Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 25 oktober 2019 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
Kouters Aardappelhandel B.V., te Dinteloord, verzoekster,
[derde belanghebbende], te Dinteloord,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 25 oktober 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen Kouters Aardappelhandel B.V. en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen. Verzoekster, Kouters Aardappelhandel B.V., had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening met betrekking tot een last onder dwangsom die was opgelegd om een overtreding van artikel 2.17, vijfde lid, van het Activiteitenbesluit te beëindigen. Dit betrof een verzoek om maximaal 12 vrachtwagenbewegingen per jaar in de avondperiode toe te staan, om zo de continuïteit van de bedrijfsvoering te waarborgen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat de continuïteit van de bedrijfsvoering in gevaar komt door de opgelegde last. De voorzieningenrechter heeft daarbij in aanmerking genomen dat een uitkomst in de bodemprocedures verwacht mag worden voor het oogstseizoen van 2020. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de belangenafweging niet in het voordeel van verzoekster uitviel. De voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van de derde partij en andere omwonenden, die belang hebben bij de handhaving van het Activiteitenbesluit, zwaarder wegen dan de belangen van verzoekster.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op een zitting die plaatsvond op 11 oktober 2019, waarbij zowel verzoekster als verweerder en de derde partij vertegenwoordigd waren.