2 ahf/ond B Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 10 lid 4 Opiumwet
Subsidiair:
[Medeverdachte 1] , in of omstreeks de periode van 01 april 2018 tot en
met 29 augustus 2018, in elk geval in of omstreeks de periode van 01 april
2018 tot en met 16 augustus 2018 te Tilburg, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, telkens
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad een of meer
hoeveelhe(i)d(en) Crystal metamfetamine,
in elk geval telkens (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende
Crystal metamfetamine en/of MDMA en/of metamfetamine
en/of amfetamine, zijnde in elk geval (telkens) (een) middel(en)
vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens
het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in genoemde periode te Tilburg
en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid heeft
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door (met bovenomschreven
feit als doel):
- contact te onderhouden met hiervoor genoemde verdachte (zijnde zijn vader)
en/of hem te vergezellen met het oogmerk om hem te faciliteren,en/of
(vervolgens)
- het bedrijf [Naam 1] (aan de [Straatnaam 1] te Tilburg) op zijn,
verdachtes naam te zetten en/of te laten staan, en/of (vervolgens)
- bovengenoemde verdachte te assisteren op momenten dat bovengenoemde
verdachte in genoemde periode de Crystal metamfetamine aan het
bewerken/verwerken is middels o.a. het aanreiken/klaar leggen van
handschoentjes en/of andere voorwerpen (doosjes/glazen) ten behoeve van
voornoemde werkzaamheden, en/of (vervolgens)
- één of meermalen genoemde Crystal metamfetamine (mede) te vervoeren/af
te leveren naar/op een van te voren met genoemde verdachte afgesproken plek;
art 2 ahf/ond B Opiumwet
art 10 lid 4 Opiumwet
3.
hij op of omstreeks 16 augustus 2018 en/of 29 augustus 2018 te Tilburg tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit,
bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten
het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren,
verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van
crystal methamfetamine en/of amfetamine en/of tenamfetamine, in elk geval een
hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine en/of amfetamine en/of
tenamfetamine, zijnde methamfetamine en/of amfetamine en/of tenamfetamine
(een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te
bereiden en/of te bevorderen (op het adres [Adres] en/of op het adres
[Straatnaam 1] aldaar) meerdere voorwerpen en/of stoffen, zijnde:
- ( grote) hoeveelheden APAA (611 gram) en/of pseudoefedrine (6259 gram) en/of
piperonal propyleenglycol acetaal (10.000 milliliter), en/of
- laboratoriumglaswerk en/of maatbekers en/of jerrycans
voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s)
wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd
was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
art 10a lid 1 ahf/sub 3 alinea Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 10 lid 4 Opiumwet
art 10 lid 5 Opiumwet
4.
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2013 tot en met 16 augustus
2018,te Tilburg en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt, althans zich
schuldig heeft/hebben gemaakt aan (schuld)witwassen
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s), toen en daar
(telkens) (krachtens die gewoonte) meermalen
(telkens) (van) een of meer voorwerp(en) en/of een of meer geldbedrag(en), te
weten (van) (onder meer)
- een geldbedrag van 1520 euro (contante opname van rekeningnummer [Rekeningnummer]
), en/of
- een of meerdere geldbedragen ( (maandelijkse) afschrijvingen van genoemd
rekeningnummer terzake o.a. telefoonabonnementen, verzekeringen, kosten [Naam 20]
en boodschappen (258,19 euro), en/of
- een Volkswagen Golf (kenteken [Kenteken 1] ), en/of
- ( telkens) een maandelijks geldbedrag van 375 euro, zijnde de huur van
verdachtes woning
verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van
dat/die (genoemde) voorwerp(en) en geldbedrag(en) gebruik gemaakt, terwijl hij
en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden
dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren
uit enig misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op:
  • de goederen die in beslag zijn genomen bij de doorzoeking op 16 augustus 2018 op het adres [Adres] te Tilburg;
  • de goederen die in beslag zijn genomen bij de doorzoeking op 16 en 29 augustus 2018 op het adres [Straatnaam 1] te Tilburg;
  • de camerabeelden in en om de woning aan het [Adres] te Tilburg en in het bedrijfspand aan de [Straatnaam 1] te Tilburg;
  • de processen-verbaal van observaties;
  • de deskundigenrapporten betreffende het onderzoek aan de aangetroffen verdovende middelen;
  • de deels bekennende verklaring van [Medeverdachte 1] ;
  • het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de vervaardiging van methamfetamine door middel van de “rode fosfor-methode”;
  • de resultaten uit het financieel onderzoek.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van het onder 1 tenlastegelegde. De raadsman heeft daartoe gesteld dat verdachte niet op het adres [Adres] te Tilburg woonde en dat de drugs zich niet in de machtssfeer van verdachte bevonden.
Voorts heeft de verdediging met betrekking tot de verdovende middelen aangevoerd dat de rechtbank op onderdelen niet tot een bewezenverklaring kan komen van de ten laste gelegde feiten. Met betrekking tot een aantal van de aangetroffen stoffen is aangevoerd dat de keten van bewijs tussen de aangetroffen stoffen en het uiteindelijke onderzoek door het NFI wordt onderbroken en dat daarom niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat alle onderzochte stoffen die in de woning werden aangetroffen, ook stoffen waren die onder de Opiumwet vallen.
Voor wat betreft het onder 2 tenlastegelegde is de verdediging van mening dat verdachte voor het primair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken omdat verdachte niet zelf drugs heeft bereid, bewerkt, verwerkt of verkocht en ook heeft hij dat niet in een nauwe en bewuste samenwerking met een ander gedaan. Ten aanzien van het onder 2 subsidiair tenlastegelegde heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ook met betrekking tot het onder 3 tenlastegelegde heeft de verdediging aangevoerd dat niet is gebleken van een machtsrelatie tussen verdachte en de aangetroffen grondstoffen. Daarnaast is volgens de verdediging ook niet vast komen te staan dat een bepaalde aangetroffen stof ook daadwerkelijk door het NFI is getest, dit omdat ook met betrekking tot de in de tenlastelegging onder 3 genoemde stoffen de keten van het aantreffen van die stoffen tot aan het onderzoek door het NFI is onderbroken. Daarom moet verdachte ook van het onder 3 tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Tot slot is met betrekking tot het onder 4 tenlastegelegde witwassen aangevoerd dat verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging omdat de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen onmiddellijk afkomstig zijn uit eigen misdrijf.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
1. De aanleiding voor het onderzoek
Door de politie is het onderzoek “Lotus” gestart onder andere op grond van door de TCI verstrekte informatie in april 2018 dat [Medeverdachte 1] (hierna telkens aangeduid als [Medeverdachte 1] ) onder andere Chrystal Meth verkoopt en daarbij gebruikt maakt van het bedrijf van zijn zoon [Verdachte] (hierna telkens aangeduid als [Verdachte] of verdachte). Daarnaast was er nog een MMA-melding en lag bij de politie nog oude informatie betreffende een door [Medeverdachte 1] gehuurde loods te Helvoirt, waar blauwe vaten met een onbekende vloeistof zouden hebben gestaan en in welke loods de lucht van synthetische drugs werd waargenomen. Tijdens dit onderzoek “Lotus” werd door het onderzoeksteam gebruik gemaakt van diverse BOB-middelen en bij het uitluisteren van de telefoontap werd geconstateerd dat op 29 mei 2018 tussen [Medeverdachte 1] en een onbekende man gesproken werd over “kristal” en “glazen” of “kristalglazen” [1] . Voorts is in telefoongesprekken sprake van versluierd taalgebruik, waarbij sprake is van “riemen” en “buisjes”, welke gesprekken werden gevoerd in de maanden juni, juli en augustus 2018 [2] . Bij het uitluisteren van telefoontaps en uit camera-observaties van de woning van [Medeverdachte 1] aan het [Adres] te Tilburg en het pand waar het bedrijf van [Verdachte] , [Naam 1] , was gevestigd, aan de [Straatnaam 1] te Tilburg, werd ook duidelijk dat sinds mei 2018 al sprake was van bepaalde activiteiten in en rondom beide panden. Bij deze activiteiten was er sprake van contacten met personen die antecedenten hadden op het gebied van de Opiumwet. Deze personen kwamen bij de woning van [Medeverdachte 1] aan de deur, gingen naar binnen en verlieten die woning ook weer al dan niet met een tas in hun bezit. Voorts is vast komen te staan dat [Medeverdachte 1] ontmoetingen had met diverse personen en is [Medeverdachte 1] naar een bedrijf gereden aan de [Straatnaam 2] te Zwijndrecht [3] .
Op 16 augustus 2018 vinden observaties en opnames van telefoongesprekken plaats [4] . Op die dag werd omstreeks 11.13 uur waargenomen dat de bestuurder van een Volkswagen Golf [Kenteken 1] zich bevond op de [Straatnaam 2] te Zwijndrecht. Hier had hij een ontmoeting met de bestuurder van een Volkswagen Passat en een Peugeot 206. De bestuurder van de Volkswagen Golf liep richting de Peugeot 206 en liep vervolgens terug naar de Volkswagen Golf waar hij een donker voorwerp op de achterbank legt, vermoedelijk een donkerblauwe tas. Om 11.42 werd door [Medeverdachte 1] gebeld naar zijn zoon [Verdachte] met de vraag of [Verdachte] ligt te slapen. [Verdachte] reageert dat hij ligt te slapen en de verbinding wordt verbroken.
Om 11.44 werd door [Medeverdachte 1] gebeld met zijn dochter [Naam 2] . Hij vraagt wat hij mee moet nemen van de Mac Donalds. [Naam 2] vraagt aan haar moeder en aan [Naam 3] wat zij willen eten. Om 12.14 uur stapt een man uit een voertuig en gaat de woning aan het [Adres] te Tilburg binnen met bruine tassen van Mac Donalds.
Omstreeks 12.41 stapte een onbekende vrouw in de VW Golf [Kenteken 1] en rijdt met die auto weg. Om 12.42 belde [Medeverdachte 1] naar [Naam 2] , maar zij neemt niet op. Om 12.45 belde [Naam 2] naar [Medeverdachte 1] en zegt dat ze al onderweg is. Om 12.50 stopt de VW Golf ter hoogte van de woning aan het [Adres] te Tilburg en claxonneert. Een onbekende man komt naar buiten en pakte een blauwe tas die achter de bestuurder op de vloer voor de achterbank stond. De vrouwelijke bestuurder rijdt weer weg. Om 13.29 wordt [Medeverdachte 1] gebeld door een onbekende man. Deze man zegt dat de auto klaar is en [Medeverdachte 1] zegt dat hij hem dan zo op komt halen. Om 13.42 verlaat [Medeverdachte 1] samen met een licht getinte man de woning. Aan de telefoonmasten is te zien dat de telefoon van [Medeverdachte 1] zich verplaatste en van 13.56 uur tot 14.11 uur aanstraalde op de telefoonmast aan de [Straatnaam 3] te Rijen. Daarna verplaatste het telefoonnummer weer terug en straalde om 14.24 uur weer aan op de telefoonmast [Straatnaam 4] te Tilburg.
2. De actiedag op 16 augustus 2018
Na de hiervoor genoemde bevindingen is op 16 augustus 2018 om 17.25 door het Arrestatieteam binnengetreden in de woning aan het [Adres] te Tilburg, waar [Medeverdachte 1] werd aangehouden.
2.1
Aangetroffen verdovende middelen
Bij die doorzoeking werd een groot aantal goederen aangetroffen en in beslag genomen, waaronder [5] :
  • Verhoudingsrecept
  • Recept voor het produceren van amfetamine danwel crystalmeth
  • 12 XTC-pillen roze ( [Nummer] )
  • 8 gele pillen [Nummer]
  • 5 paarse pillen [Nummer]
  • 2 beige pillen [Nummer]
  • Bruine kistallen 7,12 gram [Nummer]
  • Beige pasta APAA 3 gram [Nummer] , originele partij 306 gram
  • 3 gram Pasta APPAA [Nummer] , originele partij 305 gram
  • 1,61 bruine kristallen [Nummer]
  • 23 buisjes van 5 ml [Nummer]
  • 27 buisjes van 5 ml [Nummer]
  • Chrystal Meth 505 gram [Nummer]
  • Chrystal Meth 510 gram [Nummer]
  • 61 gram witte kristallen [Nummer]
  • 45 ml onbekende vloeistof [Nummer]
2.2
Het onderzoek van de verdovende middelen
Met betrekking tot het door de verdediging gevoerde verweer dat niet alle in de woning van verdachte aangetroffen stoffen te herleiden zijn tot de onderzochte stoffen door het NFI, constateert de rechtbank dat de verdediging enkel die processen-verbaal uit het dossier vermeldt, waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de keten tussen het aantreffen en het uiteindelijke onderzoek zou zijn onderbroken. De rechtbank is het met de verdediging eens dat de wijze waarop in deze werd geverbaliseerd niet altijd de schoonheidsprijs verdient, maar zij is ook van oordeel dat uiteindelijk wel kan worden vastgesteld dat de bij de doorzoeking aangetroffen stoffen zijn bemonsterd en ook door het NFI zijn onderzocht. De rechtbank verwijst daartoe allereerst naar het rapport van het NFI van 21 september 2018 [6] en de bij dat rapport gevoegde “Aanvraag onderzoek Nederlands Forensisch Instituut” d.d. 26 augustus 2018 [7] . In deze aanvraag worden de in het onderzoek tegen verdachte [Medeverdachte 1] inbeslaggenomen verdovende middelen omschreven en het goed wordt ook telkens voorzien van een SIN-nummer. Deze onderzoeksaanvraag, in combinatie met het hiervoor genoemde proces-verbaal van bevindingen ‘doorzoeking [Adres] te Tilburg’, leidt er naar het oordeel van de rechtbank toe dat alle aangetroffen goederen/verdovende middelen door het NFI zijn onderzocht. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank vast komen te staan dat:
  • 12 XTC-pillen roze ( [Nummer] )
  • 8 gele pillen [Nummer]
  • 5 paarse pillen [Nummer]
  • 2 beige pillen [Nummer]
  • Bruine kistallen 7,12 gram [Nummer]
  • 1,61 bruine kristallen [Nummer]
telkens MDMA bevatten.
Hetzelfde geldt ook voor de aangetroffen buisjes met roze en blauwe vloeistof. Volgens de “Aanvraag onderzoek Nederlands Forensisch Instituut” zijn 5 flesjes rode vloeistof, bronpartij 115 milliliter (= 23 buisjes) en 5 flesjes blauwe vloeistof, bronpartij 135 milliliter (= 27 buisjes) ingestuurd naar het NFI voor onderzoek [8] en in het rapport van het NFI is vastgesteld dat de monsters roze en blauwe vloeistof met de sinnummers [Nummer] en [Nummer] MDMA en amfetamine bevatten [9] .
Ook is naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend vast komen te staan dat 505 gram en 510 gram Chrystal Meth in de woning van verdachte is aangetroffen, waarbij de rechtbank ook weer heeft gekeken naar eerdergenoemde “Aanvraag onderzoek Nederlands Forensisch instituut” [10] en het door het NFI uitgevoerde onderzoek waaruit is vast komen te staan dat de monsters kleurloze kristallen (sinnummer [Nummer] ) en het monster witte en kleurloze kristallen (sinnummer [Nummer] ) metamfetamine bevatten [11] .
In voornoemde rapporten van het NFI is ook vast komen te staan dat amfetamine, metamfetamine en MDMA middelen zijn vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet.
Met betrekking tot de stoffen met sinnummer [Nummer] , geel poeder, bronpartij 305 gram en sinnummer [Nummer] , geel poeder, bronpartij 306 gram [12] is uit onderzoek gebleken dat het telkens gaat om APAA [13] . De stoffen met sinnummer [Nummer] doorzichtig kristal, bronpartij 61 gram en sinnummmer [Nummer] , 45 ml onbekende vloeistof, betreft telkens pseudoefedrine. Volgens de deskundige is pseudofredine een stof vermeld op bijlage I van de verordening inzake drugsprecursoren, zijnde een grondstof voor metamfetamine. APAA wordt in relatie tot de vervaardiging van synthetische drugs, met een zuur, zoals zoutzuur, fosforzuur of zwavelzuur, omgezet in BMK, een grondstof voor amfetamine of metamfetamine.
3. De tweede doorzoeking op 29 augustus 2019
Ook bij de tweede doorzoeking op 29 augustus 2018 op het adres [Straatnaam 1] te Tilburg [14] werd een groot aantal goederen aangetroffen en in beslag genomen.
3.1
Aangetroffen verdovende middelen
- 301,08 gram kristallen, sinnummer [Nummer] en 262,76 gram gelig poeder [Nummer] [15] van welke stoffen is vast komen te staan dat het telkens gaat om metamfetamine [16] , vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet.
- Buisjes met rode vloeistof, positief getest op MDMA
- Buisjes met blauwe vloeistof, positief getest op MDMA
Uit de onderzoeksaanvraag wordt duidelijk dat het gaat om een bronpartij van 2500 milliliter (rood) [Nummer] en een bronpartij van 775 milliliter (blauw) [Nummer] , dus in totaal 3275 milliliter [17] . Onderzoek door het NFI wijst uit dat [Nummer] en [Nummer] MDMA en amfetamine bevatten, vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet [18] .
- boterhamzakje met wit gelige substantie, positief getest op amfetamine
Uit de onderzoeksaanvraag wordt duidelijk dat het gaat om een gewicht van de bronpartij van 446 gram pasta, sinnummer [Nummer] [19] . Onderzoek door het NFI wijst uit dat sinnummer [Nummer] amfetamine bevat, vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet [20] .
3.3
Overige aangetroffen goederen:
- 7 diepvrieszakken, inhoud is positief getest op pseudoephedrine
- Zak witte substantie, positief getest op lactose (versnijdingsmiddel)
- 2 glazen laboratoriumbollen
- Diverse erlemeijers
- Laboratorium glaswerk
- Maatbeker
- 3 keer hevelaar
- Rode trechter
- Vloeistofpomp
- 2 tassen met zwarte jerrycans (drugsafval)
- Diverse onderzoeksdossiers
- 2 literflacons (zwavelzuur)
- Fles lekkende mathnol
- Flacon 1 liter, aceton
-2 dozen met 204 tupperwarebakjes
- Jerrycan
- Doos met 48 tupperwarebakjes
- Blauwe vervuilde jerrycan
- Laboratorium glaswerk
- 1000 stuks plastic buisjes (nieuw)
- Vervuilde sealzakken
- Gripzakken
- 3 maal jerrycan 20 liter methanol
- 7 maal jerrycan 5 liter halfvol dichlomethane
- 6 maal jerrycan leeg
- 28 maal jerrycan leeg
- 44 emmers wit leeg
- 3 speciekuipen
- 3 maatbekers 5, 2 en 1 liter
- 12 lege jerrycans (leeg) diverse inhoud
Met betrekking tot deze goederen en de aangetroffen stoffen op de [Straatnaam 1] te Tilburg is door de coördinator synthetische drugs bevonden dat de aangetroffen en in beslag genomen goederen bestemd waren voor de bereiding, bewerking en vervaardiging van lijst-I en lijst-II middelen [21] . Daarnaast werden in de woning van verdachte aan het [Adres] te Tilburg, zoals hiervoor reeds overwogen, ook een verhoudingsrecept, een recept voor het produceren van amfetamine dan wel crystal meth en de grondstoffen APAA en pseudoefedrine aangetroffen. Voorts werden 2 jerrycans aangetroffen, inhoudende ieder 5.000 milliliter witte/bruine vloeistof [22] , waarbij het bleek te gaan om piperonal propyleenglycol acetaal [23] , een grondstof voor het vervaardigen van o.a. PMK en MDA. Dit alles in combinatie met de hiervoor aangehaalde onderzoeksresultaten voorafgaand aan de actiedag op 16 augustus 2018, is de rechtbank van oordeel dat de onder 3 tenlastegelegde voorbereidingshandelingen, als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet, wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4. De camerabeelden [Adres] te Tilburg
In de woning aan het [Adres] te Tilburg hing een camerasysteem met daaraan 6 verschillende camera’s. De camerabeelden zijn door het onderzoeksteam uitgekeken en daarbij werd de volgende constateringen gedaan.
Op 10 augustus 2018 om 12.38 uur zag ik dat [Medeverdachte 1] uit zijn broekzak een stapel geld pakte en een briefje van 50 euro op de tafel gooide [24] .
Op 10 augustus 2018 om 23.13 uur: [Naam 2] komt binnen met een man. [Naam 2] pakt van de keukentafel een doorzichtig plastic tasje met inhoud en geeft dit aan de man. De man pakte iets uit zijn linker vestzak en ligt dit op tafel, wat [Naam 2] weer pakt. Lijkt op stapeltje geld [25] .
Op 11 augustus 2018 om 13.46 uur zitten [Naam 3] , [Naam 4] , [Medeverdachte 1] 3 onbekende mannen en een onbekende vrouw aan de eettafel. [Naam 2] komt binnen via de achterdeur.
Om 13.57 uur loopt [Naam 2] via de achtertuin naar de schuur. Ze loopt de schuur uit met doorzichtige plastic zakken in haar hand en ze gaat de woning weer binnen. Eén plastic zak lijkt een rode rand te hebben en één een blauwe rand. Eén plastic zak lijkt een blauw/groene inhoud te hebben.
[Naam 2] legt de zakken op het aanrecht. [Naam 2] loopt naar de keuken en pakt twee plastic zakjes, gelijkend op boterhammenzakjes. Ze praat met man 2 (onbekende man) [Naam 2] schudt de zakjes open.
Om 13.59 uur loopt [Naam 2] naar man 2 en laat hem aan haar buik voelen. Ondertussen houdt ze een leeg boterhammenzakje vast in haar linkerhand. In haar rechterhand houdt ze een gevuld boterhammenzakje vast. Hierin zit iets blauw/groens.
Ze laat het zakje op de tafel vallen.
[Naam 2] opent een plastic zakje en ze stopt iets doorzichtigs van 1 bij 5 cm in het plastic zakje (volgens verbalisanten zou het kunnen gaan om buisje(s))
Ze loopt terug naar de tafel en heeft een boterhammenzakje met daarin iets roze in haar hand. Ze knoopt het zakje dicht en legt het op de tafel
Ze pakt iets kleins, geschat ongeveer 1 bij 1 centimeter en legt het op het aanrecht.
Ze houdt twee transparante plastic zakken vast, in één van de zakken zit een lichtblauwe inhoud en in de andere een roze of rode inhoud.
[Naam 2] verlaat de woning via de achterdeur en loopt naar de schuur. Ze heeft iets transparants vast in haar linkerhand. Ze komt terug met enkel een sigaret in haar handen.
Om 14.02 komt ze terug in de woonkamer. Ze pakt een paars potje en maakt dit schoon. Ze verlaat de woning en komt met een grote pot terug. Ze zet deze geopend op de tafel. Ze vult het kleine paarse potje met wit spul uit de grote pot.
Om 14.08 pakt [Naam 2] een grotere handtas en ze pakt de gevulde boterhammenzakjes van tafel en laat deze in de tas vallen [26] .
Op 11 augustus 2018 om 15.00 uur belt een oudere man aan de zijkant van de woning aan en hij komt de woning binnen. [Medeverdachte 1] begon op twee telefoons te typen en overhandigde een plastic zakje met inhoud. De man bekeek de inhoud van het zakje en voelde met zijn vingers. De man deed het plastic zakje in zijn kontzak en verliet de woning [27] .
Op 13 en 14 augustus 2018
12.23
uur [Verdachte] , [Naam 2] en een onbekende vrouw met rood haar zitten aan de keukentafel.
[Medeverdachte 1] komt binnen en hij heeft een pakket briefgeld vast. Hij slaat daarmee op het hoofd van [Verdachte] Hij legt vervolgens het pakket met geld op tafel. Vervolgens doet hij het pakket met geld in zijn schoudertas.
13.22
uur [Medeverdachte 2] komt de woning in. [Naam 5] was al in de woning. [Medeverdachte 2] gaat naast [Medeverdachte 1] zitten. [Medeverdachte 1] liet aan [Medeverdachte 2] dingen zien op zijn telefoon. Om 13.34 verliet [Medeverdachte 2] de woning en reed op zijn snorfiets weg
13.37
[Verdachte] pakt een handtas uit de Volkswagen Golf en legt die op de keukentafel. [Medeverdachte 1] bekeek de schoudertas.
[Medeverdachte 1] haalt zijn telefoons en het pakket geld uit zijn schoudertas en legt die op tafel.
[Medeverdachte 1] deed zijn telefoon terug in de schoudertas en loopt naar het inbouwkoffiezetapparaat met het pakket geld in zijn handen. [Medeverdachte 1] trekt het inbouwkoffiezetapparaat naar buiten en legt het pakket geld bovenop het inbouwkoffiezetapparaat. Vervolgens pakt [Medeverdachte 1] geld uit de zijkant van het inbouwkoffiezetapparaat en laat dit aan [Verdachte] zien. Vervolgens liep [Medeverdachte 1] richting [Naam 2] .
[Medeverdachte 1] legt een briefje van 50 euro op tafel en hield in zijn hand een briefje van 100 euro. Gezien werd dat [Medeverdachte 1] meerdere geldbriefjes in zijn hand had en het briefgeld in een zwarte clip deed en vervolgens in zijn linker broekzak.
Om 13.59 uur verliet [Medeverdachte 1] . de woning en nam zijn zwarte schoudertas, een autosleutel en de handtas mee. Hij reed weg in de Volkswagen Touran [Kenteken 2] .
Om 17.21 kwam [Naam 5] en [Medeverdachte 2] aan in de woning
Om 18.15 kwam [Medeverdachte 1] . weer aan bij de woning. Hij had alleen zijn zwarte schoudertas nog bij zich.
Om 18.16 uur pakte [Medeverdachte 1] briefjes van 50 vanuit de keukentafel. Hij haalde briefjes uit zijn broekzak en voegde dit bij de briefjes van 50 euro.
Vervolgens gooide [Medeverdachte 1] een briefje richting [Naam 5] . De onderkant van het briefjes was rood. Daarna steekt [Medeverdachte 1] dat briefje in brand.
Om 11.11 uur legt [Medeverdachte 1] zijn schoudertas op tafel en loopt naar het inbouw koffiezetapparaat. Hij trok het apparaat naar buiten en pakt het pakket geld. Hij doet het pakket geld en drie telefoons in zijn schoudertas. Hij verlaat de woning met schoudertas en speelgoedmotor, loopt naar de Volkswagen Touran en keert weer om naar de woning. In de woning zet hij de speelgoedmotor op tafel. Deze valt om en uit de koffertjes van motor vallen dingen. [Medeverdachte 1] deed de dingen weer in het koffertje. Vervolgens verlaat hij weer met schoudertas en speelgoedmotor de woning. Hij reed weg in de Volkswagen Touran [28] .
Op 14 augustus 2018
15.53
[Medeverdachte 1] en [Verdachte] en opa verlaten de woning en rijden in de VW Touran weg. [Medeverdachte 1] had zijn donkerkleurige schoudertas om.
Om 17.19 komen ze weer terug aanrijden bij de woning. [Verdachte] hield een gele bigshopper in zijn hand met de opdruk “Jumbo”.
[Verdachte] zet de jumbotas in de keuken ter hoogte van de achterdeur.
17.19
[Medeverdachte 1] loopt naar de gangkast, pakt een witte plastic tas uit de gangkast en loopt daarmee naar de keukentafel. [Medeverdachte 1] haalt een sealmachine uit de plastic tas.
Om de keukentafel zitten [Naam 4] , [Naam 2] . [Verdachte] [Naam 3] , opa en oma.
Om 17.22 gooide [Verdachte] twee zwarte handschoentjes op tafel voor [Medeverdachte 1] trok die handschoentjes aan. [Medeverdachte 1] sluit de stekker van de sealmachine aan. [Verdachte] pakte de gele jumbotas en zette deze bij [Medeverdachte 1] weg. [Medeverdachte 1] pakte een bruin pakket uit de jumbotas en legt die op tafel. Hij probeert het bruine pakket in een doorzichtige plastic zak te stoppen. Het bruine pakket doet hij terug in de Jumbotas. [Medeverdachte 1] pakt een rol doorzichtig plastic uit de witte plastic tas. Hij haalt het bruine pakket weer uit de Jumbo tas en legt dat op tafel. [Medeverdachte 1] rolt een stokje af van de rol doorzichtig plastic en houdt dit boven het bruine pakket. [Medeverdachte 1] wil een stuk van de rol plastic afknippen. Na een paar keer knippen hield hij op en geeft de schaar aan [Naam 4] . [Naam 2] geeft een gele schaar aan [Medeverdachte 1] knipt een stuk van de rol plastic. [Medeverdachte 1] pakt een bruin pakket uit de gele jumbotas en deed deze in het plastic en legt het pakket weer terug. [Medeverdachte 1] knipt nog vier stukken plastic op maat. [Medeverdachte 1] legt de geknipte stukken plastic naast zich neer in de Jumbotas en doet vervolgens het overige stuk plastic in de sealmachine. Drie minuten later haalt [Medeverdachte 1] het stuk plastic uit de sealmachine en deed een bruin pakket in het stuk plastic. Daarna doet [Medeverdachte 1] de andere kant van het plastic tussen de sealmachine en kijkt daarna naar het gesealde bruine pakket in de lucht. Dit proces herhaalt [Medeverdachte 1] nog vier keer. In totaal heeft hij 5 bruine pakketten dicht geseald in doorzichtig plastic.
Om 17.40 uur deed [Medeverdachte 1] de sealmachine terug in de plastic tas en gaf [Naam 2] een [Medeverdachte 1] een rol plakband aan. [Medeverdachte 1] deed plakband om twee gesealde bruine pakketten.
Om 17.46 loopt [Medeverdachte 1] met de gele jumbotas naar buiten. Hij loopt met de gele tas het washok in en komt zonder tas weer naar buiten.
17.5
Een man loopt vanuit de [Adres] . Hij loopt met zijn telefoon in de hand naar de voordeur van de woning aan het [Adres] . Hij belt aan. Hij is voortdurend met zijn telefoon bezig. Omstreeks 17.52 gaat hij de woning binnen.
Aanwezig in de woning zijn nog steeds [Medeverdachte 1] , [Naam 4] , [Naam 2] , [Verdachte] , [Naam 3] en opa en oma.
Omstreeks 17.52 uur komt [Naam 2] met de onbekende man (met oranje shirt) de woonkamer binnen.
[Verdachte] en [Naam 2] verlaten de woonkamer. De man met oranje shirt gaat naast [Medeverdachte 1] zitten. De man met oranje shirt pakt uit zijn vest een gele grote envelop/papier. [Medeverdachte 1] pakt deze envelop/papier en haalt daar een stapel briefgeld uit. [Medeverdachte 1] legt het briefgeld voor zich op tafel en lijkt de stapel te scheiden door de helft in paars gekleurd briefgeld en groen gekleurd briefgeld. Het telt het paarse briefgeld en lijkt vermoedelijk uit te komen op 41. Vervolgens telt hij de groene briefjes en verdeelt ze in 8 stapels van 10 groene briefjes, 1 stapel met 20 groene briefjes en 1 stapel van 10 groene briefjes. Hij bindt vervolgens het groene en paarse geld weer samen met een elastiek en stopt het geld weer in de envelop/papier. [Medeverdachte 1] pakt weer zijn telefoon en begint hierop weer handelingen te verrichten. Hij laat iets op zijn telefoon aan de man in het oranje shirt zien.
[Medeverdachte 1] pakte pen en papier en begint te schrijven. De man in het oranje shirt schrijft ook iets op papier.
Om 18.01 uur staan de man in het oranje shirt en [Medeverdachte 1] op en verlaten de woonkamer via de achterdeur. Beiden gaan het washok in.
Om 18.02 uur komen ze weer naar buiten. [Verdachte] en [Naam 2] komen weer terug bij de woning.
[Medeverdachte 1] en de man in het oranje shirt komen weer in de woonkamer en lopen naar de deur van de gang. Ze geven elkaar een hand en de man met het oranje shirt verlaat de woning. [Verdachte] en [Naam 2] komen op dat moment via de achterdeur de woonkamer binnen met plastic tassen en eten. [Medeverdachte 1] komt ook weer de woonkamer binnen, neemt iets aan van [Verdachte] gelijkend op klein geld en loopt weer naar de gang. [Medeverdachte 1] gaat weer aan tafel zitten, pakt de gele envelop/papier en laat de stapel briefgeld lachend zien aan [Verdachte]
Om 18.52 uur komt [Medeverdachte 2] aanrijden of de snorfiets en gaat de woning binnen. [Medeverdachte 1] pakt een papiertje en laat dat aan [Medeverdachte 2] zien. [Medeverdachte 1] pakt vervolgens een ander papiertje en laat die ook aan [Medeverdachte 2] zien. [Medeverdachte 2] pakt zijn telefoon en laat die aan [Medeverdachte 1] zien. [Medeverdachte 1] kijkt naar de telefoon van [Medeverdachte 2] en geeft die weer terug. [Medeverdachte 1] geeft het papiertje aan [Medeverdachte 2] . [Medeverdachte 1] loopt naar de gang en [Medeverdachte 2] is op zijn telefoon bezig. [Medeverdachte 1] komt terug in de keuken en in zijn rechterhand heeft hij een stapeltje briefgeld, waarvan de bovenste een groen 100 euro biljet. [Medeverdachte 1] overhandigt het stapeltje aan [Medeverdachte 2] en [Medeverdachte 2] stopt het geld in zijn kontzak. [Medeverdachte 1] haalt de autosleutel van de huissleutel en geeft de autosleutel aan [Medeverdachte 2] .
[Medeverdachte 2] en [Medeverdachte 1] kijken nogmaals naar het briefje wat [Medeverdachte 2] in zijn handen had.
Om 18.56 uur verlaten [Medeverdachte 1] en [Medeverdachte 2] de woning en lopen samen het washok in.
Om 18.56 uur verlaat [Medeverdachte 2] het washok met de gele Jumbotas in zijn hand.
[Medeverdachte 2] verlaat de woning via de zijpoort, met de gele Jumbotas in zijn hand en stapt in de Volkswagen Touran, kenteken [Kenteken 2] en zet de gele Jumbotas ter hoogte van de voorste passagiersstoel.
Om 20.47 uur komt [Medeverdachte 2] met de VW Touran terug en loopt de keuken in. [Medeverdachte 2] geeft de autosleutel aan [Medeverdachte 1] en legt zijn telefoon voor [Medeverdachte 1] neer. [Medeverdachte 1] keek naar de telefoon.
Daarna verlaat [Medeverdachte 2] de woning en rijdt weg op de snorfiets [29] .
Op 15 augustus 2018
Om 13.47 uur komt [Medeverdachte 1] terug in de woonkamer. Hij heeft een bundel geld in zijn linkerhand. Hij lijkt de biljetten te tellen. De biljetten zijn blauw/groen van kleur. [Medeverdachte 1] legt Omstreeks 21.09 uur verlaten [Medeverdachte 1] en [Naam 3] de woning. Ze stappen in de grijze Volkswagen Golf [Kenteken 1] en rijden weg. [Medeverdachte 1] heeft een zwarte schoudertas om zijn schouder hangen. Omstreeks 21.46 uur komen [Medeverdachte 1] en [Naam 3] weer aan bij de woning. [Medeverdachte 1] heeft een zwarte schoudertas om zijn schouder hangen en draagt een plastic tas in zijn handen. Binnen zet [Medeverdachte 1] de tas op tafel waar ook [Verdachte] aan zit.
Om 21.47 pakt [Medeverdachte 1] een gripzakje uit zijn schoudertas en bekijkt dit gripzakje aandachtig, waarbij hij het een aantal malen door elkaar schudt.
Omstreeks 21.56 uur pakt [Verdachte] de plastic tas die op tafel is gelegd, opent deze en haalt er pakken geld uit. [Verdachte] gaat dit geld tellen en maakt er bundeltjes van. Dit tellen gaat door tot 22.30 uur, waarna er twee grote stapels geld van ongeveer gelijke hoogte op tafel liggen. [Medeverdachte 1] pakt ook die stapels en kijkt ze na.
Verbalisant telde:
6 bundels van elk 50 briefjes
4 bundels van elk 100 briefjes
2 bundels van elk 2 briefjes
7 bundels van 70 briefjes. De briefjes hadden verschillende kleuren, waarvan er zeer veel oranje van kleur (briefjes van € 50,=) waren en veel blauw van kleur (briefjes van € 20,=)
Omstreeks 22.43 uur pakt [Medeverdachte 1] de twee stapels geld die geteld waren en legt deze weg in een zwarte tas die hij naast de tafel heeft gezet.
Omstreeks 00.57 uur pakte [Medeverdachte 1] een geelachtige envelop uit de tv-meubelkast. In deze envelop zit een stapel geld.
[Medeverdachte 1] pakte een stapel geld uit zijn tas en telt deze stapeltjes. Hierna pakt hij nog meer geld uit zijn tas en stopt deze in een plastic tas die [Naam 4] op tafel neer had gelegd. Een stapel biljetten die nog op de tafel lag stopt [Medeverdachte 1] in zijn broekzak.
Om 01.03 uur staat [Medeverdachte 1] op en pakt de plastic tas van tafel en verdwijnt uit zicht naar de andere kant van tafel in de richting van [Naam 2] [30] .
Op 16 augustus 2018
[Medeverdachte 1] kwam de woonkamer binnen. Hij droeg een zwarte schoudertas onder zijn linkerarm en legde deze naast de eetkamertafel neer. Enkele seconden later kwam [Naam 3] binnen.
14.29
uur
[Verdachte] kwam terug de woonkamer in. Hij had twee zwarte plastic handschoentjes bij zich en legde deze op de eetkamertafel. [Verdachte] pakte een blauw rechthoekig doosje uit één van de keukenkastjes. [Medeverdachte 1] rommelde in diverse keukenkastjes, waarna hij naar de achterzijde van de woning liep en uit beeld verdween.
14.3
uur
[Medeverdachte 1] liep terug de woonkamer in. Hij had een blauwe vuilniszak bij zich die gevuld was en legde deze op de kamertafel. [Medeverdachte 1] deed de zwarte plastic handschoentjes aan. Uit de blauwe vuilniszak haalde [Medeverdachte 1] een doorzichtige plastic box. In de box zat een witte substantie. [Medeverdachte 1] pakte een weegschaal uit één van de keukenkastjes. Hij zette de doorzichtige box op de weegschaal. [Verdachte] stond achter hem, [Medeverdachte 1] haalde de deksel van de box en rook aan de inhoud. Hij ging met zijn hand in de box door de witte substantie waarna hij eens stukje pakte en dit tegen zijn tong legde.
Ondertussen kwam [Naam 2] binnen. Ze had een witte plastic tas met rode opdruk bij zich. Ze legde de tas op de eetkamertafel. Ze pakte een sleutel van tafel en verliet de woonkamer.
Nadat de plastic box gewogen werd, pakte [Medeverdachte 1] de zwarte tas. Hij opende de tas en haalden er wat gripzakjes uit.
Om 14.34 uur verliet [Verdachte] de woonkamer. Hij kwam een minuut later terug. Hij had een glas bij zich, voor de helft gevuld met een crèmekleurige substantie. Hij gaf dit glas aan [Medeverdachte 1] stak zijn vinger in het glas, voelde aan de substantie en rook vervolgens aan zijn vinger. Hij zette het glas op zijn kop en tikte een paar keer op de onderzijde. De inhoud bleef aan de bodem vastgeplakt zitten. [Medeverdachte 1] zette het glas met de crèmekleurige substantie op de weegschaal. Een leeg soortgelijk glas zette hij ook op de weegschaal waarna hij iets op zijn telefoon typt.
Om 14.37 uur kwam [Naam 2] de woning weer binnen. Ze had twee groene doosjes bij zich en legde deze op tafel. [Medeverdachte 1] trok zijn handschoentjes weer aan en haalde uit het groene doosje een doorzichtig plastic zakje met een witte opdruk. Hij legt dit lege zakje op de weegschaal.
14.39
uur [Medeverdachte 1] haalde de witte substantie met zijn handen uit de plastic box en deed dit in het zakje. Omdat [Medeverdachte 1] knoeide pakte [Naam 2] een lepel. [Medeverdachte 1] schepte de inhoud van de plastic box met de lepel over in het plastic zakje en zette dit op de weegschaal. Vervolgens haalde hij steeds een paar kleine schepjes uit het zakje, sloot het zakje en zette dit voor zich op tafel neer. Vervolgens pakte hij een nieuw plastic zakje uit het doosje en vulde ook dit zakje met de lepel. De laatste restanten deed hij in het zakje door de plastic box op zijn kop te houden. Ook dit zakje sloot hij af en zette het voor zich op tafel.
Vervolgens maakt [Medeverdachte 1] alles schoon.
[Medeverdachte 1] zet de doorzichtige box die nu leeg was voor zich op tafel. Hij pakte de twee kleine flesjes die [Naam 2] daarvoor op tafel had gezet en een wit vergiet. Het vergiet zet hij in de doorzichtige box. [Verdachte] en [Naam 3] kijken naar de camera. [Medeverdachte 1] pakte de twee plastic zakjes met witte substantie en zet deze naast de tafel uit het zicht neer. [Verdachte] liep de woning weer in en achter hem liep een man met kort blond haar.
[Medeverdachte 1] probeerde de crèmekleurige substantie met een kleine lepeltje uit het glas te halen. Hij hield het glas omgekeerd boven het vergiet en probeerde het aan de zijkant los te maken. Het duurde even voordat de substantie uit het glas kwam.
[Naam 2] ruimde wat spullen op die op tafel lagen.
Om 15.43 uur zitten nog steeds aan tafel [Medeverdachte 1] , [Verdachte] , [Naam 3] , [Naam 2] en de man met het blonde haar.
[Medeverdachte 1] pakt het groene flesje en spuit daarmee in het vergiet. Vervolgens pakt hij het donkerkleurige flesje en deed de inhoud erbij. Hij keek in het vergiet. [Naam 3] en [Verdachte] en de man met het blonde haar komen dichterbij staan en kijken in het vergiet.
[Medeverdachte 1] loopt met het vergiet en de doorzichtige plastic box uit beeld. Toen hij terug kwam deed hij zijn zwarte handschoentjes uit, ruimt de tafel op en maakt die schoon.
15.09
uur [Naam 2] en [Naam 3] verlaten de woning. [Medeverdachte 1] doet de twee zakjes met witte substantie in de Hema-tas. Hij rolde de tas op en verdwijnt uit beeld. Toen [Medeverdachte 1] terugkwam pakte hij de blauwe vuilniszak naast de tafel, nam deze mee en verdween uit beeld [31] .
Met betrekken tot de beelden waarop te zien is dat [Medeverdachte 1] op 16 augustus 2018 zakjes vult en afweegt heeft verdachte [Medeverdachte 1] bekend dat hij inderdaad ongeveer een kilo spul had liggen en dat iemand, een Oost-Europeaan, dat een keer had meegebracht. Op 16 augustus 2018 was hij een halve kilo aan het afwegen voor [Naam 6] , die die halve kilo kwam kopen. Voorts heeft hij verklaard dat hij heeft geprobeerd om van die kilo anderhalve kilo te maken. [32]
Op camerabeelden die op 16 augustus 2018 buiten op het [Adres] werden gemaakt, hebben verbalisanten de volgende constateringen gedaan.
9.37
uur [Medeverdachte 1] verliet de woning via de zijdeur en loopt naar de Grijze VW Golf
[Kenteken 1] . Hij had een donkerkleurige schoudertas om zijn nek en in zijn linkerhand had hij een rood-wit-blauw plastic tas vast. Hij stapte als bestuurder in en legt de plastic tas eerst op de bijrijdersstoel en daarna onder de bestuurdersstoel.
11.57
uur [Naam 5] komt aanrijden in de lichtblauwe Opel Corsa. Ze gaat va de zijpoort de woning binnen en hield een zwarte tas in haar linkerhand vast.
12.02
uur Zwarte VW Touran [Kenteken 2] komt aangereden. [Medeverdachte 2] stapt uit en gaat via de zijpoort de woning binnen.
12.17
uur de grijze VW Golf komt aangereden. [Medeverdachte 1] was de bestuurder. Naast hem liggen bruine zakken en een witte beker van Mac Donalds [Naam 2] liep naar de VW Golf en haalt de bekers eruit. [Medeverdachte 1] nam de zakken mee de woning in.
12.21
uur [Medeverdachte 2] en [Naam 5] verlaten de woning.
12.43
uur [Naam 2] verlaat de woning. Ze reed weg met de Golf.
12.52
uur komt de Golf weer aanrijden. [Naam 3] liep naar de Golf en opent het achterportier aan de bestuurderszijde. [Naam 3] pakt een blauwe vuilniszak met inhoud uit de Golf en gaat weer de woning in. De Golf rijdt vervolgens weg.
13.42
uur [Medeverdachte 1] en [Naam 3] verlaten de woning en rijden met de zwarte VW Touran weg. [Medeverdachte 1] droeg zijn donkerkleurige schoudertas.
14.27
uur Zwarte VW Touran en Fiat 500 komen aangereden. [Medeverdachte 1] stapt als bestuurder uit de Touran en heeft alleen zijn schoudertas bij zich. [Naam 3] is de bestuurder van de Fiat en [Naam 3] en [Medeverdachte 1] gaan samen de woning binnen.
14.3
uur VW Golf komt aangereden. [Naam 2] van de Heuvel is de bestuurster. Zij heeft een rood witte tas van de Hema bij zich. Zij gaat de woning binnen.
14.32
uur [Naam 2] verlaat de woning en rijd weg in de grijze Golf.
14.35
uur [Verdachte] liep de schuur in. Kwam na enkele seconden schuur weer uit met iets in zijn handen.
Om 14.37 uur komt [Naam 2] weer aanrijden met de grijze Golf. In haar handen hield ze twee langwerpige groene doosjes vast.
14.48
uur Blauwe Seat [Kenteken 3] komt aanrijden. Bestuurder, [Naam 7] , gaat de woning binnen.
15.1
uur [Naam 2] en [Naam 3] verlaten de woning en rijden weg in de Fiat.
14.38
uur [Naam 7] verlaat de woning. Heeft pakje sigaretten in zijn handen en rijdt weg met Seat [33] .
Op camerabeelden die werden gemaakt in het bedrijfspand aan de [Straatnaam 1] te Tilburg werd het volgende waargenomen.
Op 9 juni 2018
[Medeverdachte 1] betreedt ruimte 1. Hij had een stapel met plastic zakjes bij zich. Hij ging bij de machine zitten en schroeft schroeven uit de machine. Hij haalt een grote groene plaat van de machine. Hij pakte een paar zwarte handschoentjes en trekt deze aan Hij pakte twee dingen die hij naast zich neer legde. Vervolgens pakt hij een plastic bak met oranje deksel. Hij opent het bakje en in het bakje zit een witte substantie. Uit het bakje pakt [Medeverdachte 1] iets wits wat leek op een klein bolletje. Hij hield dit tussen duim en wijsvinger en keek er naar.
Hierna pakte [Medeverdachte 1] nog enkele witte bolletjes uit de witte substantie en legt deze naast het bakje. Daarna pak hij uit de witte substantie een langwerpig wit bolletje en daar brak hij een stuk van af. Dit herhaalde hij nog een paar keer. [Medeverdachte 1] legde een aantal witte bolletje apart en de restjes deed hij terug in het bakje. Hij haalde nog een langwerpig bolletje uit het bakje en deed het bakje dicht.
[Medeverdachte 1] legt het bakje terug in de machine. Hij stond op en hield een bakje vast met geel deksel. Op de gele deksel lag een witte substantie. De witte langwerpige bolletjes welke nog op de machine lagen veegde hij op het bakje met de gele deksel. Daarna ging hij met het bakje achter zijn bureau zitten en pakte hij een blauwe tas. Daaruit pakte hij een doorzichtige plastic tas. Vanaf het bakje pakte [Medeverdachte 1] drie witte langwerpige bolletjes en legde deze naast het gele bakje. De drie langwerpige bolletjes deed hij in het plastic zakje. Met zijn rechterhand pakte hij al het witte spul van het bakje met de gele deksel en deed dit in het plastic zakje. Vervolgens deed hij nog wat witte resten in het plastic zakje en zette het zakje voor zich neer. Uit de blauwe tas pakte hij een doorzichtig zakje en opende het bakje met de gele deksel. Ik zag dat [Medeverdachte 1] het plastic zakje vulde met de witte substantie uit het bakje met de gele deksel. Het net gevulde zakje zette hij naast het andere zakje op het bureau. Hij deed het bakje dicht en zette het bakje onderin de machine. Daarna schroefde hij de groene plaat terug op de machine.
[Medeverdachte 1] knoopt de twee plastic zakjes dichten stopte die in zijn rechter broekzak [34] .
24 juni 2018
[Medeverdachte 1] en [Verdachte] betreden de ruimte. [Medeverdachte 1] pakte zijn zwartkleurige handschoenen en deed er één aan. [Medeverdachte 1] schroefde de machine openen pakte uit de machine een bakje met een felgroen deksel. Dit legde hij op het bureau. [Verdachte] liep rond in dezelfde ruimte. [Medeverdachte 1] haalt uit zijn bureaulade een gripzakje en legt dit open op het bureau. Uit het geopende bakje doet [Medeverdachte 1] stukjes witte substantie in het gripzakje. Terwijl [Medeverdachte 1] daarmee bezig is staat [Verdachte] er bij te kijken en spreken ze met elkaar. Daarna wordt het bakje weer met de handschoenen gesloten en weer terug in de machine gelegd. De machine wordt weer dichtgeschroefd. [Medeverdachte 1] maakt het zakje dicht en stopt het vervolgens in zijn rechter witte sok. Hierna verlaten [Medeverdachte 1] en [Verdachte] de ruimte [35] .
30 juni 2018
[Medeverdachte 1] komt de ruimte binnen. Hij heeft zijn donkerkleurige schoudertas bij zich. Een uur later om 11.11 uur komt een Aziatisch man met een blauwe IKEA tas binnen. Hij zet de blauwe tas op tafel. De Aziatische man loopt naar het bureau. De Aziatisch man droeg een schoudertas die open stond. In de tas zat iets wits. De Aziatisch man loopt terug naar de blauwe tas en haalt daar een vacumeermachine, plakband en nog een doos uit. Hij legt deze spullen op tafel en trekt zwarte handschoentjes aan. Vervolgens haalt de Aziatisch man nog wat spullen uit de blauwe tas en een zilverkleurige weegschaal.
De Aziatische man legt een stuk plastic, vanaf een rol, tussen het vacumeermachine. Na een aantal seconden haalt hij het eruit en knipt er een stuk af. Hij doet dit in totaal 2 keer.
Vervolgens haalde hij wat spullen uit zijn schoudertas en was op zijn telefoon bezig. Ook [Medeverdachte 1] was op zijn telefoon bezig. Na een telefoongesprek haalde de Aziatisch man een grote stapel met geld uit de blauwe tas en deed nog wat stapeltjes geld bij de grote stapel en legde deze terug in de blauwe tas.
Vervolgens legt hij opnieuw een stuk plastic vanaf de rol in de vacumeermachine en een stuk van het plastic afknipte, zodat er weer een zakje ontstond. Hierna ging de rol plastic terug in de doos en de doos terug in de blauwe tas.
Om 11.18 uur komen twee mannen de ruimte binnen. Man 1 met grijs shirt en korte blauwe broek en man 2 met grijs shirt logo ”North Face” met zwarte broek.
Man 1 liep direct door naar [Medeverdachte 1] en gaf een hand. Man 2 gaf de Aziatische man een hand en daarna [Medeverdachte 1] Man 1 gaf Aziatische man een boks. Iedereen sprak met elkaar.
Iedereen ging aan het bureau zitten.
Om 11.59 uur deed de Aziatisch man zijn zwarte handschoentjes weer aan en man 2 een witte plastic tas aangaf. De Aziatische man deed een pak geld vanuit de blauwe tas in de witte tas en vervolgens weer uit de witte tas in de blauwe tas.
De Aziatische man pakte een wit-rode tas onder de werkbank en deed een pak geld vanuit de blauwe tas en de wit-rode tas. Man 1 en man 2 gingen bij de Aziatische man staan en dat de Aziatische man nog iets in de wit-rode tas deed.
Vervolgens deed de Aziatische man zijn spullen terug in de blauwe tas. Om 12.02 uur verlaat de Aziatische man met de wit-rode tas de ruimte. Man 1 verliet even de ruimte en om 12.16 uur kwam de Aziatische man terug zonder wit-rode tas.
Om 13.39 uur kwam [Medeverdachte 2] de ruimte binnen met de witte bigshopper. Hij overhandigde de tas aan man 2. Man 2 zette de bigshopper op de werkbanken pakte zwarte handschoentjes. [Medeverdachte 2] ging aan het bureau zitten en gaf man 1 een hand. De Aziatische man was aan het bellen. Vervolgens liepen de Aziatische man en [Medeverdachte 1] naar de werkbank en keken in de bigshopper. Man 1 pakte een plastic bakje met zwart deksel uit de bigshopper en legde dit op de werkbank. Hij opende het bakje. Er zat een witte substantie in het bakje. [Medeverdachte 1] roerde er met zijn vinger in. Man 2 pakte er een klein wit bolletje uit. Man 1 liep naar de werkbank en deed zwarte handschoenen aan. Man 1 pakte het bakje en schudde ermee. Vervolgens pakte man 2 een plastic bak met lichtblauw deksel uit de bigshopper. Het bakje werd geopend en er zat een witte substantie in. De Aziatische man verplaatste de bak naar de tafel en hield zijn telefoon boven de bak. Ook [Medeverdachte 2] keek in de bak met witte substantie.
Man 2 haalde nog een bak met lichtblauw deksel uit de bigshopper. Ook in deze bak zat een witte substantie. De Aziatisch man hield zijn telefoon ook boven deze bak. Man 2 hield zijn telefoon boven een van de bakken en man 1 legde iets op zijn hand uit de bak. Ook [Medeverdachte 1] hield zijn telefoon boven een bak. Man 2 maakte met zijn telefoon een foto van de bakken. Man 2 pakte iets wits uit de linkse bak en maakte hier een foto van met zijn telefoon. Man 2 hield het witte ding omhoog en het leek op een wit staafje. Man 2 legde het witte staafje terug en hij pakte een groot stuk wit ijsachtig ding. Ik zag dat dit ding zeer sterke overeenkomsten heeft met de uiterlijke kenmerken van crystal meth.
Man 2 pakte een ander ijsachtig ding uit de bak en liet dit aan de Aziatische man zien. Man 2 onderzocht de andere twee bakken en hij pakte uit de rechtse bak een klein wit bolletje. Man 2 hield wit spul op zijn handschoen en liet dit aan [Medeverdachte 2] zien. Man 2 gooide dit in de prullenbak. De Aziatisch man hield zijn telefoon boven de drie bakken en man 2 pakte drie grote witte ijsachtige staven uit de bak en legde deze op zijn zwarte handschoenen. De Aziatische man hield hier zijn telefoon boven.
Man 2 begon op zijn telefoon te typen en pakt opnieuw een witte ijsachtige staaf uit de pak. Hij legt deze op zijn zwarte handschoen en hield hier vervolgens zijn telefoon boven.
Om 13.49 uur belt de Aziatische man met iemand. [Medeverdachte 1] was in tussentijd constant op zijn telefoon bezig. Om 13.59 loopt man 1 naar de bakken op de tafel en stopt 3 witte brokjes in een klein doorzichtig zakje.
Om 14.06 uur lopen man 2 en de Aziatische man naar de tafel met de bakken. De Aziatische man gaf voordat hij daarheen liep een hand aan [Medeverdachte 1] en aan [Medeverdachte 2] en man 1.
De Aziatische man wees naar de bakken en [Medeverdachte 2] voegde zich bij de mannen. Man 2 deed de lichtblauwe deksels terug op de bakken en stapelde de bakje op elkaar. De Aziatische man pakte zijn blauwe tas. Om 14.07 uur verliet iedereen het pand behalve [Medeverdachte 1] en [Medeverdachte 2] . [Medeverdachte 2] draaide de deur op slot en [Medeverdachte 1] was op zijn telefoon bezig. Om 14.08 begon onder de machine te schroeven en [Medeverdachte 2] liep naar de deur om nogmaals de deur op slot te draaien. [Medeverdachte 1] haalde een groene plaat van de machine en [Medeverdachte 2] deed de drie bakken in de machine. [Medeverdachte 1] schroefde de plaat weer terug. [Medeverdachte 2] opende de deur weer en keek om het hoekje. [Medeverdachte 1] was direct weer op zijn telefoon bezig. Om 14.10 uur stond [Medeverdachte 1] op en hield een stapeltje met briefjes van 50 euro vast. Hij gaf twee briefjes van 50 aan [Medeverdachte 2] die [Medeverdachte 2] in zijn broekzak stopte. [Medeverdachte 2] verliet om 14.13 uur de ruimte en na enkele seconden kwam man 1 weer binnen. [Medeverdachte 1] legde zijn telefoon voor zich neer en wees naar het scherm. Beiden keken op hun horloge. Om 14.15 uur kwam [Medeverdachte 2] weer terug. Om 14.21 uur geeft man 1 een hand aan [Medeverdachte 2] en [Medeverdachte 1] en verlaat het pand. Juist voor man 1 het pand wilde verlaten leek het erop dat [Medeverdachte 1] iets uit zijn telefoon oplas.
Om 14.22 uur overhandigde [Medeverdachte 2] een autosleutel aan [Medeverdachte 1]
Om 14.23 uur verlaten [Medeverdachte 2] en [Medeverdachte 1] de ruimte waarbij [Medeverdachte 2] de bigshopper tas meenam [36] .
1 juli 2018
Ruimte 1
Om 17.50 uur betreden [Medeverdachte 1] en [Verdachte] het pand. [Medeverdachte 1] pakte uit de kast een doorzichtige plastic zak met vermoedelijk enkele buisjes. [Medeverdachte 1] geeft deze zak aan [Verdachte] waarna ze samen de ruimte verlaten [37] .
1 juli 2018
Ruimte 2
Om 17.51 uur betreedt [Verdachte] ruimte 2. Om zijn rechterhand droeg hij een zwart handschoentje en hield in deze hand een plastic zak. [Verdachte] keek achter de kast en [Medeverdachte 1] betrad de ruimte. [Medeverdachte 1] deed de deur op slot. [Medeverdachte 1] liep naar de kast en zette achter de kast een doos van de Praxis opzij. Hieruit haalde hij een plastic zak met rode buisjes en gaf deze aan [Verdachte]
[Medeverdachte 1] pakt achter de kast een grijze rolkoffer. [Verdachte] ritst een tas van het merk Bauer open en haalt een paar schaatsen uit die tas. [Medeverdachte 1] ritst de rolkoffer open en in de koffer zitten een gele en witte plastic tas. [Verdachte] doet de zak met rode buisjes in de Bauer-tas. Uit de rolkoffer pakt [Medeverdachte 1] een gripzak. [Verdachte] vult de gripzak met blauwe buisjes die hij uit de witte tas pakte. [Verdachte] graaide vijf keer in de witte tas en pakte elke keer een handvol blauwe buisjes en deed die in de gripzak. [Medeverdachte 1] bekeek ondertussen een papier. [Verdachte] hield de gripzak met blauwe buisjes omhoog en [Medeverdachte 1] en [Verdachte] zeggen iets tegen elkaar. [Verdachte] doet de gripzak met blauwe buisjes in de Bauer-tas en [Medeverdachte 1] ritst de rolkoffer dicht en plaatst die terug achter de kast. [Verdachte] doet zijn zwarte handschoentje uit en ritst de Bauer-tas dicht.
[Medeverdachte 1] doet het slot van de deur en [Verdachte] doet de Bauer-tas om zijn schouder. Beiden verlaten om 17.53 uur de ruimte [38] .
3 juli 2018
Om 17.59 uur betreden [Verdachte] en [Naam 2] de ruimte. [Verdachte] staat bij de machine met zwarte handschoenen aan. [Naam 2] staat met haar rug tegen de toegangsdeur. Achter [Verdachte] ligt een grote blauwe tas van Ikea. [Verdachte] schroeft de frontplaat van de machine eraf. [Verdachte] pakt de blauwe tas van Ikea erbij en [Verdachte] haalt 6 bruine pakketten uit de machine en stopt die in de blauwe tas. Vervolgens schroeft [Verdachte] de frontplaat weer op de machine. [Verdachte] trekt zijn zwarte handschoenen uit, pakte de blauwe Ikea tas en verlaat samen met [Naam 2] de ruimte [39] .
Voorts werden nog camerabeelden bekeken bij het bedrijf [Naam 8] te Zwijndrecht op 6 augustus 2018, waarbij het volgende werd waargenomen.
En zwarte Volkswagen Touran komt het terrein van [Naam 8] opgereden en parkeert voor de ingang. [Medeverdachte 1] en [Verdachte] stappen uit die auto. [Medeverdachte 1] geeft een man met een rood shirt een hand. [Verdachte] deed hetzelfde. [Medeverdachte 1] gaat samen met de man met het rode shirt het bedrijfspand binnen. [Verdachte] bleef bij de auto staan. Na een aantal seconden komt [Medeverdachte 1] weer buiten kwam staan . Vervolgens ging hij weer het bedrijfspand binnen.
De man met het rode shirt kwam uit het bedrijfspand en liep richting de toegangspoort.
Ook [Medeverdachte 1] kwam het bedrijfspand uitlopen en liep samen met [Verdachte] richting de toegangspoort.
Na een tijdje komen [Medeverdachte 1] en [Verdachte] weer terug en [Medeverdachte 1] gaat het bedrijfspand in en [Verdachte] gaat bij de auto staan.
Een man met een gestreept shirt komt uit het bedrijfspand lopen, pakte een stoel en gaat buiten bij de ingang zitten.
[Medeverdachte 1] komt uit het bedrijfspand met een stoel en gaat naast de man met het gestreepte shirt zitten. Na enkele minuten komt een man met een oranje shirt aanlopen die [Medeverdachte 1] en [Verdachte] een hand gaf. Vervolgens gaan de man met het gestreept shirt en de man met het oranje shirt het bedrijfspand ingingen.
Een zwarte Volkswagen Passat kwam aanrijden en parkeerde achter de Volkswagen Touran. [Medeverdachte 1] liep richting de Passat. De bestuurder van de Passat was de man met het rode shirt. De man met het rode shirt liep naar de achterkant van de Passat en opende de achterklep. De man met het rode shirt haalde een rode bigshopper uit de achterbak van de Passat en gaf deze aan [Medeverdachte 1] liep met de bigshopper het bedrijfspand in. Op de bigshopper stond de tekst “BAS”. [Medeverdachte 1] zette de bigshopper in het bedrijfspand weg. De man met het rode shirt haalde een blauw-wit gestreepte bigshopper uit de achterbank van de Passat en liep richting de ingang van het bedrijfspand. Hij liep weer terug richting de achterkant van de Touran en [Medeverdachte 1] kwam direct achter hem aan. [Medeverdachte 1] en de man met het rode shirt keken in de blauw-witte bigshopper. [Medeverdachte 1] wees richting de andere kant van de Touran. [Medeverdachte 1] stapte in de Touran als bestuurder. De man met het rode shirt liep met de blauw-witte bigshopper naar de andere kant van de Touran. Hij opende het achterportier aan de passagierszijde en bleef ongeveer 10 seconden in de deuropening staan. Vervolgens liep de man met het rode shirt richting [Medeverdachte 1] en de man had op dat momentgeenblauw-witte bigshopper meer in zijn handen. Hij hield een zwart langwerpig voorwerp vast. [Verdachte] was intussen ingestapt op de passagiersstoel.
De man met het rode shirt ging bij [Medeverdachte 1] staan en [Medeverdachte 1] overhandigde iets kleins aan de man met het rode shirt. Ik zag dat de man met het rode shirt nog even in de deuropening van de Touran bleef staan.
Vervolgens deed de man met het rode shirt de openstaande achterportier dicht en legde het zwarte voorwerp op de stoel. [Medeverdachte 1] opende zijn portier en stak zijn duim op naar iemand in het bedrijfspand. De man met het rode shirt stapte in de Passat en reed achteruit weg. Ook de Touran reed achteruit weg. De Passat parkeerde tegenover het bedrijfspand. De bestuurder van de Passat stapte uit en liep in de richting van de Touran. De man met het oranje shirt, de man met het rode shirt en de man met het gestreepte shirt verlieten het bedrijfspand. De man met het rode shirt had een zwart voorwerp in zijn hand. De boevenkant van het zwarte voorwerp was wit van kleur. De mannen deden de toegangspoort dicht en de man met het rode shirt stapte in de Passat. [40]
De VW Touran, kenteken [Kenteken 2] , waarvan door [Medeverdachte 1] gebruik werd gemaakt, is door het onderzoeksteam ook onderzocht. In de VW Touran onder de rij stoelen achter de bestuurders- en bijrijdersstoel én onder de 2e rij stoelen, zagen verbalisanten op kristal gelijkende korreltjes/splinters liggen. Deze kristallen werden onderworpen aan een drugstest en bleken positief te testen op methamfetaminen.
In het voertuig werden twee verborgen ruimtes aangetroffen. De eerste onder de bestuurdersstoel en de tweede onder de bijrijdersstoel. Deze ruimtes waren door een professional gemaakt. Na het openen van de verborgen ruimte onder de bijrijdersstoel zagen verbalisanten verscheidene kristallen liggen. Deze kristallen werden onderworpen aan een drugstest en bleken positief te testen op methamfetaminen [41] .
Met betrekking tot de Volkswagen Touran heeft [Medeverdachte 1] verklaard dat die auto in de omgeving van zijn woning stond voor zijn vrouw. Hij had die auto omdat de rolstoel van zijn vrouw er in moest passen. Omdat hij al jaren geen auto meer op zijn naam kan hebben, stond die auto op naam van [Naam 9] , een vriend van zijn zoon [Verdachte] [42] .
Op grond van het vorenstaande, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat verdachte samen met zijn vader [Medeverdachte 1] de onder 1 aangetroffen verdovende middelen aanwezig heeft gehad. Verdachte heeft verklaard dat hij feitelijk in de woning aan het [Adres] te Tilburg verbleef [43] en uit voornoemde camerabeelden is ook vast komen te staan dat verdachte toegang had tot de in die woning aangetroffen verdovende middelen. Dit geldt naar het oordeel van de rechtbank ook voor de bedrijfsruimte in de [Straatnaam 1] te Tilburg en de daar aangetroffen verdovende middelen. Dit bedrijfspand werd namelijk verhuurd aan [Naam 1] , welk bedrijf op naam van verdachte staat, terwijl de verhuurder ook heeft verklaard dat zowel [Medeverdachte 1] als [Verdachte] een sleutel hadden van de centrale deur van het bedrijvencomplex [44] . Op de camerabeelden die zijn gemaakt op 3 juli 2018 is ook te zien dat verdachte over de daar aanwezige middelen kon beschikken, aangezien het verdachte was die de machine die daar staat openschroeft en uit die machine bruine pakketten heeft gehaald. Hetzelfde geldt naar het oordeel van de rechtbank ook voor de aangetroffen grondstoffen, genoemd onder feit 3 en het laboratoriumglaswerk. Wat dat laatste betreft heeft verdachte wel verklaard dat die goederen, die grotendeels op een aanhangwagen lagen, van zijn vader waren. Deze aanhangwagen stond echter wel bij het door verdachte gehuurde bedrijfspand aan de [Straatnaam 1] te Tilburg.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat er sprake was van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn vader [Medeverdachte 1] , die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het medeplegen van het voorhanden hebben van de aangetroffen verdovende middelen en het medeplegen van voorbereidingshandelingen wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen van de feiten 1 en 3.
Voor wat betreft het onder 2 ten laste gelegde is de rechtbank op grond van de camerabeelden van oordeel dat het [Medeverdachte 1] is geweest die zich bezig heeft gehouden met het bewerken, verkopen en (laten) vervoeren. [Medeverdachte 1] had daarin in ieder geval de leidende rol en het was verdachte die hem daarin bijstond. Deze samenwerking was naar het oordeel van de rechtbank niet dusdanig nauw en bewust dat verdachte als medepleger van dat bewerken, verkopen en vervoeren kan worden aangemerkt. Daarom zal de rechtbank verdachte van het onder 2 primair tenlastegelegde vrijspreken.
De rechtbank is echter van oordeel dat de door verdachte verrichte handelingen wel moeten worden gezien als het opzettelijk behulpzaam zijn bij het door [Medeverdachte 1] gepleegde misdrijf en dat daarom de onder 2 subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid wel wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Met betrekking tot feit 4, het gewoontewitwassen, is over de financiële situatie van [Medeverdachte 1] en zijn gezin gedurende de periode van 1 januari 2013 tot en met 16 augustus 2018 het volgende vast komen te staan:
Op grond van iCOV, de ‘infobox voor Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen’, en de aangiftes Inkomstenbelasting is vast komen te staan dat:
 [Medeverdachte 1] had over de jaren 2013 t/m 2017 geen legale inkomsten en
[Medeverdachte 1] had over de jaren 2013 t/m 2018 geen toeslagen [45] ,
 [Verdachte] alleen had in 2017 een legaal inkomen van € 4.918,= en
[Verdachte] had toeslagen, te weten in 2014 € 865,=, in 2015 € 942,-, in 2016 € 998,=, in 2017 € 1.066,= en in 2018 € 1.139,= [46] ,
 De dochter van [Medeverdachte 1] , [Naam 2] , had in 2015 een inkomen van € 44,= en
[Naam 2] had toeslagen, te weten in 2014 € 144,=, in 2015 € 942,-, in 2016 € 998,=, in 2017 € 1.066,= en in 2018 € 1.139,= [47] ,
 De partner van [Medeverdachte 1] , [Naam 4] , had in 2015 een legaal inkomen van € 2.460,= en
[Naam 4] had toeslagen, te weten in 2014 € 2.767,= en in 2015 € 1.139,=. Voor het overige nihil [48] .
[Medeverdachte 1] en de overige gezinsleden hadden geen koopwoning en het vermogen bestond derhalve uit:
saldo op bankrekeningen
aangehouden kapitaalverzekeringen
voertuigen
contante gelden
Saldo bankrekeningen
2013 2014 2015 2016 2017
[Medeverdachte 1] € 4.920,= € 180,= € 73,= € 79,= € 196,= [49]
[Verdachte] € 328,= -/- € 1,= € 18,= € 142,= € 209,= [50]
[Naam 2] € 389,= € 395,= 0 € 22,= € 81,= [51]
[Naam 4] € 2.656 € 1.860,= € 98,= -/- € 141,= € 10,= [52]
Per 13 juni 2016 staat [Naam 1] ingeschreven als eenmanszaak van verdachte en [Naam 1] is gevestigd aan de [Straatnaam 1] te Tilburg [53] .
Uit gegevens ontvangen van [Naam 11] te Gilze is met betrekking tot [Verdachte] en de eenmanszaak [Naam 1] gebleken:
- het verzamelinkomen van [Verdachte] in 2016 was nihil;
- het verzamelinkomen van [Verdachte] in 2017 bedroeg € 4.918,00;
Uit de digitale administratie 2017 is gebleken dat de omzet € 13.465,95 bedraagt en dat het resultaat voor 2017 € 4.918,19 bedraagt.
Uit de digitale administratie 2018 blijkt dat er sprake was voor 2018 van een omzet van € 1.570,25 en dat het resultaat in 2018 - € 1.848,91 (negatief) bedroeg.
Betreffende bankrekeningnummer [Rekeningnummer] ten name van verdachte werd in de periode van januari 2017 tot en met 24 april 2018 maandelijks een bedrag “Voorschot zorgtoeslag” bijgeschreven. Dit waren variërend bedragen van € 88,=, € 89,=, € 94,= en € 95,=. Daarnaast werden twee contante stortingen gedaan van € 250,= en € 300,=.
Tevens werden er contante opnames gedaan van € 100,= op 23 september 2017 en
€ 20,= op 25 september 2017.
Voor deze bankrekening is er 1 actieve bankpas die op naam staat van [Verdachte] [54]
Betreffende bankrekeningnummer [Rekeningnummer] ten name van verdachte in de periode van 1 januari 2013 tot en met 16 augustus 2018 m.u.v. de periode van januari 2017 tot en met 24 april 2018 is er 52 keer een bijschrijving geweest voor in totaal € 7.722,44;
Er is 27 keer een bijschrijving geweest betreffende voorschotten zorgtoeslag voor in totaal € 3.178,00;
Er is 10 keer contant geld gestort met een totale waarde van € 3.025,00.
Er zijn 6 bijschrijvingen voor in totaal € 901,95;
Er is 1 bijschrijving voor een bedrag van € 304,99;
Er zijn 8 transacties voor een totaalbedrag van € 312,50 voor betalingen aan o.a. [Naam 12] ., [Naam 13] , [Naam 14] en verzekeringsmaatschappijen.
Er zijn 180 afschrijvingen geweest met een totale waarde van € 7.640,89 voor o.a. de volgende partijen:
  • [Naam 15]
  • [Naam 16]
  • [Naam 17]
  • [Naam 18]
  • [Naam 19]
  • [Naam 14]
  • [Naam 12]
  • [Naam 20]
  • [Naam 21]
  • [Naam 22]
  • Overige betalingen bij supermarkt, tankstations en diverse winkels
Van voormelde bankrekeningnummer [Rekeningnummer] zijn in genoemde periode 18 contante opnames gedaan met een totale waarde van € 1.400,= [55] .
Op 20 augustus 2018 werd in het onderzoek “Lotus” een grijze personenauto, merk Volkswagen Golf, kenteken [Kenteken 1] in beslag genomen. Eigenaar van die auto was verdachte [Verdachte] [56] . Verdachte heeft verklaard dat zijn vader deze auto betaalde. Hij had de Golf gekocht van zijn spaargeld en zijn vader had de helft meebetaald. Hij had € 5.000,= gespaard. Hij verklaarde dat hij niet meer weet hoeveel geld hij van zijn vader had gekregen. Voorts heeft verdachte verklaard dat hij geen inkomsten had en wekelijks kon besteden wat hij kreeg van zijn vader [57] . De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat het niet waarschijnlijk is, gezien het feit dat verdachte geen inkomen had, dat hij een bedrag van € 5.000,= bij elkaar heeft gespaard voor die auto.
Tot slot is uit het onderzoek vast komen te staan dat verdachte ook verblijft op het adres [Straatnaam 5] te Tilburg. Verdachte heeft verklaard dat hij een deel van de huur van zijn vader kreeg. Hij betaalde maandelijks € 375,= [58] .
De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat verdachte in de ten laste gelegde periode geen inkomen heeft gehad en ook nagenoeg geen vermogen heeft. Wel is op de bankrekening van verdachte in totaal een bedrag van € 3.575,00 gestort. Voorts stelt de rechtbank vast dat er onvoldoende legale financiële middelen waren om de door verdachte gemaakte kosten te betalen. Onder andere uit de verklaring van verdachte zelf is vast komen te staan dat verdachte werd onderhouden door zijn vader. Omdat, zoals de rechtbank bij vonnis van heden in de zaak van [Medeverdachte 1] heeft geoordeeld, de gelden die verdachte ontving van zijn vader van misdrijf afkomstig zijn, kan naar het oordeel van de rechtbank worden geconcludeerd dat de contante stortingen op de bankrekening van verdachte en ook de voor verdachte gedane betalingen, afkomstig waren uit enig misdrijf.
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het enkel storten van crimineel vermogen op de eigen bankrekening geen witwassen oplevert. In de door de verdediging aangehaalde arresten heeft de Hoge Raad daar echter nog aan toegevoegd dat het weer opnemen van die gelden en er vervolgens betalingen mee doen, naar zijn oordeel wel kan worden gekwalificeerd als witwassen.
Nu verdachte, zoals hiervoor overwogen, vanuit voornoemde bankrekening betalingen heeft gedaan, kan dit naar het oordeel van de rechtbank worden aangemerkt als “omzetten” of “overdragen” als bedoeld in artikel 420bis, eerste lid sub b, van het Wetboek van Strafrecht en moet dit worden gezien als gedragingen die (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van die gelden.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat het witwassen wettig en overtuigend bewezen kan worden en dat de kwalificatieuitsluitingsgrond zich in het onderhavige geval niet voordoet.
Gelet op de duur van de periode waarin deze feiten zijn gepleegd en de frequentie waarmee zij zijn gepleegd, is de rechtbank van oordeel dat er kan worden gesproken van gewoontewitwassen
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
op 16 augustus 2018 en 29 augustus 2018 te Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad:
aan het [Adres] d.d.16 augustus 2018 aldaar:
- 1015 gram Crystal methamfetamine,
en
- 27 XTC pillen, en
- 225 milliliter (zijnde 18 buisjes met rode/roze vloeistof en 27 buisjes met blauwe vloeistof) en
- 8,73 gram MDMA kristallen/brokken,
aan de [Straatnaam 1] d.d. 16 en/of 29 augustus 2018 aldaar:
- circa 564 gram methamfetamine, en
- 3275 milliliter (zijnde 500 buisjes met rode vloeistof en 155 buisjes met blauwe vloeistof) MDMA vloeistof en amfetamine, en
- 446 gram amfetaminepasta
zijnde telkens hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA of metamfetamine of amfetamine of XTC, zijnde middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2. subsidiair:
[Medeverdachte 1] in de periode van 01 april 2018 tot en met 16 augustus 2018 te Tilburg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, telkens
opzettelijk heeft bewerkt en verkocht en vervoerd, hoeveelheden Crystal metamfetamine,
en MDMA en metamfetamine en amfetamine, zijnde middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in genoemde periode te Tilburg opzettelijk behulpzaam is geweest door (met bovenomschreven feit als doel):
- zijn vader te vergezellen met het oogmerk om hem te faciliteren,en/of
- het bedrijf [Naam 1] (aan de [Straatnaam 1] te Tilburg) op zijn, verdachtes naam te zetten en te laten staan, en
- bovengenoemde verdachte te assisteren op momenten dat bovengenoemde verdachte in genoemde periode de Crystal metamfetamine aan het verwerken is middels o.a. het aanreiken/klaar leggen van handschoentjes en andere voorwerpen (doosjes/glazen) ten behoeve van voornoemde werkzaamheden, en
- Crystal metamfetamine te vervoeren/af te leveren;
3.
op of omstreeks 16 augustus 2018 en29 augustus 2018 te Tilburg tezamen en in vereniging met een ander, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken van crystal methamfetamine en/of amfetamine en/of tenamfetamine, zijnde methamfetamine enamfetamine entenamfetamine. middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden op het adres [Adres] en op het adres [Straatnaam 1] aldaar meerdere voorwerpen en stoffen, zijnde:
- hoeveelheden APAA (611 gram) enpseudoefedrine (6259 gram) en piperonal propyleenglycol acetaal (10.000 milliliter), en
- laboratoriumglaswerk en maatbekers en jerrycans
voorhanden hebben gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededader wisten dat die bestemd waren tot het plegen van dat feiten;
4.
in de periode van 01 januari 2013 tot en met 16 augustus 2018 te Tilburg, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, toen en daar krachtens die gewoonte meermalen een voorwerp en geldbedragen, te weten van
- een geldbedrag van 1520 euro (contante opname van rekeningnummer [Rekeningnummer] ), en
- geldbedragen maandelijkse afschrijvingen van genoemd rekeningnummer terzake o.a. telefoonabonnementen, verzekeringen, kosten [Naam 20] en boodschappen (258,19 euro), en
- een Volkswagen Golf (kenteken [Kenteken 1] ), en
- een maandelijks geldbedrag van 375 euro, zijnde de huur van verdachtes woning
voorhanden gehad en omgezet en van dat voorwerp en geldbedragen gebruik gemaakt, terwijl hij wist dat die voorwerpen - onmiddellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht bij de strafbepaling rekening te houden met het gegeven dat verdachte een first offender is wat betreft overtreding van de Opiumwet. Voorts heeft deze strafzaak veel stress bij verdachte opgeleverd en ook is verdachte door deze strafzaak zijn woning kwijtgeraakt en woont verdachte nu noodgedwongen in bij zijn zus en moeder in een veel te kleine woning. Op grond van dit alles heeft de raadsman verzocht aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, die qua duur gelijk is aan het voorarrest. Daarnaast kan, zo heeft de raadsman aangevoerd, een voorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd als stok achter de deur en een taakstraf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij een doorzoeking op 16 augustus 2018 van de woning van [Medeverdachte 1] de vader van verdachte, aan het [Adres] te Tilburg en doorzoekingen op 16 en 29 augustus 2018 van de door verdachte gehuurd bedrijfsruimte aan de [Straatnaam 1] te Tilburg, heeft het onderzoeksteam bij verdachte en zijn vader [Medeverdachte 1] een grote hoeveelheid goederen aangetroffen, waaronder een grote hoeveelheid harddrugs, bestaande uit ruim anderhalve kilo Crystal Meth, XTC pillen, MDMA, amfetamine en amfetaminepasta, grondstoffen voor de vervaardiging van synthetische drugs en goederen bestemd voor de vervaardiging en bewerking van synthetische drugs. Daarnaast is verdachte zijn vader behulpzaam geweest bij het bewerken, verkopen en vervoeren van synthetische drugs en heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van criminele gelden. Het gezin waar verdachte deel van uitmaakt heeft namelijk gedurende een aantal jaren geleefd van de inkomsten uit de criminele activiteiten van [Medeverdachte 1] , aan welke activiteiten ook verdachte zijn steentje heeft bijgedragen.
De rechtbank heeft kunnen constateren dat [Medeverdachte 1] , de vader van verdachte, als een grote speler in de handel en productie van synthetische drugs moet worden gezien en verdachte is zijn vader bij die criminele activiteiten behulpzaam geweest door voor hem allerlei hand- en spandiensten te verrichten.
Het is een feit van algemene bekendheid dat het vervaardigen van synthetische drugs de nodige gevaren met zich brengt en maatschappelijke onrust veroorzaakt. Zo zijn er inmiddels teveel voorbeelden waarbij het bijna of helemaal is misgegaan bij het illegaal produceren van synthetische drugs in een laboratorium. Daarnaast zijn er de risico’s voor de gebruikers van synthetische drugs vanwege het feit dat het hier gaat om complexe chemische stoffen, geproduceerd door amateurs. De kans op een kwalitatief slecht en gevaarlijk eindproduct is dan ook zeker aanwezig en vormt daarmee ook een gevaar voor de volksgezondheid. Een andere kwalijke bijkomstigheid betreft het her en der dumpen van het chemische afval afkomstig van de illegale laboratoria. Het is de samenleving die de overlast van die dumpingen ervaart en die telkens ook op mag draaien voor de vaak hoge kosten voor het opruimen en afvoeren van dat afval. En tot slot is er nog het geweldsaspect dat in de wereld van de synthetische drugs herhaaldelijk om de hoek komt kijken. Juist omdat in die wereld heel veel geld om gaat, is er sprake van een verharding van de criminaliteit en deinst men vaak nergens meer voor terug.
Verdachte heeft zich echter om dit alles niet bekommerd. Verdachte had niet de intentie om op een legale manier inkomsten te verwerven en binnen de familie [Familienaam] was hij wat dat betreft ook geen uitzondering. Niemand van het gezin had immers een legaal inkomen of uitkering en toch moest er geld zijn om van te leven. De door [Medeverdachte 1] opgezette handel in synthetische drugs en de daaruit gegenereerde inkomsten, boden voor de familie [Familienaam] daarbij uitkomst. Het hele gezin kon daar van meeprofiteren en verdachte was ook wel bereid om daaraan een bijdrage te leveren.
Dit geeft naar het oordeel van de rechtbank precies aan hoe verdachte in het leven staat.
Hij doet samen met zijn familie gewoon wat hij wil als hij er maar geld aan kan verdienen. Het lijkt er dan ook op dat verdachte en zijn familie menen dat wetten niet voor hen gelden en dat ze zichzelf daarmee boven de wet plaatsen.
Al deze factoren, de omvang en de ernst van de feiten en de ernstige gevolgen voor de maatschappij maken dat naar het oordeel van de rechtbank een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is, waarbij voor het opleggen van een voorwaardelijk deel of een taakstraf geen plaats is. De feiten zijn daarvoor eenvoudigweg te ernstig. Het enige strafverzachtend aspect in deze is dat de rechtbank verdachte niet ziet als medepleger, maar als medeplichtige bij het bewerken, verkopen en vervoeren van de synthetische drugs.
Alles afwegend en kijkend naar de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting, is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden passend en geboden is. Dat rechtbank houdt daarbij ook rekening met het feit dat verdachte nog als first offender zou moeten worden aangemerkt, waar het gaat om de Opiumwet. Met de omstandigheid dat de bewezenverklaarde feiten vervelende gevolgen voor verdachte zouden hebben gehad, zoals de verdediging heeft aangegeven, zal de rechtbank geen rekening houden nu het verdachte zelf is geweest die zich in die situatie heeft gebracht.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 47, 48, 57 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het onder 2 primair tenlastegelegde feit;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1: Medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2 subsidiair: Medeplichtigheid aan het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 3: Medeplegen van het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, door voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 4: Gewoontewitwassen;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 18 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op;
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Weide, voorzitter, mr. Feraaune en mr. Diepenhorst, rechters, in tegenwoordigheid van Nouws, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 19 juni 2019.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal onderzoek “Lotus” met dossiernummer ZB4R018045 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Hart van Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 1880 en het witwasdossier in het onderzoek “Lotus” betreffende [Verdachte] opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.De processen-verbaal van bevindingen, pagina’s 550, 588 en 602.
3.De processen-verbaal van bevindingen, pagina’s 602, 489, 507, 514, 518, 521, 526, 555, 559, 568,
4.Proces-verbaal van bevindingen pagina’s, 620 en 625.
5.Het proces-verbaal van bevindingen doorzoeking [Adres] te Tilburg, pagina 673.
6.Het geschrift, te weten een deskundigenrapport van het NFI d.d. 21 september 2018, pagina 1390
7.Het geschrift, te weten een aanvraag onderzoek van de eenheid Zeeland-West-Brabant, pagina 1392
8.Het geschrift, te weten een aanvraag onderzoek van de eenheid Zeeland-West-Brabant, pagina 1372
9.Het geschrift, te weten een deskundigenrapport van het NFI d.d. 28 september 2018, pagina 1370
10.Het geschrift, te weten een aanvraag onderzoek van de eenheid Zeeland-West-Brabant, pagina 1392
11.Het geschrift, te weten een deskundigenrapport van het NFI d.d. 21 september 2018, pagina 1390
12.Het geschrift, te weten een aanvraag onderzoek van de eenheid Zeeland-West-Brabant, pagina 1399
13.Het geschrift, te weten een deskundigenrapport van het NFI d.d. 21 september 2018, pagina 1396
14.Het proces-verbaal van bevindingen doorzoeking [Straatnaam 1] te Tilburg, pagina 737.
15.Het geschrift, te weten een aanvraag onderzoek van de eenheid Zeeland-West-Brabant, pagina 1385
16.Het geschrift, te weten een deskundigenrapport van het NFI d.d. 20 september 2018, pagina 1388
17.Het geschrift, te weten een aanvraag onderzoek van de eenheid Zeeland-West-Brabant, pagina 1383
18.Het geschrift, te weten een deskundigenrapport van het NFI d.d. 20 september 2018, pagina 1381
19.Het geschrift, te weten een aanvraag onderzoek van de eenheid Zeeland-West-Brabant, pagina 1386
20.Het geschrift, te weten een deskundigenrapport van het NFI d.d. 20 september 2018, pagina 1388
21.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 741.
22.Het geschrift, te weten een aanvraag onderzoek van de eenheid Zeeland-West-Brabant, pagina 1377
23.Het geschrift, te weten een deskundigenrapport van het NFI d.d. 11 oktober 2018, pagina 1374
24.Het proces-verbaal camerabeelden [Adres] , pagina 842
25.Het proces-verbaal camerabeelden [Adres] pagina 859
26.Het proces-verbaal camerabeelden [Adres] , pagina 868
27.Het proces-verbaal camerabeelden [Adres] , pagina 881
28.Het proces-verbaal camerabeelden [Adres] , pagina 890
29.Het proces-verbaal camerabeelden [Adres] , pagina 932
30.Het proces-verbaal camerabeelden [Adres] , pagina 987
31.Het proces-verbaal camerabeelden [Adres] , pagina 1006
32.Het proces-verbaal van verhoor van [Medeverdachte 1] , Pagina 87.
33.Het proces-verbaal camerabeelden [Adres] , pagina 1018
34.Het proces-verbaal camerabeelden [Straatnaam 1] , pagina 1064
35.Het proces-verbaal camerabeelden [Straatnaam 1] , pagina 1093
36.Het proces-verbaal camerabeelden [Straatnaam 1] , pagina 1104
37.Het proces-verbaal camerabeelden [Straatnaam 1] , pagina 1152
38.Het proces-verbaal camerabeelden [Straatnaam 1] , pagina 1156
39.Het proces-verbaal camerabeelden [Straatnaam 1] , pagina 1169
40.Het proces-verbaal camerabeelden [Naam 8] te Zwijndrecht, pagina 1177
41.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 829
42.Het proces-verbaal van verhoor [Medeverdachte 1] , pagina 76.
43.Het proces-verbaal van verhoor verdachte door de rechter-commissaris d.d. 6 september 2018.
44.Het proces-verbaal van verhoor [Naam 10] , pagina 1244.
45.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 235
46.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 244
47.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 254
48.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 264
49.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 235
50.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 244
51.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 254
52.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 264
53.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 240
54.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 371
55.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 399
56.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 793
57.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 638
58.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 795.