ECLI:NL:RBZWB:2019:6035
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. van Oijen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vervangende toestemming voor verhuizing met minderjarige kinderen
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 december 2019 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek van de vrouw om vervangende toestemming voor een verhuizing met haar kinderen naar een nieuwe woonplaats. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat zij van oordeel is dat het niet in het belang van de kinderen is om te verhuizen. De rechtbank heeft overwogen dat de kinderen hun sociale leven en contacten hebben opgebouwd in hun huidige woonplaats en dat een verhuizing naar een nieuwe omgeving een onzekere situatie voor hen met zich meebrengt. De rechtbank heeft daarbij ook de recente problematiek van de kinderen in aanmerking genomen, die volgens de jeugdbescherming is toegenomen. De vrouw heeft aangegeven dat zij naar de nieuwe woonplaats wil verhuizen om een nieuwe start te maken, maar de rechtbank is van mening dat de voordelen voor de vrouw niet opwegen tegen de mogelijke nadelen voor de kinderen. De rechtbank heeft benadrukt dat de persoonlijke problematiek van de kinderen zwaar weegt in deze beslissing en dat intensieve begeleiding voor hen noodzakelijk is. De rechtbank heeft daarnaast bepaald dat het hoofdverblijf van de minderjarige [naam minderjarige 1] bij de vrouw blijft, zolang zij in de huidige woonplaats verblijft. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.