ECLI:NL:RBZWB:2020:1731
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Opleggen bestuurlijke boete wegens niet uitschrijven uit BRP op oud adres
In deze zaak heeft verzoeker op 27 januari 2020 een verzoek ingediend voor een voorlopige voorziening met betrekking tot een bestuurlijke boete van € 197,57, opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De rechtbank ontving dit verzoek op 12 februari 2020. Verzoeker werd geïnformeerd dat het verschuldigde griffierecht binnen 14 dagen na verzending van de desbetreffende brief moest worden betaald, met de waarschuwing dat het verzoek niet-ontvankelijk verklaard kon worden indien het griffierecht niet tijdig werd voldaan. De voorzieningenrechter heeft besloten om de behandeling ter zitting achterwege te laten, zoals toegestaan onder artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Bij de beoordeling van de zaak constateerde de voorzieningenrechter dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was ontvangen. Hierdoor was het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De voorzieningenrechter heeft de zaak dan ook zonder verdere behandeling ter zitting afgedaan.
In de beslissing verklaarde de voorzieningenrechter het verzoek niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak op 10 april 2020. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.