10.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich uiterlijk binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, in de woonomgeving. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig acht;
* dat verdachte zich gedurende een jaar, of zoveel korter als de reclassering nodig acht, laat opnemen in een kliniek gespecialiseerd in verslavingsproblematiek, zulks te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor de plaatsing, waarbij verdachte zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicatie kan onderdeel zijn van de behandeling. Indien de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvangt gewenst acht, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
* 1 STK mes, G2096715 (omschrijving: aangetroffen in het voertuig, blauw);
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
* 2 STK kleding, G2096941 (omschrijving: ambulance jasje);
* 4 STK kleding, G2096936 (omschrijving: vier polo’s ambulance kleding oud werkgever);
* 5 STK kleding, G2096934 (omschrijving: vijf t-shirts ambulance oud werkgever);
* 1 STK zonnebril, G2096679;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer]van
€ 2.250,00, waarvan € 1.000,00 ter zake van materiële schade en € 1.250,00 ter zake van immateriële schade;
- veroordeelt verdachte in de proceskosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op € 608,86.
- wijst de vordering van de benadeelde partij, voor zover deze ziet op de kosten van rechtsbijstand, voor het overige af;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
benzinestation [naam]van € 344,00 ter zake van materiële schade;
- bepaalt dat een bedrag van € 912,12 aan materiële kosten (extra gewerkte uren) wordt afgewezen;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de hierna te noemen slachtoffers de daarbij vermelde bedragen te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 23 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening en bij niet betaling te vervangen door de daarbij vermelde aantal dagen gijzeling;
- [slachtoffer] , € 2.250,00, 32 dagen gijzeling,
- Benzinestation [naam] , € 344,00, 6 dagen gijzeling,
met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. De Weert, voorzitter, mr. Van Bergen en mr. Burgers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Bos, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 23 maart 2020.
Mrs. Van Bergen en Burgers en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.