ECLI:NL:RBZWB:2019:4257
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Beslissing op verzoek tot kennisneming van het bibliotheekdossier in strafzaken
Op 20 september 2019 heeft de rechter-commissaris A.D. Scheffers een beslissing genomen in een strafzaak tegen drie verdachten, met parketnummers 02/820084-16, 02/820487-16 en 02/820434-16. De zaak betreft een verzoek van de verdediging van verdachte [Verdachte 1] om kennis te nemen van het bibliotheekdossier, dat mogelijk relevante stukken bevat die niet aan het einddossier zijn toegevoegd. De raadsman van verdachte [Verdachte 1] heeft dit verzoek ingediend in verband met een regiebijeenkomst op 16 september 2019. De officier van justitie heeft hierop gereageerd en verzocht om de kennisneming te weigeren, onder verwijzing naar artikel 34 lid 4 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Hij stelde dat het verzoek een 'fishing expedition' betreft en dat het inbreuk zou maken op bepaalde belangen.
Tijdens de regiebijeenkomst hebben de raadsman en de officier van justitie hun standpunten verder toegelicht. De rechter-commissaris heeft de juridische basis van het verzoek beoordeeld, waarbij hij opmerkte dat op grond van artikel 34 lid 1 Sv een verdachte recht heeft op kennisname van specifieke stukken die van belang zijn voor de zaak. De rechter-commissaris concludeerde dat de officier van justitie de kennisneming van de stukken slechts kan weigeren indien er sprake is van een zwaarwegend belang, wat in dit geval niet aannemelijk was gemaakt.
Uiteindelijk heeft de rechter-commissaris geoordeeld dat de verdediging recht heeft op kennisneming van het bibliotheekdossier, omdat dit relevant is voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van bewijsstukken. De vordering van de officier van justitie tot het verlenen van een schriftelijke machtiging werd afgewezen. De beslissing is genomen op 20 september 2019, en de officier van justitie heeft de mogelijkheid om binnen veertien dagen hoger beroep in te stellen.