Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid van de feiten
De verdediging beroept zich derhalve primair op noodweer en subsidiair op noodweerexces, als gevolg waarvan ontslag van alle rechtsvervolging moet volgen voor de ten laste gelegde feiten.
6.De strafbaarheid van verdachte
overgenomen. Naar het oordeel van de rechtbank past die conclusie ook bij het gedrag van verdachte, dat hij vertoond heeft toen hij zich na de onderhavige feiten bij zijn moeder heeft gemeld. Zijn moeder zou zijn gebeld door haar dochter, de zus van betrokkene, dat betrokkene werd achtervolgd door mensen die hem iets wilden aandoen en dat hij naar de woning van zijn moeder wilde gaan om zich te verstoppen, omdat hij bang was. Ook zou betrokkene uitlatingen hebben gedaan dat zijn moeder en haar man ook in het complot zouden zitten.
7.Oplegging van een maatregel
8.De benadeelde partijen
9.De vordering tot tenuitvoerlegging
10.Het beslag
11.De wettelijke voorschriften
12.De beslissing
verdachte niet strafbaar voor het bewezenverklaarde en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging;
terbeschikkingstellingvan verdachte en stelt daarbij als
voorwaarden:
[naam 1] van € 4.100,=, waarvan € 100,00 ter zake van materiële schade en € 4.000,= ter zake van immateriële schade;
[naam 2] van € 3.429,76,=, waarvan € 429,76 ter zake van materiële schade en € 3.000,= ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag, te berekenen vanaf 15 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
[naam 3]niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat zij haar vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[naam 1] (feit 1) € 4.100,=te betalen;
[naam 2] (feit 2) € 3.429,76te betalen, te vermeerderen met de wettelijke