Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
Voorts is de politierechter van oordeel dat op basis van het dossier onvoldoende is komen vast te staan dat er sprake was van vervuild drinkwater. Ook van dit onderdeel op de tenlastelegging wordt verdachte daarom vrijgesproken. Wel blijkt uit het dossier dat geen of nagenoeg geen van de honden over drinkwater beschikte. De politierechter is evenwel van oordeel dat pas gesproken kan worden van het onthouden van de nodige verzorging, indien blijkt dat de dieren gedurende de dag onvoldoende te drinken krijgen. Dit kan op basis van het dossier niet worden vastgesteld; geen van de honden had dorst en ook anderszins is de politierechter niet gebleken dat is geconstateerd dat de honden te weinig drinken hebben gekregen. Ook voor dit gedachtestreepje volgt vrijspraak.
19honden,
- een sterke ammoniaklucht aanwezig en
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging en het beslag
De officier van justitie heeft verzocht de 25 inbeslaggenomen honden verbeurd te verklaren.
De politierechter stelt voorop dat hij er niet aan twijfelt dat verdachte het beste voor heeft met zijn honden. De honden waren over het algemeen ook in redelijk goede doen. De plekken waar de honden verbleven waren echter wel (sterk) vervuild, stonken en waren te donker. De politierechter heeft de indruk dat de grote hoeveelheid honden die verdachte houdt, er (mede) toe heeft geleid dat hij niet in staat bleek om de hokken voldoende te onderhouden. Ook lijkt verdachte er andere normen op na te houden dan de verbalisanten en de dierenarts die ter plekke zijn geweest. Dat laatste baart de politierechter zorgen voor de toekomst. De politierechter is er niet van overtuigd dat verdachte in het vervolg anders met de honden en hun verblijfplek zal omgaan, nu hij ter zitting niet de indruk heeft gewekt te begrijpen dat de situatie waarin de honden zich bevonden onvoldoende was. Wel heeft de politierechter gezien dat de kennels in de schuur inmiddels zijn verbeterd. Op het oog lijken deze nu beter geschikt om honden in te houden.
De rechtbank is van oordeel dat de honden vatbaar zijn voor verbeurdverklaring en acht dat ook aangewezen. De 19 honden die in de schuur/garage in beslag zijn genomen zullen daarom verbeurd worden verklaard. De 6 honden die in de woning in beslag werden genomen, mogen wel terug naar verdachte, nu met betrekking tot deze honden geen strafbaar feit bewezen is verklaard. Omdat uit het dossier of de kvi’s niet valt af te leiden welke honden waar in beslag zijn genomen, zal in overleg met verdachte nader bepaald moeten worden welke in beslag genomen honden zich destijds in de woning bevonden.
Na overlijden van deze honden mag verdachte niet meer dan zes honden houden. De rechtbank vindt het door de officier van justitie voorgestelde aantal van drie honden te weinig. De politierechter heeft er namelijk vertrouwen in dat verdachte ook zes honden de nodige zorg kan bieden, ook gelet op de verbeterde kennels in de schuur. Daarnaast moet verdachte meewerken aan controles van de LID of politie.
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte in zijn woning niet meer dan zes honden tegelijk zal houden, met dien verstande dat het hem is toegestaan de acht honden die hij thans houdt, plus de zes terug te krijgen honden, te blijven houden tot aan hun overlijden;
- gelast de teruggave van de overige zes in beslag genomen honden aan verdachte.