ECLI:NL:RBZWB:2020:2341

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 mei 2020
Publicatiedatum
28 mei 2020
Zaaknummer
AWB- 20_5564
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake bestuursdwang door de burgemeester van Waalwijk

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 mei 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door mr. V. Poelmeijer, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Waalwijk, dat op 10 februari 2020 was genomen. Dit besluit betrof de oplegging van een last onder bestuursdwang, namelijk de sluiting van een pand vanwege een overtreding van de Opiumwet. Eiser stelde dat het beroepschrift tijdig was ingediend, omdat de termijn volgens hem begon te lopen op de dag na de verzending van het besluit, en eindigde op 24 maart 2020. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat het bestreden besluit op 10 februari 2020 was gedagtekend en dat de beroepstermijn eindigde op 23 maart 2020. Hierdoor was het beroepschrift, dat op 24 maart 2020 was ingediend, niet tijdig.

De rechtbank heeft verder overwogen dat termijnen van bezwaar en beroep van openbare orde zijn en dat er geen aanleiding is om af te wijken van deze fatale termijnen, tenzij er zeer bijzondere omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. De rechtbank concludeert dat er geen dergelijke omstandigheden zijn en verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Eiser kan tegen deze uitspraak verzet doen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/5564 WET

uitspraak van 27 mei 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,

gemachtigde: mr. V. Poelmeijer,
en

de burgemeester van de gemeente Waalwijk, verweerder.

Procesverloop

De gemachtigde van eiser heeft bij brief van 24 maart 2020, ontvangen bij de rechtbank per fax op diezelfde dag, beroep ingesteld tegen het besluit van 10 februari 2020 (bestreden besluit) van de burgemeester inzake de oplegging van een last onder bestuursdwang (sluiting pand) vanwege een overtreding van de Opiumwet op het perceel [laan] [nummera] en [nummerb] in [plaatsnaam] .

Overwegingen

1. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is de verplichting opgenomen om het beroepschrift binnen de daarvoor bepaalde termijn in te dienen. De griffier heeft de gemachtigde van eiser bij brief van 27 maart 2020 erop gewezen dat het beroep niet binnen die termijn is ingesteld en heeft daarbij de gelegenheid geboden de reden van de termijnoverschrijding toe te lichten. Ter verklaring van de termijnoverschrijding heeft de gemachtigde van eiser aangevoerd dat de beroepstermijn begint te lopen een dag na de verzending van het besluit op 11 februari 2020 en volgens hem daarmee eindigt op 24 maart 2020. Het beroepschrift is daarmee naar zijn mening door deze zowel per post als per fax op 24 maart 2020 toe te verzenden tijdig ingediend.
2. De rechtbank stelt vast dat het bestreden besluit is gedagtekend 10 februari 2020. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat het besluit pas na die datum is verzonden. Het bepaalde in de artikelen 6:7 en 6:8 van de Awb brengt dan mee dat de beroepstermijn is aangevangen op de dag na verzending van het bestreden besluit en is geëindigd op 23 maart 2020.
Artikel 6:9, eerste lid, van de Awb bepaalt dat een beroepschrift tijdig is ingediend als het voor het einde van de termijn is ontvangen. Het beroepschrift is op 24 maart 2020 per fax bij de rechtbank ontvangen. Het beroepschrift is dus gelet op artikel 6:9, eerste lid, van de Awb niet tijdig ingediend.
Op grond van artikel 6:9, tweede lid, van de Awb is een beroepschrift dat per post is verzonden en binnen een week na verstrijken van de beroepstermijn is ontvangen tijdig ingediend indien het vóór het einde van de beroepstermijn ter post is bezorgd. Het beroepschrift van 24 maart 2020 is – naast per fax op 24 maart 2020 te zijn ingediend – tevens per post verzonden. Blijkens de frankeerstempel op de enveloppe is het beroepschrift op 24 maart 2020 bij FalkPost aangeboden en daarmee niet vóór het einde van de beroepstermijn ter post bezorgd. Het beroepschrift is dus ook gelet op artikel 6:9, tweede lid, van de Awb niet tijdig ingediend.
3. Termijnen van bezwaar en beroep zijn van openbare orde, dat wil zeggen dat het fatale termijnen zijn waarvan niet afgeweken kan worden, tenzij de termijnoverschrijding verschoonbaar is in verband met zeer bijzondere omstandigheden.
De rechtbank ziet in de door de gemachtigde van eiser aangevoerde redenen geen aanleiding om niet-ontvankelijk verklaring met toepassing van artikel 6:11 van de Awb achterwege te laten. Daartoe overweegt de rechtbank dat de wettelijke termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken (42 dagen) bedraagt. Ingevolge artikel 6:8 van de Awb vangt de termijn aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, in dit geval dus met ingang van (dinsdag) 11 februari 2020. “Met ingang van” een bepaalde dag moet worden begrepen als: bij het begin van die dag, in dit geval dus op (dinsdag) 11 februari 2020 om 00.00 uur. Dat betekent dat de termijn eindigt (afloopt) op (maandag) 23 maart 2020 na het verstrijken van het tijdstip 23.59 uur. Op dat moment zijn immers 42 dagen (van 24 uur) verstreken. Indien het betoog van de gemachtigde van eiser zou worden gevolgd, zou de termijn 43 dagen, en daarmee meer dan zes weken bedragen. Het onjuist berekenen van de beroepstermijn door de gemachtigde van eiser is een omstandigheid die voor zijn rekening en risico dient te blijven.
Er is dan ook geen sprake van een situatie als bedoeld in artikel 6:11 van de Awb die in de weg zou staan aan niet-ontvankelijkverklaring.
4. Een en ander leidt tot de slotsom dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank zal de zaak zonder behandeling ter zitting afdoen als hierna vermeld.
5. Bij deze beslissing is in aanmerking genomen het gestelde in de artikelen 6:7, 6:8, eerste lid, 6:9, 6:11 en 8:54, eerste lid, onder b, van de Awb.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van J.J.P.M. van Gestel, griffier, op 27 mei 2020 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen en andere belanghebbenden verzet doen bij de rechtbank. De termijn voor het indienen van een verzetschrift bedraagt zes weken en vangt aan op de dag na de verzending van deze uitspraak.
Artikel 6:7 van de Awb luidt als volgt:
De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt zes weken.
Artikel 6:8, eerste lid, van de Awb luidt als volgt:
De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.
Artikel 6:9 van de Awb luidt als volgt:

1. Een bezwaar- of beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen.

2. Bij verzending per post is een bezwaar- of beroepschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.

Artikel 6:11 van de Awb luidt als volgt:
Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
Artikel 8:54, eerste lid, onder b, van de Awb luidt als volgt:
Totdat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting van de bestuursrechter te verschijnen, kan de bestuursrechter het onderzoek sluiten, indien de voortzetting van het onderzoek niet nodig is, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.