Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 18 maart 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
Omvang geschil
Wettelijk kader
Medische beoordeling
en in het verledenwas sprake van psychotische kenmerken en ook van tentamen suicidi. Dit zegt op zich niets over de belastbaarheid van eiser op 3 januari 2018, zo stelt [naam verzekeringsarts b&b2] . Wel werd bij het opstellen van de belastbaarheid per einde wachttijd toereikend rekening gehouden met de aangetaste draagkracht van eiser, met zijn kwetsbaarheid en afgenomen weerbaarheid, passend bij de medische problematiek van dat moment. Verder zegt het feit dat eiser kortdurend werd opgenomen van 15 tot 16 februari 2018 (zie de brief van 2 maart 2018) wegens zijn klachten en het niet veranderen van zijn thuissituatie – eiser is slechts 1 nacht gebleven — niets over zijn belastbaarheid op datum in geding.
Geschiktheid voor de functies
.Daarin is inzichtelijk gemotiveerd dat, uitgaande van de vastgestelde beperkingen, eiser de werkzaamheden kan verrichten die verbonden zijn aan deze functies. Zijn standpunt dat hij niet in staat is de geduide functies te verrichten, vloeit voort uit zijn opvatting dat zijn medische beperkingen zijn onderschat. Zoals de rechtbank in overweging 4.7 heeft geconcludeerd is die opvatting niet juist.
Mate van arbeidsongeschiktheid
Conclusie
Proceskosten en griffierecht