Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[naam vennootschap],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 maart 2019 en de onderliggende stukken,
- de conclusie van antwoord in reconventie van de zijde van ALE met de producties 31-47.
- het proces-verbaal van comparitie van 25 juni 2019,
- de brief d.d. 26 juli 2019 van de zijde van [naam vennootschap] met een reactie op het proces-verbaal van comparitie.
2.De feiten
“10% im voraus”.
Wir werden keine weitere Zuarbeit mehr leisten, solange bis uns die offizielle Bestellung vorliegt wie beschreiben vorliegt. (…)”
Anbei unsere Bestellung. Wegen der Position 2+3 melde ich mich bis Freitag bei Ihnen.(…)” Zij heeft daarbij gevoegd de e-mail van ALE van 4 december 2016 met handgeschreven
Das Wort “vorbehaltlich”bezieht zich worauf? Vorbehaltlich ist keine verbindliche Bestellung.”
(…) die Bestellung bezieht sich auf “vorbehaltlich”Position 2+3-Baggermatten-.(…) ”
(…) Alles klar, verstanden. Bitte bis Freitag spätestens Bescheid geben, ob Pos. 2+3 gewünscht wird oder nicht.(…) ”
“(…) Beim Unterschreiben dieser Release Sheet von oben genannten Leistung wurde den Kunde bestätigen, dass die Leistung korrekt vollzogen ist nach Zufriedenheit des Kunden. Leistung ist abgeschlossen ohne Schäden. Nach der Unterschreibung keine weiteren Arbeit/Leistung auf den oben genannte Geräte sind von ALE erforderlich. Wann nach Unterschreiben jedoch ein Anpassung erforderlich ist soll das
90% nach Brucke Absetzung mit Kran auf 18th Dezember 2016”.
Einsatz extra 500t Kran(…)” en een factuur d.d. 19 december 2016 ad
€ 7.566,17 met de vermelding “(…)
Matten 10m(…)”.
(…) Aus genanntem Grunde weisen wir schon jetzt höchstvorsorglich darauf hin, dass Wir die zur
Zusatzkosten fur das Einfahren und Heben der Strassenbrucke(…)”
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in voorwaardelijke reconventie
5.De beoordeling
in conventie en voorwaardelijke reconventie
€ 16.000,- (
“10% im voraus”)en factuur II d.d. 19 december 2016 ad € 144.000,- (“
90% nach Brucke Absetzung mit Kran auf 18th Dezember 2016”) op de op 19 oktober 2016 gesloten overeenkomst tussen ALE en [naam vennootschap] . Vast staat dat ALE de in haar offerte d.d. 3 oktober 2016 en de daaropvolgende opdrachtbevestiging van [naam vennootschap] d.d. 19 oktober 2016 overeengekomen werkzaamheden zou (laten) verrichten tegen een prijs van € 160.000,- en dat 10% van dat bedrag voor aanvang van de werkzaamheden zou worden betaald en 90% na het verrichten daarvan. Vaststaat ook dat ALE de werkzaamheden heeft uitgevoerd c.q. heeft doen uitvoeren. Daarmee is de verschuldigdheid van deze facturen gegeven. [naam vennootschap] heeft de verschuldigdheid van deze facturen ook niet betwist.
Zusatzkosten fur das Einfahren und Heben der Strassenbrucke Wykhoffweg”. ALE stelt dat dit additionele kosten zijn vanwege vertragingen in de voorbereiding die te wijten zijn aan het feit dat [naam vennootschap] geen zorg heeft gedragen voor de op haar rustende prestaties ten aanzien van de situatie ter plaatse zoals overeengekomen. Op grond van de offerte en artikel 6.1 aanhef, artikel 6.1.6, 6.1.7, 6.1.10 en 6.1.14 en 6.2 van de Algemene Voorwaarden komen deze additionele kosten voor rekening van [naam vennootschap] , aldus ALE.
In the event that the assumptions contained in clause 6.1 prove incorrect or inaccurate then Additional Costs may become payable by the Trader in addition to the Contract Sum.’ Het voorgaande houdt in dat indien de stelling van ALE juist is dat [naam vennootschap] (een of meer van) de hiervoor bedoelde verplichtingen niet is nagekomen c.q. niet aan de bedoelde aannames heeft voldaan, zij de ten gevolge daarvan door ALE gemaakte additionele kosten in beginsel verschuldigd is. Het ligt op grond van artikel 150 Rv op de weg van ALE om tegenover de gemotiveerde betwisting door [naam vennootschap] de juistheid van haar stelling te bewijzen.
Die Brücke wird komplett auf dem Gelände (…) in einer Höhe vormontiert, das die SPMT samt Aufbauten darunterfahren können und mit der SPMT eigenen Hydraulik diese aufnehmen können”. ALE stelt dat zij vervolgens extra materieel en manuren heeft ingezet om de brug op de juiste hoogte te brengen, hetgeen zij [naam vennootschap] heeft meegedeeld bij e-mails van 13 en 15 december 2016. [naam vennootschap] heeft niet betwist dat zij op grond van de overeenkomst gehouden was de brug op de hoogte te positioneren. Zij heeft daarnaast bij conclusie van antwoord aangevoerd dat het inderdaad juist is dat de brug aanvankelijk niet op de juiste hoogte was gepositioneerd maar dat dat niet tot enige kosten voor ALE dan wel enige vertraging van het transport van de brug heeft geleid aangezien de brug tijdig voor het geplande transport alsnog op de juiste hoogte was gebracht. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen heeft [naam vennootschap] verklaard dat het niet klopt dat ALE de brug op de juiste hoogte heeft gebracht maar dat zij dat zelf heeft gedaan. Deze verklaring van [naam vennootschap] ter zitting strookt niet met haar eerdere verweer. Bovendien heeft [naam vennootschap] ook niet onderbouwd dat zij deze werkzaamheden heeft verricht, hetgeen gezien de onderbouwing door ALE van haar stelling dat ALE degene is die deze werkzaamheden heeft verricht, wel op haar weg had gelegen. Dit geldt te meer nu vaststaat dat ALE [naam vennootschap] in haar e-mails van 13 en 15 december 2016 heeft meegedeeld dat zij extra kosten heeft gemaakt in verband met het op de juiste hoogte brengen van de brug. Gesteld noch gebleken is dat [naam vennootschap] daartegen heeft geprotesteerd in de zin dat zij zelf deze werkzaamheden heeft verricht. Daarmee staat voldoende vast staat dat, anders dan tussen partijen overeengekomen, ALE deze werkzaamheden heeft (doen) verricht(en) zodat de daaraan verbonden kosten op grond van de overeenkomst c.q. artikel 6.2 van de algemene voorwaarden van ALE in beginsel voor rekening van [naam vennootschap] komen.
Fahr blechen auf nicht asphaltierten Boden an zu bringen”. [naam vennootschap] heeft ter comparitie uitdrukkelijk erkend dat zij zorg diende te dragen voor de juiste grondcondities. ALE stelt dat [naam vennootschap] niet aan die verplichting heeft voldaan waardoor ALE ter voorkoming van verdere schade rijplaten heeft geregeld. [naam vennootschap] had zich aanvankelijk bij conclusie van antwoord op het standpunt gesteld dat het op de weg van ALE had gelegen om haar te waarschuwen dat de combinatie van de SPMt’s met de brug te zwaar zou zijn voor een grindpad. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen heeft zij echter verklaard dat het kan zijn dat de instructie van ALE was om de grond voor te bereiden met rijplaten maar dat zij de keuze heeft gemaakt dat te doen met puin. Daarmee staat voldoende vast dat het de eigen keuze van [naam vennootschap] is geweest om, anders dan door ALE geïnstrueerd, de grond voor te bereiden met puin waardoor het noodzakelijk is geweest voor ALE om alsnog rijplaten te regelen. Voor zover [naam vennootschap] het verweer gevoerd heeft dat ALE deze keuze voor puin heeft goedgekeurd, moet dat verweer worden verworpen. [naam vennootschap] heeft tegenover de gemotiveerde betwisting door ALE geen feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit de juistheid daarvan blijkt. Daarmee staat voldoende vast dat [naam vennootschap] bedoelde verplichting uit hoofde van de overeenkomst en/of algemene voorwaarden niet is nagekomen, zodat de daaraan verbonden additionele kosten in beginsel voor rekening van [naam vennootschap] komen.
€ 3.240,00, en zal voor het overige worden afgewezen.
Clarifications Mr [naam 4] PM for inadequate documents” ad € 6.545,00 zien op de extra doorbelaste uren van de heer [naam 4] welke betrekking hebben op de tijd die hij extra heeft moeten besteden door de chaotische en late aanlevering van de nodige stukken, alsmede diens extra werkzaamheden als gevolg van het feit dat het concept c.q. de wijze van inhijsen moest worden gewijzigd. ALE heeft de verschuldigdheid hiervan gemotiveerd betwist. De rechtbank is van oordeel dat [naam vennootschap] ten aanzien van de ‘wijze van aanleveren van stukken’ niet dan wel onvoldoende heeft gesteld op welke tekortkoming van ALE deze kostenpost betrekking heeft. Zij stelt niet welke verplichting ALE niet is nagekomen en evenmin dat zij ALE hiervan in gebreke heeft gesteld. De enkele stelling van de raadsman van [naam vennootschap] ter comparitie dat het verzuim terug te vinden is in e-mails, is daartoe bepaald onvoldoende, te meer nu hij ook heeft verklaard dat deze e-mails niet bij de stukken zitten. Een grondslag voor vergoeding van deze kosten ontbreekt dan ook.
Building extra crane place at the southside” ad “
approxomately € 65.000,-“overweegt de rechtbank dat deze verband houden met de gewijzigde opstelplaats, zoals in r.ov. 5.6 aan de orde is gekomen. Opnieuw geldt dan dat partijen elkaar verwijten dat een wijziging ten opzichte van de oorspronkelijke plannen noodzakelijk was, maar dat een aanvullende overeenkomst tot stand is gekomen. Die aanvullende overeenkomst voorziet niet in deze extra kosten. Daarbij komt dat blijkens de omschrijving en de toelichting sprake is van een geschatte kostenpost aan de zijde van [naam vennootschap] , die verband houdt met een – nog niet vaststaande – vordering van [naam 5] op [naam vennootschap] , die onderwerp is van arbitrage. Uit welke hoofde ALE deze kosten verschuldigd is, heeft [naam vennootschap] onvoldoende gesteld, laat staan onderbouwd, zodat aan bewijslevering niet wordt toegekomen. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat er zowel ten aanzien van de grondslag van deze vordering als ten aanzien van de omvang van de gemoeide kosten, onvoldoende duidelijkheid. Dit deel van de vordering wordt afgewezen.
waiting time for recovering deadlocked spmt’s 6 hours” ten bedrag van € 2.850,-. Op welke tekortkoming van ALE dit ziet stelt [naam vennootschap] evenmin voldoende. Bovendien staat vast dat de brug binnen de overgekomen termijn en naar behoren is geplaatst door ALE. Ook ten aanzien van deze post is onvoldoende gesteld of gebleken dat ALE in verzuim verkeert. Dat ALE deze kosten verschuldigd is, is derhalve evenmin komen vast te staan.
Regie costs [naam vennootschap] damage river bank” ad € 7.800,- aan dat deze zien op zijn bemoeienissen in verband met het afhandelen van de claim in verband met de beschadigde oever, waaronder het voeren van gesprekken en corresponderen met [naam 5] . Naar het oordeel van de rechtbank dient deze post onderdeel te zijn van de schadestaatprocedure in verband met de schade aan de oever.
(‘Time limits for claims’), althans haar beroep op andere artikelen is niet begrijpelijk in het licht van de vordering. ALE stelt dat [naam vennootschap] de termijnen in artikel 19 niet heeft nageleefd, hetgeen voor rekening en risico van [naam vennootschap] dient te komen. [naam vennootschap] voert verweer en stelt dat, anders dan ALE in de conclusie van antwoord in reconventie stelt, het betreffende artikel 19 spreekt over ‘een schriftelijke claim’ in de ter hand gestelde Duitse versie, waaraan [naam vennootschap] tijdig heeft voldaan. ALE heeft dit niet weersproken, zodat niet is gebleken dat [naam vennootschap] de verplichtingen uit het artikel niet heeft nageleefd. Daarbij komt dat in het betreffende artikel 19 lid 2 geen consequentie wordt verbonden aan het niet naleven van de gestelde termijn. Dat dit artikel aan toewijzing van de vordering in de weg zou staan, is dan ook niet gebleken. Het verweer treft aldus geen doel.
€ 229.656,17zal worden toegewezen. Tegen de gevorderde rente is geen verweer gevoerd en deze is toewijsbaar.
4.804,00(2,0 punten × tarief € 2.402,00)