ECLI:NL:RBZWB:2020:1010

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 januari 2020
Publicatiedatum
2 maart 2020
Zaaknummer
C/02/363936/JE RK 19-1879
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
  • mr. Duinhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met agressieproblemen en wisseling van verblijf

In deze zaak heeft de kinderrechter op 17 januari 2020 een tussenbeschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2003 te Zutphen. De minderjarige is sinds 30 oktober 2019 gesloten geplaatst in de instelling Via Almata, na eerder te zijn geplaatst in de Vliethoeve. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige en zijn moeder aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Stichting Intervence. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige problemen vertoont, waaronder agressief gedrag, en dat de huidige plaatsing in Via Almata niet optimaal is voor zijn ontwikkeling. De GI heeft aangegeven dat er incidenten hebben plaatsgevonden en dat de minderjarige moeite heeft met de strenge regels in de nieuwe instelling. De moeder heeft ook haar zorgen geuit over de negatieve veranderingen in het gedrag van de minderjarige sinds zijn gesloten plaatsing. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de minderjarige nog behandeling nodig heeft en dat er snel duidelijkheid moet komen over een passend vervolgtraject. De machtiging gesloten jeugdhulp is verleend voor de duur van één maand, met de verwachting dat de GI schriftelijk zal rapporteren over de mogelijkheden voor een plaatsing in een open setting in Middelburg. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaakgegevens : C/02/363936 / JE RK 19-1879
datum uitspraak :

nadere beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

STICHTING INTERVENCE, hierna te noemen de gecertificeerde instelling (de GI),

gevestigd te Middelburg,
betreffende
[minderjarige] ,geboren op [geboortedag] 2003 te Zutphen, hierna te noemen [minderjarige] ,
advocaat: mr. R.T.K. Davidse te Middelburg.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[minderjarige] , voornoemd.

De kinderrechter merkt als informant aan:

[belanghebbende] , hierna te noemen de moeder,

wonende te Middelburg.

Het verdere procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van 30 oktober 2019 en alle daarin genoemde en vermelde stukken,
Op 17 januari 2020 heeft de kinderrechter de zaak nader ter zitting – met gesloten deuren –behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [minderjarige] , bijgestaan door mr. R.T.K. Davidse, zowel tijdens het afzonderlijke kindgesprek als ter zitting,
- de moeder,
- Z. van Assendelft en W.D. de Lange namens de GI.

De feiten

Bij beschikking van de rechtbank van 18 juli 2018 is het ouderlijk gezag van de moeder – die het eenhoofdig ouderlijk gezag over [minderjarige] uitoefende – beëindigd en is de gecertificeerde instelling Stichting Intervence benoemd tot voogdes over [minderjarige] .
Bij beschikking van de kinderrechter van 30 oktober 2019 is de machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 4 februari 2020. Het resterende verzoek van de GI is aangehouden in afwachting van een (nader) verslag van de GI en haar standpunt omtrent het resterende deel van het verzoek.
[minderjarige] verblijft thans in de gesloten instelling Via Almata.

Het verzoek

Ter beoordeling ligt voor het verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp betreffende de minderjarige [minderjarige] voor de duur van zeven maanden.

De standpunten

Door en namens [minderjarige] is ter zitting meegedeeld dat van mening is dat Via Almata geen goede plek is voor hem. Zij hebben daar andere regels en [minderjarige] heeft daar veel moeite mee. Dat is onder meer de reden waarom er sprake is geweest van incidenten waarbij [minderjarige] agressief gedrag heeft vertoond. Hij heeft ook moeite met het gegeven dat er geen duidelijkheid is over de nabije toekomst. Er wordt gewerkt naar een plaatsing in een open instelling in Middelburg. De GI kan daar echter nog geen duidelijkheid over geven. Verzocht wordt om de machtiging voor beperkte duur af te geven en de zaak aan te houden. De GI moet vervolgens zo spoedig mogelijk duidelijkheid geven over het vervolgtraject van [minderjarige] .
De vertegenwoordigers van de GI hebben ter zitting naar voren gebracht dat [minderjarige] helaas noodgedwongen overgeplaatst is van de Vliethoeve naar Via Almata. Er hebben sinds de plaatsing bij Via Almata incidenten plaatsgevonden, waarbij er sprake is geweest van agressief gedrag door [minderjarige] . De GI erkent dat het zorgelijke gedrag deels te wijten is aan de wisseling van verblijf en het feit dat Via Almata andere (strengere) regels heeft dan De Vliethoeve. De incidenten die hebben plaatsgevonden waren heftig. [minderjarige] is meerdere malen gefixeerd en er is ook aangifte gedaan door een begeleider van Via Almata. [minderjarige] wil graag naar open setting aan de Buitenhovelaan in Middelburg, echter het is nog niet duidelijk of hij daar kan worden geplaatst. De GI hoopt daar zo spoedig mogelijk helderheid in te krijgen, maar merkt op dat de forse incidenten de mogelijkheden van een plaatsing in een open setting wel lastiger maakt. Bij Via Almata wordt [minderjarige] ondersteund en behandeld voor zijn emotieverwerking en krijgt hij een agressieregulatietraining op maat. Vervolgens is de bedoeling dat [minderjarige] gaat werken aan zijn trauma’s. Daar kan echter past aan gewerkt worden als er sprake is van een rustige stabiele situatie.
De moeder heeft ter zitting verklaard dat het gedrag van [minderjarige] in negatieve zin is veranderd sinds hij gesloten is geplaatst. De moeder merkt dat door de steeds minder leuke gesprekken die zij met [minderjarige] heeft. [minderjarige] wordt bij Via Almata op een verkeerde manier benaderd. Als hij aangeeft dat hij niet aangeraakt wil worden, dan moet hij ook met rust worden gelaten. Als hij op een voor hem passende manier wordt benaderd dan hoeft hij ook niet gefixeerd te worden, aldus de moeder.

De nadere beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [minderjarige] in de eerste periode van de gesloten machtiging heeft verbleven op de Vliethoeve te Kortgene. Die plaatsing is wisselend verlopen. Enerzijds werd er toen een positieve groei gezien ten opzichte van zijn vorige gesloten plaatsing. Anderzijds kwam zijn zelfbepalende gedrag wel regelmatig naar voren en is [minderjarige] een keer 48 uur “kwijt geweest”. De Vliethoeve heeft kenbaar gemaakt te zullen sluiten per 1 januari 2020. Daarbij is aangegeven dat er voor [minderjarige] daar geen passende behandeling kon worden gerealiseerd. In eerste instantie is er bekeken of een overplaatsing naar OGH of BJ Deurne mogelijk was. BJ Deurne heeft aangegeven dat de problematiek van [minderjarige] te complex is en vanuit OGH is aangegeven dat een plaatsing niet mogelijk is, omdat zijn zusje daar ook staat aangemeld. De GI heeft uiteindelijk te horen gekregen dat [minderjarige] alleen kon worden geplaatst op Via Almata, omdat het kennelijk niet meer mogelijk is om minderjarigen buiten de regio te plaatsen. Op 2 december 2019 is [minderjarige] overgeplaatst naar Via Almata. Geconstateerd wordt dat de overplaatsing [minderjarige] geen goed heeft gedaan. Er is sindsdien sprake geweest van escalaties, fixaties en time outs. Tegelijkertijd wordt gezien dat [minderjarige] een duidelijk (toekomst)plan heeft. Hij heeft dat op schrift gesteld en gedeeld met de GI en zijn behandelaars. Hij wil graag naar de Buitenhovelaan (Juvent) in Middelburg en hij wil onderwijs volgen bij Acreon. De GI heeft met beide instanties contact gezocht. Er is nog geen duidelijkheid of hij geplaatst kan worden op de Buitenhovelaan en het is nog niet bekend of hij onderwijs kan volgen bij Acreon.
De kinderrechter is van oordeel dat [minderjarige] nog behandeling nodig heeft. Het is begrijpelijk dat de wisseling van verblijf en het moeten wennen aan een nieuw regime moeilijk is voor [minderjarige] , maar hij zal met het oog op de toekomst toch nog moeten leren om te gaan met het reguleren van zijn agressie. Er moet zo snel mogelijk duidelijkheid komen over een passend vervolgtraject voor [minderjarige] . De machtiging gesloten jeugdhulp zal worden verleend voor de duur van één maand. Het resterende verzoek van de GI zal worden aangehouden tot de hierna te melding zittingsdatum. Van de GI wordt verwacht dat zij schriftelijk kenbaar maakt wat de mogelijkheden zijn voor een plaatsing van [minderjarige] op de Buitenhovelaan in Middelburg en het realiseren van onderwijs bij Acreon.
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [minderjarige] met ingang van 4 februari 2020 en tot 4 maart 2020;
houdt de beslissing op het resterende deel van het verzoek aan tot de zitting van
21 februari 2020 om 15:45 uur,bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, Kousteensedijk 2, 4331 JE, in afwachting van het verslag van de GI en haar standpunt omtrent het resterende deel van het verzoek, zoals hiervoor overwogen;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping voor die zitting voor de GI, [minderjarige] en zijn advocaat;
bepaalt dat de moeder, zijnde informant, bij afzonderlijke oproepingsbrief in kennis zal worden gesteld van voornoemde zitting;
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2020 door mr. Duinhof, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 31 januari 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch.