In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, dat op 22 november 2018 is genomen. Dit besluit betreft de afwijzing van een aanvraag voor een specifieke vervoersvoorziening op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Eiseres, die in het verleden een vervoersvoorziening in de vorm van individueel vervoer met de regiotaxi had, heeft aangegeven dat zij vanwege haar beperkingen specifiek afhankelijk is van vervoer in een Volkswagen Caddy. Tijdens de zitting op 11 april 2019 is het onderzoek geschorst om partijen de kans te geven tot een oplossing te komen, maar dit heeft niet geleid tot een overeenstemming. De rechtbank heeft het onderzoek op 9 september 2019 gesloten.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de arts van Treve, die het advies heeft uitgebracht dat aan het bestreden besluit ten grondslag ligt, voldoende zorgvuldig onderzoek heeft gedaan. De arts heeft eiseres gezien en de relevante medische gegevens bestudeerd. De rechtbank concludeert dat er geen medische noodzaak is voor het specifieke type vervoer in een Caddy, aangezien het individuele rolstoeltaxivervoer voldoet aan de eisen die aan het vervoer worden gesteld. Eiseres heeft haar stelling dat alleen een Caddy geschikt is niet met concrete medische gegevens onderbouwd. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.