Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Op 3 augustus heeft de inspecteur schriftelijk beslist.
(…) Bijlage: Ondertekende versie van de verzonden uitspraak op primair bezwaar.”
(…) Met mijn brief van 13 augustus 2018 maakte ik bezwaar tegen de beschikking gedateerd 8 augustus 2018 bekend onder nummer [beschikkingsnummer] - die werd ontvangen op 13 augustus 2018 - om geen geclaimde dwangsom toe te kennen m.b.t. het laattijdig beslissen op bezwaar inzake LH april en mei 2018. Hierop werd door u gereageerd met uw brief van 24 augustus 2018 met kenmerk [beschikkingsnummer] . U zond in bijlage de door mij niet eerder ontvangen beslissing van 3 augustus 2018. Mijn reactie op deze brief is verwerkt in onderstaande aanvullende bezwaargronden in de vorm van synthese bezwaargronden. (…)”
Ik wil u echter, bij herhaling, de gelegenheid bieden uw argumenten mondeling toe te lichten. Wanneer u een hoorgesprek nog steeds op prijs stelt verzoek ik u daartoe een voorstel (datum en tijdstip) te doen. Als u af wil zien van een hoorgesprek verzoek ik u dat eveneens aan mij door te geven.
In afwachting van uw voorstel in het kader van een te plannen hoorgesprek wens ik u genoeglijke feestdagen en een voorspoedig 2019.”
Ik vind het absoluut geen probleem om de door u gewenste dossierstukken een week ter inzage aan te bieden (vanaf 29 januari 2019). Ik kan echter niet een spreekkamer voor een volle week reserveren om vervolgens af te wachten wanneer het u schikt om langs te komen. Ik moet u daartoe dan ook verzoeken aan te geven wanneer ik u in die week zou kunnen verwachten. Het toezenden van stukken die u inmiddels allemaal zou moeten hebben acht ik zinloos. Het dossier bevat namelijk niet meer stukken dan dat Ik resp. van u heb ontvangen en naar u heb toegezonden. Wanneer u bepaalde stukken bent kwijt geraakt dan ben ik best bereid deze aan u toe te zenden (graag een verzoek daartoe).
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
Het resultaat van dit stelsel voor de gevallen waarin een specifieke termijn ontbreekt is, dat de burger steeds na acht weken weet waar hij aan toe is. Hij moet dan immers of een beschikking op zijn aanvraag hebben gekregen, of een mededeling van het tijdstip waarop die te verwachten is. Heeft hij nog niets ontvangen, dan staat in ieder geval vast dat het bestuursorgaan in verzuim is." (Kamerstukken II 1988/89, 21 221, nr. 3, blz. 106).
5.Proceskosten
6.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: