4.3Het oordeel van de rechtbank
Op 20 juni 2019 om 3:13 uur wordt er door de bewoner van de woning aan [adres] te Steenbergen contact opgenomen met de politie omdat er een vrouw in nachtkleding voor de deur staat en zij vraagt of de politie gebeld kan worden.Wanneer de politie ter plaatse is, treffen zij [slachtoffer] aan. De politieagent ziet dat zij diverse verwondingen op haar lichaam heeft en dat zij alleen nachtkleding aanheeft. Zij was gewond aan haar gezicht, armen en bovenlichaam, dit betroffen bloeduitstortingen, schrammen, gezwollen lichaamsdelen en opgedroogd bloed. Het valt de politieagent op dat [slachtoffer] moeite heeft om te lopen en met het instappen in de politieauto.
Het letsel van [slachtoffer] wordt in het ziekenhuis onderzocht. Daar constateert de arts dat [slachtoffer] 34 afzonderlijke letsels heeft waaronder een gebroken neus. Deze talrijke letsels zijn verspreid over het hele lichaam en passen bij herhaaldelijke inwerking van uitwendig mechanisch geweld.
[slachtoffer] heeft aangifte gedaan en is meerdere keren gehoord over wat er is gebeurd dat zij zo is aangetroffen om 3.00 uur ’s nachts op donderdag 20 juni 2019. Zij verklaart dat ze eerst vrijwillig op bezoek was bij haar ex-vriend [verdachte] en dat in zijn woning de situatie is omgeslagen.Zij geeft aan dat ze van haar vrijheid is beroofd, dat ze geslagen en geschopt is, dat ze bedreigd is met een vuurwapen en een mes, en dat zij verkracht is.
Zij verklaart dat zij op woensdag 19 juni wakker werd en dat haar broek en schoenen waren verstopt. Ze was overdreven lief tegen hem omdat ze haar broek, schoenen, telefoon en geld terug wilde. Ze zijn die dag in Tholen geweest en terug in Steenbergen is verdachte naar de sportschool gegaan. Ze had haar geld en telefoon niet terug gekregen. Toen verdachte terugkwam van de sportschool heeft hij in haar telefoon gekeken en zei hij: “jij bedrijft betaalde seks”. Hij pakte een mes en deed het snijgedeelte tegen haar keel. Hij zei: “bekennen”. Hij zei dat ze op een stoel moest zitten. Hij begon haar te filmen. Toen hij stopte met filmen, gaf hij haar een schop tegen de zijkant van haar rug en haar achterhoofd. Ze viel toen van de stoel en haar neus begon te bloeden. Ze moest van hem terug op de stoel gaan zitten.
Aangeefster heeft vervolgens aangegeven dat ze verkracht is.
Haar handen zijn met een panty op haar rug gebonden geweest.
Daarna is verdachte naar de slaapkamer gegaan en kwam hij beneden met een pistool. Hij heeft het pistool tegen haar hoofd gezet en zei onder meer dat hij haar dood ging maken. Hij zette het pistool aan de rechterkant van haar slaap. Daarna zette hij de voorhoofden tegen elkaar en zette hij het pistool tegen zijn eigen achterhoofd aan, zodat ze samen dood moesten.
Op een gegeven moment is ze naar de wc gegaan en is ze via een raampje naar buiten gegaan en is ze weggerend. Ze had geen schoenen, broek of onderbroek aan. Ze heeft ergens aangebeld en de man die naar beneden kwam heeft de politie gebeld.
De politie heeft op 20 juni om 4.10 de woning van verdachte betreden. Verdachte heeft toen uit de BBQ die in zijn achtertuin stond een plastic tas gepakt waarin vrouwenschoenen, een witte broek en een damesslip zaten.
Op 20 juni 2019 heeft de politie de woning van verdachte doorzocht.Daar werden onder andere een geladen revolver (merk: Smith & Wesson, type CTG, kaliber .38 special) met 17 losse kogelpatronen en anabole steroïden aangetroffen.Ook lag in de barbecue een tas waarin kleding van [slachtoffer] zat.Op meerdere plekken in de woning zijn bloedsporen aangetroffen en op de bank in de woonkamer is een spermaspoor aangetroffen.
De telefoon van verdachte is onderzocht. Op de telefoon is een video aangetroffen, gecreëerd op 19 juni 2019, 23.19 uur. Op de video is onder meer te horen dat [verdachte] tegen [slachtoffer] zegt (vertaald): “het is afgelopen met je”, “ik maak je vandaag af” en “je gaat er vandaag aan”.
Op de video is eveneens te horen dat [slachtoffer] in dezelfde opnamen op 19 juni 2019, vanaf 23.19 uur, tegen verdachte zegt (vertaald):”ik smeek je, sla me niet meer, ik doe alles wat je wil, sla me niet, kijk hoe ik toegetakeld ben, ik smeek je, man.
Verdachte is meerdere keren verhoord en hij geeft aan dat zijn ex-vriendin [slachtoffer] vrijwillig naar hem gekomen is op maandag 17 juni 2019, zij meerdere dagen samen hebben besteed en leuke momenten samen hebben gehad. Verdachte verklaart dat hij op woensdag 19 juni 2019 terugkwam van de sportschool, hij op dat moment de telefoon van [slachtoffer] bekeek en de situatie toen is omgeslagen. Hij kwam er namelijk achter dat [slachtoffer] seksuele diensten verrichtte tegen betaling. Zijn emoties zijn op dat moment hoog opgelopen.
Verdachte geeft aan [slachtoffer] te hebben geduwd en haar te hebben beetgepakt.
Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer] heeft bedreigd.,
Verdachte heeft bekend een revolver voorhanden te hebben gehad
Betrouwbaarheid aangifte
De verdediging heeft aangevoerd dat de verklaringen van aangeefster onbetrouwbaar zijn.
De rechtbank constateert dat er weliswaar enige discrepanties in haar verklaringen zitten, maar dat de verklaringen in hoofdlijnen wel degelijk consistent zijn. Bovendien wordt de aangifte op verschillende punten ondersteund door objectief bewijs, zoals hierna zal volgen uit de bewezenverklaring van de feiten. De rechtbank gaat bij de vraag of de tenlastegelegde feiten kunnen worden bewezen dus in beginsel uit van de betrouwbaarheid van de aangifte.
Feiten 2, 3, 4 en 5
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat de tenlastegelegde wederrechtelijke vrijheidsberoving, mishandeling en bedreiging kunnen worden bewezen.
Op basis van de aangifte, de verklaring over het letsel van [slachtoffer] , de aangetroffen bloedsporen en de verklaring van verdachte dat hij heeft geduwd en [slachtoffer] heeft vastgepakt komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte [slachtoffer] heeft mishandeld door haar te slaan, te stompen en te trappen. Voor dit oordeel vindt de rechtbank ook steun in de op de telefoon van verdachte aangetroffen video waarin [slachtoffer] verdachte smeekt haar niet meer te slaan. Hoewel verdachte ontkent [slachtoffer] te hebben geslagen of geschopt, is deze ontkenning gelet op het geconstateerde letsel en voornoemde video ongeloofwaardig.
De rechtbank is conform het standpunt van de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat het procesdossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat ten aanzien van de poging toebrengen zwaar lichamelijk letsel, zoals tenlastegelegd onder feit 3, primair. De rechtbank zal verdachte daarom daarvan vrijspreken.
Verder is de rechtbank van oordeel dat verdachte [slachtoffer] heeft bedreigd met de dood en haar daarbij een mes en een vuurwapen heeft getoond, zoals tenlastegelegd onder feit 5. De rechtbank betrekt bij dit oordeel de aangifte, de verklaring van verdachte dat hij [slachtoffer] heeft bedreigd, het videobestand waarin verdachte [slachtoffer] bedreigt en het aantreffen van een vuurwapen en een mes in de woning van verdachte.
Verdachte geeft aan dat hij [slachtoffer] heeft bedreigd, maar ontkent daarbij de revolver of het mes te hebben gebruikt. Die ontkenning acht de rechtbank ongeloofwaardig gelet op het feit dat [slachtoffer] de revolver en het mes waarmee gedreigd is omschrijft en deze zaken in de woning van verdachte zijn aangetroffen.
Ten slotte is de rechtbank van oordeel dat verdachte [slachtoffer] ook van haar vrijheid heeft beroofd, zoals ten laste gelegd onder feit 2. Dat heeft hij gedaan door een zeer bedreigende situatie te creëren waaraan zij zich niet kon onttrekken. Verdachte was immers veel sterker, zij moest van hem op een stoel gaan zitten, hij mishandelde haar, hij bond haar handen met een panty, hij bedreigde haar met de dood en hij had haar persoonlijke spullen - waaronder haar schoenen, broek en slip - in zijn bezit. Zij is om 3.00 uur ‘s nachts ontredderd en met vele verwondingen aangetroffen nadat zij uit de woning van verdachte heeft weten te vluchten.
Ook het voorhanden hebben van een vuurwapen, zoals tenlaste gelegd onder feit 4 kan worden bewezen, nu het vuurwapen is aangetroffen in de woning en verdachte dit feit heeft bekend.
De rechtbank is daarom van oordeel dat de feiten 2, 3 subsidiair, 4 en 5 wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Aan verdachte is onder feit 1 tenlastegelegd dat hij [slachtoffer] heeft verkracht.
Bij de beoordeling van het bewijs stelt de rechtbank voorop dat in zedenzaken doorgaans slechts het veronderstelde slachtoffer en de veronderstelde dader aanwezig zijn. In deze zaak is dat ook het geval. Dit betekent dat, indien de verdachte ontkent de ten laste gelegde feiten te hebben begaan, de verklaringen van de veronderstelde slachtoffers als enig bewijsmiddel voorhanden zijn. Op grond van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan door de rechtbank niet uitsluitend worden aangenomen op basis van een enkele verklaring. Deze bepaling strekt ertoe dat zij de rechtbank verbiedt om tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige naar voren gebrachte feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. Het komt erop neer dat de bevestiging die het bijkomend bewijs moet bieden, in een relatie van betekenis moet staan tot het ten laste gelegde. Dit gaat niet zover dat het bijkomend bewijs het strafbare van het handelen in de kern moet bevestigen of dat het bijkomend bewijs een deel van de tenlastelegging zelfstandig moet kunnen dragen. De vraag of aan het bewijsminimum is voldaan laat zich niet in algemene zin beantwoorden maar vergt een beoordeling van het concrete geval.
De rechtbank overweegt als volgt. Het is helder geworden dat verdachte en [slachtoffer] een aantal onstuimige dagen hebben gehad waarbij er op verschillende momenten vrijwillige seks heeft plaatsgevonden – ook nog op dinsdag 18 juni 2019 - en dat de seks en deels ook de ruzies zijn gefilmd.
[slachtoffer] heeft verklaard dat de seks tussen haar en verdachte op enig moment onvrijwillig is geworden. Daartegenover staat dat verdachte vanaf het begin stellig heeft ontkend [slachtoffer] te hebben verkracht. Hij heeft verklaard dat zij steeds vrijwillig seks hebben gehad.
De rechtbank stelt vast dat de verklaring van [slachtoffer] over de verkrachting summier te noemen is. Voorts heeft [slachtoffer] twee verschillende verklaringen afgelegd over het moment waarop de verkrachtingen begonnen. Enerzijds verklaart zij vanaf maandag 17 juni 2019 te zijn verkracht. Anderzijds verklaart zij vanaf woensdag 19 juni 2019 te zijn verkracht. In dat kader is het van belang op te merken dat er een video is bekeken door de politie van dinsdag 18 juni 2019 waarop [slachtoffer] seksuele handelingen verricht bij [verdachte] . Van die video is niet komen vast te staan dat deze handelingen onvrijwillig zijn geweest.
Zoals hiervoor reeds overwogen past het bij [slachtoffer] geconstateerde letsel bij mishandeling en is dit feit ook bewezen geacht. In het letsel is echter eveneens geen aanknopingspunt te vinden voor de vaststelling dat [slachtoffer] is verkracht. De rechtbank overweegt dan ook dat in het geconstateerde letsel geen steunbewijs is te vinden voor de aangifte van [slachtoffer] . Ook overigens is in het dossier geen ondersteunend bewijsmiddel te vinden voor voornoemde aangifte.
De rechtbank is dan ook van het oordeel dat feit 1 niet wettig en overtuigend kan worden bewezen en dat verdachte dient te worden vrijgesproken.