ECLI:NL:RBZWB:2019:2872
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Wraking
- M. Peters
- A. Kok
- E. Eijssen-Vruwink
- Rechtspraak.nl
Wrakingsbeslissing inzake verzoek tot wraking van een rechter in civiele procedure
Op 18 juni 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een wrakingsverzoek behandeld dat was ingediend door verzoekster. Het verzoek was gericht tegen een rolrechter die op een eerdere zitting aanwezig was. De rechtbank ontving het wrakingsverzoek op een niet nader genoemde datum en bevestigde de ontvangst aan verzoekster. Tijdens de mondelinge behandeling op een andere datum, heeft verzoekster aangegeven dat haar verzoek niet gericht was tegen de eerder genoemde rolrechter, maar tegen een andere rechter die zij op een specifieke datum had gezien. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster ten onrechte de eerste rechter had gewraakt, omdat zij niet tijdig had gereageerd op de bevestigingsbrief van de griffier. De rechtbank heeft vervolgens de tijdigheid van het wrakingsverzoek beoordeeld en geconcludeerd dat verzoekster haar verzoek te laat had ingediend, aangezien de feiten en omstandigheden waarop het verzoek was gebaseerd al eerder bekend waren. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard.