ECLI:NL:RBZWB:2020:1755
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor het kappen van bomen en houtwallen in Oosterhout
Op 13 maart 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door S. Schokker en G. Visser, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout, dat op 31 januari 2020 een omgevingsvergunning had verleend voor het kappen van 36 bomen en het verwijderen van houtwallen op een perceel in Oosterhout. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, na een belangenafweging tussen de verzoekster en de derde partij, die de vergunning had aangevraagd.
De voorzieningenrechter overwoog dat de vergunning was verleend op basis van de noodzaak om het maaiveldniveau op te hogen voor de bouw van 360 woningen in het gebied, wat betekende dat de bomen en houtwallen niet konden blijven staan. De rechter stelde vast dat de vergunning was getoetst aan de relevante weigeringsgronden en dat de belangen van de derde partij om de houtopstand te kappen doorslaggevend waren. De voorzieningenrechter benadrukte dat zijn oordeel voorlopig was en niet bindend voor een eventuele bodemprocedure.
De uitspraak concludeerde dat de verzoekster niet voldoende argumenten had aangedragen om de vergunning te betwisten, en dat de gemeente terecht had besloten om geen melding te maken bij gedeputeerde staten, aangezien het bestemmingsplan onherroepelijk was. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.