Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
De rechtbank acht deze verklaring van [medeverdachte 2] weinig plausibel en hecht daar dan ook geen geloof aan. De verklaring vindt geen enkele steun in het dossier en is in strijd met de verklaringen van [verbalisant 6] en [verbalisant 5] . De rechtbank wijst in dit verband op de processen-verbaal van bevindingen van [verbalisant 6] en van [verbalisant 5] , beide van 14 oktober 2018. Hieruit blijkt dat [medeverdachte 1] , die op de bijrijdersstoel zat, als laatste uit de auto stapte. [medeverdachte 2] kan dus niet de gelegenheid hebben gehad de wapens op de bijrijdersstoel te gooien, nu [medeverdachte 1] daar nog zat op het moment dat [medeverdachte 2] uitstapte. Bovendien is ook niet in te zien waarom [medeverdachte 2] maar liefst twee vuurwapens in zijn broeksband heeft, terwijl hij naar eigen zeggen wiet gaat knippen. Een verklaring hiervoor heeft hij niet gegeven.
of omstreeks13 oktober 2018 te Breda, tezamen en in vereniging met
een
althans alleen,
(s
)van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en
/of
/of
/ofeen vuurwapen van categorie
II en/ofIII van de Wet wapens en munitie,
/ofmunitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
/of
/of
of omstreeks13 oktober 2018 te Breda tezamen en in vereniging met
een
althans alleen, een of meerwapens van categorie I, onder 3,
/of
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan de onder feit 3 en 4 tenlastegelegde feiten;
een gevangenisstraf van 18 maanden;