ECLI:NL:RBZWB:2019:900
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- mr. Zander
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding en verzoek om transitievergoeding
In deze zaak heeft de Stichting Avans een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster tevens vrz van het tegenverzoek], die werkzaam was binnen de Academie voor Deeltijd (AVD) van Avans Hogeschool. Het verzoekschrift werd op 28 december 2018 ingediend, waarna op 25 januari 2019 een zitting plaatsvond. De verstoorde arbeidsverhouding tussen partijen was de belangrijkste grond voor het ontbindingsverzoek. Avans stelde dat de verstoorde relatie te wijten was aan het gedrag van [verweerster tevens vrz van het tegenverzoek], die in het verleden meerdere meldingen van onvrede bij de vertrouwenspersoon had veroorzaakt. Daarnaast was er sprake van financiële problemen binnen de AVD, wat leidde tot een reorganisatie en het niet verlengen van tijdelijke contracten.
[verweerster tevens vrz van het tegenverzoek] verweerde zich tegen het verzoek en stelde dat de verstoorde arbeidsverhouding volledig aan Avans te wijten was. Zij voerde aan dat Avans haar niet had geholpen bij haar re-integratie na ziekte en dat er geen plan van aanpak was opgesteld. Tevens verzocht zij om een transitievergoeding en een billijke vergoeding, mocht de arbeidsovereenkomst worden ontbonden.
De kantonrechter oordeelde dat de verstoorde arbeidsverhouding ernstig en duurzaam was, en dat dit aan [verweerster tevens vrz van het tegenverzoek] kon worden verweten. De rechter wees het verzoek van Avans tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toe, met ingang van 1 juni 2019. De rechter oordeelde echter dat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van Avans, waardoor er geen recht op een billijke vergoeding bestond. Wel werd Avans veroordeeld om de periodieke salarisverhoging van 2,2% aan [verweerster tevens vrz van het tegenverzoek] te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente.