Het proces-verbaal aangifte van [Slachtoffer 1] , mede namens [Slachtoffer 2] , pagina 120 van voornoemd eind-proces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben eigenaar van de woning aan de [Straatnaam] te Raamdsdonksveer. Ik verliet op 30 januari 2020 omstreeks 14.00 uur de woning. De woning was toen afgesloten. Ik werd op 2 februari 2020 omstreeks 0.00 uur door de buurvrouw gebeld dat er was ingebroken in de woning. Mijn vrouw schrok heel erg toen ze thuis kwam. Aangekomen bij de woning zag ik als eerste de braakschade aan het kozijn naast de voordeur bij het uitzetraam.
Ik zag vanaf de trap de ravage in de twee kamers. Ik zag onder meer dat de lades van de sieradenkast van zijn vrouw openstonden. Ik zag dat de lades leeg waren. De doosjes met sieraden waren uit deze lades. Ik zag dat er een kussensloop van een van de kussens van ons bed ontbrak. Ik zag op de vloer van de werkkamer het betreffende kussensloop liggen. Ik zag dat het sloop gevuld was, maar kon niet zien waarmee. Ik zag in de werkkamer dat op het bureau wat spullen ontbraken. Ik zag dat mijn laptop en een verpakkingsblik wat ik gebruikte voor mijn pennen van het merk Gaultier niet meer op het bureau stonden. Verder zag ik dat er twee houten sigarenkistjes niet meer op de plank boven het bureau stonden.
De medewerker van de technische recherche gaf aan dat ik vluchtig tussen de spullen in de sloop mocht kijken. Ik zag dat de horloges van mijn vrouw er allemaal nog waren. Ik zag een aantal van mijn horloges tussen de spullen in de sloop liggen. Ik zag daar niet zo snel mijn goudkleurige Seiko horloge met een roestbruine bandje. Ik zag de volgende spullen in de sloop zitten:
-De ontbrekende sieraden met de betreffende doosjes,
-Een aantal losse herenhorloge,
-Twee glazen sigarenkokers inclusief inhoudt. Ik zag dat het glas en de sigaren kapot waren.
-Sigarendoosje met de sigaren,
-Buitenlands geld dat in een van de sigarenkistjes zaten.
Kort samengevat heb ik de volgende schade aan goederen:
-Houten raamkozijn. Schadebedrag mij nog niet bekend.
-Vaas voor het raam, ter waarde van ongeveer 25 euro
-Kastdeur van kast in werkkamer, Schadebedrag is mij nog niet bekend.
-Glazen kokers van sigaretten.
1.2
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 36, van voornoemd eind-proces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 01 februari 2020 omstreeks 23:54 uur hoorde ik de centralist van het Operationeel Centrum te Tilburg een melding uitgeven van een woninginbraak heterdaad. Ik hoorde dat dit gaande was op het adres [Straatnaam] te Raamsdonksveer. Ik hoorde dat de melder zag dat er drie personen een raam aan het forceren waren. Vervolgens zag ik twee personen in de opening van het dakraam verschijnen. Ik hoorde een politieambtenaar vragen aan de personen met hoeveel personen zij in de woning waren. Ik hoorde dat één van de personen hierop antwoordde dat zij met drie personen in de woning waren. Ik zag dat één van deze personen daarbij drie vingers in de lucht stak.
1.3
De verklaring van de verdachte, afgelegd op de zitting van 7 juli 2020, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik op 1 februari 2020 in Raamsdonkveer heb ingebroken. We waren alle drie in de woning. We zijn via het raam naar binnen gegaan. Dat raam is open gebroken. Het klopt dat er spullen zijn klaargezet. Dat zijn de spullen die op de tenlastelegging staan. Ik had problemen. Ik had geen geld en geen slaapplaats.
1.4
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [Medeverdachte] , pagina 155 van voornoemd eind-proces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik was in Raamsdonkveer. Ik ben in de woning geweest. Ik wilde daar pikken. Ik ben door een raampje op de begane grond binnen gekomen. Het raampje is geforceerd door een voorwerp tussen het spleetje te duwen, dan iets bewegen en toen ging het raam open. Er is een lange schroevendraaier gebruikt. Ik heb het open gewrikt. Ik heb goederen verzameld. Ik zag een ijzeren kistje met sleutel, daar zat buitenlands geld in. Dat heb ik bij de rest gestopt.