ECLI:NL:RBZWB:2020:3005
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake stillegging bouwwerkzaamheden door gemeente
Op 9 juli 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen Plasmans Holding B.V. en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilvarenbeek. Verzoekster, Plasmans Holding B.V., had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de gemeente van 13 mei 2020, waarin de stillegging van bouwwerkzaamheden op een perceel werd opgelegd. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, omdat de bouwstop zou leiden tot onveilige en chaotische situaties, en vertraging in de oplevering van het project.
De voorzieningenrechter overwoog dat de voorlopige voorzieningenprocedure bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen. De rechter benadrukte dat de spoedeisendheid van het verzoek een belangrijke rol speelt. Hoewel verzoekster stelde dat de stillegging van de werkzaamheden leidde tot financiële en praktische problemen, was de voorzieningenrechter van mening dat deze problemen niet voldoende waren onderbouwd om een spoedeisend belang aan te nemen.
De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoekster de bouw van de vergunde werkzaamheden kon voortzetten en dat er geen acute financiële noodsituatie was. Bovendien was verzoekster niet verzocht om noodmaatregelen te treffen om onveilige situaties te voorkomen. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.