Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- het wrakingsverzoek, gedateerd op 7 augustus 2019 en diezelfde dag door de rechtbank ontvangen;
- de schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek van de rechter, ontvangen op
2.Het verzoek
3.De feiten en de gronden van het wrakingsverzoek
Fors strafblad. Groot herhalingsgevaar. Groot strafblad.” heeft gemaakt, waarbij de toon en de houding van de rechter opvallend waren. Artikel 67a lid 3 Sv zou “
nog lang niet”in beeld zijn, terwijl het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft geoordeeld dat artikel 67a lid 3 Sv van toepassing is en verzoeker onmiddellijk in vrijheid is gesteld.
4.Het standpunt van de rechter
5.De beoordeling en de gronden daarvoor
Een bevel tot voorlopige hechtenis blijft achterwege wanneer ernstig rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat aan de verdachte in geval van veroordeling geen onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel zal worden opgelegd, dan wel dat hij bij tenuitvoerlegging van het bevel voor langere tijd van zijn vrijheid beroofd zou blijven dan de duur van de straf of maatregel.”
“Fors strafblad. Groot herhalingsgevaar. Groot strafblad.”zoals vermeld in het proces-verbaal van 6 mei 2019, de wrakingskamer geen aanleiding hieruit op te maken dat de rechter daarmee de schijn van partijdigheid heeft gewekt. Immers is dit een bevestiging van hetgeen ook door het Hof in haar beschikking van 4 april 2019 is opgenomen: “
Het hof stemt in met het gevaar voor herhaling. Verdachte is eerder meermalen met politie en justitie in aanraking gekomen, ook voor vermogens- en geweldsdelicten, en is daar ook meermalen voor veroordeeld. Het strafblad heeft thans een omvangen van vijfendertig pagina’s. Voorts liep verdachte ten tijde van het plegen van de thans aan hem verweten strafbare feiten in een proeftijd.”