17.2Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.A. Karsten-Badal, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.A. Vermunt, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2020. De voorzieningenrechter is niet in de gelegenheid de uitspraak te ondertekenen.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.
Wabo
Artikel 2.1, eerste lid, van de Wabo bepaalt -voor zover van belang-, dat het verboden is zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit (a) het bouwen van een bouwwerk (b) het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheerverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald (c) het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan en (i) het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aanwezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving.
Op grond van artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo moet een omgevingsvergunning worden geweigerd als het bouwplan niet voldoet aan - kort gezegd - (a) het bouwbesluit, (b) de bouwverordening, (c) het bestemmingsplan of (d) de redelijke eisen van welstand.
Bestemmingsplan Buitengebied Zuid 2013
Het perceel Bagven Park te Breda is gelegen binnen het bestemmingsplan Buitengebied Zuid 2013. Het perceel heeft de bestemming ‘Bedrijventerrein’ en medebestemming ‘Waarde-archeologie’.
In artikel 7.1 van de planvoorschriften is - voor zover hier relevant - bepaald dat voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. bedrijven en inrichtingen welke voorkomen in de categorieën 1 t/m 3 van de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten;
(…)
f. horeca in de vorm van één restaurant, één hotel of een combinatie daarvan.
In artikel 7.2 van de planvoorschriften is bepaald dat op of in de tot Bedrijventerrein bestemde gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden gebouwd ten dienste van de bestemming met dien verstande dat:
De bebouwing wordt gesitueerd ter plaatse van de aanduiding bouwvlak;
Het bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak maximaal 30% mag bedragen;
De hoogte van de gebouwen maximaal 8 meter mag bedragen met dien verstande dat over een bebouwd oppervlak van 2000 m2 de hoogte maximaal 70 meter mag bedragen;
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover het betreft terreinafscheidingen maximaal 2 meter en overige maximaal 12 meter.
In artikel 21.1 van de planvoorschriften is bepaald dat de voor Waarde-archeologie aangewezen gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), zijn bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden ter plaatse.
In artikel 21.2 van de planvoorschriften is bepaald dat binnen de tot Waarde-archeologie bestemde gronden het niet is toegestaan te bouwen, met uitzondering van:
gebouwen ter vervanging van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot of veranderd en ook de situering gelijk blijft;
voorzover het betreft het oprichten van gebouwen of een uitbreiding van gebouwen met een oppervlakte van maximaal 100 m²;
het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
e gebieden die zijn vrijgegeven middels een door of namens burgemeester en wethouders afgegeven selectiebesluit.
In artikel 21.3 van de planvoorschriften is bepaald dat burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning kunnen afwijken van de bouwregels indien op basis van een ingesteld archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat ter plaatse waar gebouwd gaat worden geen archeologische waarden als zodanig aanwezig zijn met dien verstande dat daarnaast ook voldaan moet worden aan het bepaalde in de basisbestemming.
Bestemmingsplan Parapluplan parkeren 2017
In artikel 2 van de planvoorschriften is bepaald dat voor het gehele grondgebied van en wijzigingen daarvan binnen de gemeente Breda voor parkeren de volgende regels gelden:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, veranderen of uitbreiden van gebouwen wordt verleend, indien wordt aangetoond dat in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's. Hierbij wordt rekening gehouden met de omvang van het gebouw en de activiteiten die plaatsvinden in het gebouw.
Het parkeren of stallen van auto’s dient plaats te vinden in, op of onder het gebouw, danwel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Het benodigde aantal parkeerplaatsen wordt vastgesteld aan de hand van de Nota parkeer- en stallingsbeleid, herijkt in 2013 en wijzingen daarvan.
(…)
Bouwverordening 2007 van de gemeente Breda
Artikel 2.4.1 bepaalt dat op een bodem die zodanig is verontreinigd dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers, niet mag worden gebouwd voorzover dat bouwen betrekking heeft op een bouwwerk:
waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven;
voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist; en
1. dat de grond raakt, of
2. waarvan het bestaande, niet-wederrechtelijke gebruik niet wordt gehandhaafd.