ECLI:NL:RBZWB:2019:3997

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 januari 2019
Publicatiedatum
10 september 2019
Zaaknummer
6842546 CV EXPL 18-2122
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. van den Heuvel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding en auteursrechtinbreuk door publicatie van foto zonder toestemming

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vorderde eiser, een ambtenaar en fotograaf, schadevergoeding van gedaagde, een zzp’er die een jazzmagazine uitgeeft, wegens auteursrechtinbreuk. Eiser stelde dat gedaagde zonder toestemming een foto had gepubliceerd op zijn website. De zaak begon met een dagvaarding op 25 april 2018, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder conclusies van antwoord, repliek en dupliek. Eiser vorderde aanvankelijk € 250,- aan schadevergoeding, maar verhoogde dit later naar € 375,-, vermeerderd met kosten voor rechtsbijstand. Gedaagde voerde verweer, maar de rechter oordeelde dat eiser auteursrechthebbende was en dat gedaagde inbreuk had gemaakt door de foto te publiceren zonder toestemming.

De rechter concludeerde dat gedaagde gehouden was de schade te vergoeden, maar dat de schadevergoeding niet het gevorderde bedrag van € 375,- zou zijn. De rechter begrootte de schade op € 75,-, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak, waaronder het feit dat de foto door de geportretteerde zelf werd gebruikt op haar website. De rechter wees de vordering voor het overige af en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 30 januari 2019.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaak/rolnr.: 6842546 CV EXPL 18-2122
vonnis d.d. 30 januari 2019
inzake
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
gemachtigde: mr. K.M. van Boven, gemachtigde,
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
procederend in persoon,

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 25 april 2018 met producties;
b. de conclusie van antwoord met producties;
c. de conclusie van repliek met producties;
d. de conclusie van dupliek met producties.

2.Het geschil

2.1
Eiser (verder te noemen [eiser] ) vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde (verder te noemen [gedaagde] ) te veroordelen tot betaling van € 375,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten ex artikel 1019h Rv en de nakosten. Voorts vordert [eiser] een verklaring voor recht dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van [eiser] .
2.2
[gedaagde] voert verweer.

3.De beoordeling

3.1
De navolgende feiten staan in rechte vast:
3.1.1
[eiser] is auteursrechthebbende op de foto [naam] , hierna te noemen “de Foto”. [eiser] is ambtenaar van de Gemeente Amsterdam en heeft een eenmanszaak op het gebied van fotografie.
3.1.2.
[gedaagde] is als zzp’er werkzaam in de Alfahulp en heeft een eenmanszaak waarin hij een jazzmagazine uitgeeft op internet genaamd [naam jazzmagazine] .
3.1.3
In een nieuwsbericht van 25 juni 2013 op de website van [naam jazzmagazine] is zonder toestemming van [eiser] door [gedaagde] de Foto geplaatst bij een concertaankondiging van een optreden van [naam] , onder vermelding van “ [vermelding naam] ”. De gemachtigde van [eiser] heeft op 7 juni 2017 gesommeerd de inbreuk te stoppen en verzocht in overleg te treden over de schade. [gedaagde] heeft daarop de Foto verwijderd van de website en contact opgenomen met [eiser] .
3.1.4
[eiser] vorderde aanvankelijk € 250,- aan schadevergoeding. Op 3 januari 2017 vorderde [eiser] € 375,- aan schadevergoeding verhoogd met € 550,- aan kosten rechtsbijstand.
3.1.5
De Foto wordt door de geportretteerde zelf gebruikt op haar persoonlijke website en de Soundcloud website.
3.2
[eiser] baseert zijn vorderingen op het hem toekomende auteursrecht op de foto als maker van de foto waarvan hij stelt dat deze een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Voorts zou [gedaagde] zonder toestemming de Foto hebben geopenbaard op de website [naam jazzmagazine] . [gedaagde] heeft deze stellingen niet betwist zodat deze zijn komen vast te staan.
3.3
Dat [eiser] foto’s deelt op Nu.nl en Facebook en De Foto door de geportretteerde zelf wordt gebruikt op haar persoonlijke website en de Soundcloud website brengt nog niet met zich mee dat [gedaagde] zonder toestemming van [eiser] de Foto mag openbaar maken. Uit hetgeen [gedaagde] aanvoert en door de manager van [naam] ten aanzien van het gebruik van de foto wordt bevestigd, volgt niet dat het gebruik van de Foto aan derden vrij stond.
3.4
[gedaagde] is dan ook gehouden de schade van [eiser] als gevolg van de inbreuk op de auteursrechten van [eiser] te vergoeden. Dat [eiser] een professioneel fotograaf is die afhankelijk is van de licentievergoedingen en [gedaagde] handelt als uitgever van tijdschriften vormt geen juist uitgangspunt voor de begroting van de schade nu is gebleken dat [eiser] gemeenteambtenaar is en daarnaast “burgerfotograaf” is terwijl [gedaagde] alfahulp is en daarnaast de website [naam jazzmagazine] .nl heeft die wordt gerund door vrijwilligers waaronder [gedaagde] .
3.5
[gedaagde] meende dat het gebruik van de Foto bij een artikel ter aankondiging van een concert van [naam] hem vrij stond omdat [naam] deze foto als artiestenfoto op haar eigen website gebruikte. Hoewel dit zoals hiervoor overwogen niet juist is, dient bij de boordeling van de omvang van de schade wel betrokken te worden dat de artiest zelf de foto als promotie gebruikte, het artikel in [naam jazzmagazine] ter aankondiging van een concert van deze artiest diende en zowel de fotografie van [eiser] als [naam jazzmagazine] van [gedaagde] nevenactiviteiten betreffen.
3.6
Met de overlegging van een zeer beperkt aantal facturen, waarvan de meeste na inbreuk en zonder dat duidelijk wordt welk gebruik is gemaakt van de betreffende foto, heeft [eiser] niet aannemelijk gemaakt dat hij een tarief van € 250,- in rekening pleegt te brengen voor het gebruik van de Foto door derden. Gelet op de omstandigheden als genoemd in 3.4 en 3.5, het beperkte formaat van de foto bij het artikel, de vermelding van Foto©Alphonse [eiser] bij het gebruik van de Foto door [gedaagde] en tenslotte de niet door [eiser] betwiste omstandigheid dat het artikel snel naar diepere niveaus zakte op de website van [naam jazzmagazine] , begroot de kantonrechter de schade in verband met de gemiste licentie-inkomsten op € 75,-.
3.7
Van bijkomende schade is niet gebleken. [eiser] noemt in de (standaard) dagvaarding wel een aantal mogelijke schadefactoren, waaronder ten onrechte het ontbreken van een naamsvermelding, maar concretiseert niet dat de bijkomende schade zich daadwerkelijk heeft voorgedaan. Gelet hierop bestaat er geen reden voor toewijzing van een hoger bedrag dan de gemiste licentievergoeding. De gevorderde wettelijke rente kan worden toegewezen.
3.8
[gedaagde] heeft de Foto geopenbaard voorzien van de vermelding van Foto©Alphonse [eiser] en niet is gesteld of gebleken dat [gedaagde] het auteursrecht van [eiser] heeft betwist. Onder deze omstandigheden bestaat geen belang bij de gevorderde verklaring voor recht zodat deze zal worden afgewezen.
3.9
Ten aanzien van de proceskosten ex artikel 1019h Rv heeft te gelden dat [gedaagde] dadelijk na de sommatie de Foto heeft verwijderd en contact heeft opgenomen met [eiser] . [eiser] weet niet meer of hem een voorstel is gedaan, [gedaagde] stelt van wel, vast staat dat vervolgens schriftelijk € 250,- en vervolgens € 375,- is gevorderd door de gemachtigde van [eiser] . Hierbij zijn in een latere fase maar voor dagvaarding nog € 550,- aan kosten rechtsbijstand bijgekomen, hoewel slechts sprake was van herhaalde (standaard) sommaties in plaats van inhoudelijk overleg over de omvang van de schade, hetgeen aangewezen was geweest.
Nu de schade volgens de kantonrechter een bedrag van € 75,- omvat en de vordering dus voor een belangrijk gedeelde wordt afgewezen en partijen in zoverre over en weer in het gelijk zijn gesteld, zal de kantonrechter ten aanzien van de proceskosten beslissen dat iedere partij de eigen kosten dient te dragen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 75,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
4.2
compenseert de proceskosten zo dat iedere partij de eigen kosten draagt;
4.3
verklaart dit vonnis ten aanzien van de veroordeling onder 4.1 uitvoerbaar bij voorraad;
4.4
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Heuvel en in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2019.