In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 juni 2020, werd het beroep van eiser tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Tilburg om een omgevingsvergunning te verlenen voor het splitsen van een grondgebonden woning in twee zelfstandige appartementen ongegrond verklaard. Eiser had op 12 november 2018 een aanvraag ingediend voor de omgevingsvergunning, maar deze werd op 5 april 2019 geweigerd. Eiser stelde dat de weigering in strijd was met de kruimelgevallenregeling en de wijzigingsbevoegdheid van het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelde dat de door eiser gewenste woningsplitsing in strijd was met het bestemmingsplan 'Heikant 2007', dat alleen grondgebonden woningen toestaat en het splitsen van woningen verbiedt. De rechtbank concludeerde dat het college in redelijkheid geen gebruik hoefde te maken van de bevoegdheid om af te wijken van het bestemmingsplan, omdat de woningsplitsing zou leiden tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat. De rechtbank benadrukte dat de gemeente Tilburg streeft naar kwaliteit in de woningbouw en dat het creëren van (kleine) appartementen niet past binnen het huidige beleid. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.