Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 augustus 2019 in de zaak tussen
[Naam b.v.] b.v., [plaatsnaam], eiseres
de minister voor Medische Zorg en Sport, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
(theoretisch en praktisch onderwijs). Voor het cursorisch onderwijs zal [Naam b.v.] samenwerken met externe opleidingsorganisaties. De examencommissie van [Naam b.v.] zal voor aanvang van de opleiding het individuele opleidingsplan beoordelen en bevestigen dat de inhoud daarvan voldoet aan de gestelde eisen, voordat kan worden gestart met de opleiding.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar van [Naam b.v.] niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 345,- aan [Naam b.v.] te vergoeden;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van [Naam b.v.] tot een bedrag van € 256,-.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2019.