Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
(restant verlenging uithuisplaatsing)C/02/365398 / JE RK 19-2121
(verzoek vervallenverklaring)
(nadere) beschikking verlenging uithuisplaatsing en verzoek vervallenverklaring
[belanghebbende 1] , hierna te noemen de moeder,
advocaat: mr. A. van Vliet te Breda,
[minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2015 te Roosendaal, hierna te noemen [minderjarige] .
[belanghebbende 1] , hierna te noemen de moeder,
advocaat: mr. A. van Vliet te Breda,
[belanghebbende 2] , hierna te noemen de vader,
advocaat: mr. J.A. Smits te Rotterdam, ter zitting waargenomen door mr. M. Kalle.
Het procesverloop
De feiten
Het verzoek
De standpunten
De beoordeling
onder gelijke toezending van een kopie hiervan aan beide advocaten. De moeder heeft ter zitting kenbaar gemaakt zich niet te herkennen in de informatie zoals schriftelijk aangeleverd en mondeling ter zitting verstrekt door de GI en de kinderrechter verwacht van de GI dat zij hier actie op onderneemt en dat zij inzicht verschaft in de situatie en in de beoordeling op basis waarvan zij het resterende deel van het verzoek tot machtiging uithuisplaatsing van [minderjarige] al dan niet handhaaft.
De beslissing
5 maart 2020 te 10.15 uur, bij de kinderrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant locatie Middelburg, Kousteensedijk 2, 4331 JE in afwachting van het verslag van de GI zoals weergegeven in de beoordeling;
's-Hertogenbosch