Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
De stabiele thuissituatie van betrokkene wordt gezien als een positieve factor, evenals het feit dat er geen sprake is van overmatig middelengebruik of psychische problematiek. Betrokkene stelt zich daarnaast open voor positieve beïnvloeding vanuit zijn jongerenwerker en broer.
De reclassering is van mening dat wanneer betrokkene schuldig wordt bevonden hij baat kan hebben bij een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden. Hierin kan gewerkt worden aan het opstellen van een delictanalyse, het vergroten van inzicht in het eigen handelen en het ontwikkelen van adequate copingvaardigheden. Tevens zal het behalen van een startkwalificatie en het vergroten van zelfredzaamheid onderdeel zijn van de begeleiding
.Mocht betrokkene schuldig bevonden worden, dan achten wij het van belang dat de reclassering de begeleiding afstemt op de ontwikkelingsfase waarin betrokkene zich begeeft als adolescent. Bij betrokkene dient aandacht te zijn voor de ontwikkeling van oorzaak-gevolg relaties, reflecteren op het eigen handelen en het creëren van een stabiele basis om op een positieve wijze deel te nemen aan de maatschappij.
De reclassering adviseert bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf met de onderstaande bijzondere voorwaarden:
Gedragsinterventie cognitieve vaardigheden,
Contactverbod,
Volgen van opleiding.
Voorts adviseert de reclassering op basis van het wegingskader van het ASR het volwassenenstrafrecht toe te passen, nu er geen aanwijzingen voor een verstandelijke beperking zijn, het overkomen van betrokkene conform zijn kalenderleeftijd is en dat hij zijn leven redelijk weet te organiseren.
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden:
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [Naam 1] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door die [Naam 1] in te sluiten en/of vast te pakken en/of in een greep mee te slepen naar een andere plaats en/of door die [Naam 1] (meermalen) in het gezicht en/of tegen het hoofd te stompen en/of te slaan en/of hem daarbij de dreigende woorden toe te voegen: "Beter werk je mee, anders steek ik jou" en/of "Wil je serieuze
klappen, deze man, ik ga hem steken" althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
Aanrijdend naar de Kapelmeesterlaan te Tilburg hoorden wij middels de portofoon dat er tevens ook een persoon met een hond ter hoogte van de groenstrook. Ter plaatse aan de Kapelmeesterlaan zagen wij op ongeveer 150 meter een man met een hond wandelen. Ik, [Naam 6] , draaide het raam open en sprak de man aan. Hij zei direct dat er iets vreemds plaatsvond in de bossen ter hoogte van het huisje. Hij wees tegelijk in de richting van de Burgmeester Bechtweg. Ik. [Naam 7] , besloot om voorop te lopen en de bossen in te gaan. Ik, [Naam 6] , liep er op ongeveer 15 meter achteraan. We moesten hiervoor over het prikkeldaad stappen van de omheining. Ik, [Naam 7] , richtte mijn zaklamp richting de Burgemeester Bechtweg en zag dat er 2 personen in de bossen stonden. We zagen beiden dat de linkse persoon, met kort haar, emotioneel was en dat hij bloed in zijn gezicht had. De persoon rechts was wat steviger. We zagen ook dat de linker persoon tranen in zijn ogen had. Ik, [Naam 6] , besloot om met de rechter persoon in gesprek te gaan en om zijn identiteit vast te stellen. Deze persoon had een donkere huidskleur, zwart haar, bol gezicht, +/- 1.75 meter, droeg een blauwe sportbroek, zwarte jas met daaronder een hoodie van het merk Nike met een grijze capuchon. Het bleek te gaan om: [Verdachte]
,geboren op [Geboortedag verdachte] 2000 te [geboorteplaats verdachte] , wonend aan de [Adres verdachte]
Ik, [Naam 7] , besloot om met het vermoedelijk slachtoffer afzonderlijk te praten. We hadden namelijk beide het gevoel dat hij niet vrijuit durfde te praten. Het slachtoffer bleek te zijn [Naam 1]
,geboren op [Geboortedag van naam 1] 2004. [Naam 1] gaf aan dat hij door 2 personen in de bossen getrokken was en dat van hem geld was afgepakt.
Ik, verbalisant [Naam 7] , zag dat [Naam 1] een bebloed gezicht had, een bloedneus had en dat hij meerdere bloedvlekken op zijn jas had. [Naam 1] was tijdens het gehele gesprek emotioneel en was duidelijk ontdaan door de gehele situatie. Ik hoorde [Naam 1] zeggen dat de tweede dader [Naam 2] betreft
.[Naam 1] wist de achternaam van [Naam 2] niet maar ik hoorde hem zeggen dat hij [Naam 2] zei. Hij vertelde dat [Naam 2] een lange slanke Marokkaanse jongen is, boven op zijn hoofd krullend haar heeft en dat hij eerder door de politie is opgepakt
.Ik, verbalisant [Naam 7] , hoorde dat [Naam 1] zei dat hij zeker weet dat [Naam 2] een paar maanden geleden een straatroof heeft gepleegd op de Mahlerstraat in Tilburg. [Naam 2] is toen ook opgepakt. Het is mij ambtshalve bekend dat er een [Naam 2] in Tilburg-Noord woont. Deze persoon paste geheel in het signalement wat [Naam 1] mij opgaf. Toen ik [Naam 2] op had gezocht in Meos bleek hij inderdaad de verdachte te zijn van een overval in de Mahlerstraat in Tilburg. Dit betrof een straatroof gepleegd op 12 juli 2019.
Ik, [Naam 6] , was inmiddels [Verdachte] in het politiesysteem aan het nakijken. Ik zag dat [Verdachte] , op 16 november 2019, was gecontroleerd samen met [Naam 2] . De controle had te maken in verband met een verdachte situatie naar aanleiding van een straatroof.
Ik, [Naam 6] , heb [Verdachte] gefouilleerd. Uit de fouillering kwamen 2 telefoons naar voren, 175 euro, een losse sleutel en twee bossleutels. Ik hoorde [Verdachte] zeggen dat het geld, de losse sleutel en één bos sleutels van [Naam 1] waren. Hij gaf aan het geld te hebben opgeraapt en dit te willen teruggeven aan [Naam 1] en voor de sleutels betrof dit hetzelfde.
.Ik kan de personen als volgt beschrijven:
Persoon 1:
- [Verdachte] (voornaam mogelijk niet goed gespeld)
- zwart haar, donker getint, gezet postuur, tussen de 1.80 en 1.90 meter, donkerkleurige jas, donkerkleurige Nike trainingsbroek, zwarte Nike's.
Persoon 2:
- [Naam 2]
- zwart haar, licht getint (Marokkaanse afkomst), opvallende grote, spitse neus, slank, tussen de 1.80 en de 1.90 meter, donkergroene North face jas (logo op zijn borst), zwarte joggingbroek, zwarte schoenen.
Ik wilde wegrennen. [Naam 2] rende achter mij aan en pakte mij vervolgens vast. [Verdachte] zorgde ervoor dat ik niet weg kon rennen voor [Naam 2] . Ik kon echt niet weg. Zij pakten mij allebei vast. Ik zag en voelde dat [Naam 2] en [Verdachte] mij op mijn gezicht en hoofd sloegen. Ik zag dat [Naam 2] en [Verdachte] hun gebalde vuist met kracht en snelheid richting mijn gezicht brachten. Ik voelde dat zij mijn gezicht raakten
.Ik voelde meteen hevige pijn aan mij gezicht. Ik voelde ook dat het bloed uit mijn neus over mijn mond liep.
Vervolgens hoorde ik hen zeggen dat ik mee moest komen. [Naam 2] en [Verdachte] pakten mij bij mijn beiden armen en sleepten mij mee naar de bosjes welke zich achter de Kapelmeesterlaan bevinden
.[Naam 2] en [Verdachte] hadden mij in een goede greep. Ik wilde niet mee werken maar ik hoorde [Naam 2] zeggen: "Beter werk je mee anders steek ik jou". Toen [Naam 2] dat zei werd ik bang en ging ik mee. Ik zag en voelde dat zij in mijn jaszakken wilden grijpen maar ik liet dat niet toe. Vervolgens zei [Naam 2] : "Wil je serieuze klappen. Deze man ik ga hem steken of woorden van gelijke strekking". Ik wilde geen verder klappen en gaf mij toen over.
pakte vervolgens al het geld uit mijn zakken. [Naam 2] pakte ook mij sleutel. [Naam 2] had vervolgens al het geld wat ik bij had en mijn sleutels. Ik had het vermoeden dat [Naam 2] echt het baasje was en dat [Verdachte] een meeloper was. Ik zag dat [Naam 2] mijn geld en mijn sleutel aan [Verdachte] gaf. [Verdachte] stopte dit in zijn zak. Ik zag op een gegeven moment licht dat onze kant op scheen. Op dat moment zag ik dat [Naam 2] en [Verdachte] wegrenden. Ik riep naar [Verdachte] geef mijn geld terug. [Verdachte] stopte met rennen en kwam weer mijn richting op. Ik zag toen dat jullie aankwamen. Het geldbedrag wat [Naam 2] en [Verdachte] weggenomen hadden bestond uit een biljet van 100 euro
,drie biljetten van 20 euro
,een biljet van 10 euro en een biljet van 5 euro. Het totale bedrag was 175 euro.
De sleutels die [Naam 2] en [Verdachte] weggenomen hadden bestonden uit een losse huissleutel en een bosje sleutels.
V: Je zegt 'ze', over hoeveel personen heb je het dan?
A: Twee jongens. Zij namen een andere jongen mee. Ik zag de persoon die ze sloegen niet. Want ze stonden om hem heen. Ze stonden nog bij de flat rechts van de onze. Toen ik net naar buiten liep en hun net een stukje liepen, zag ik dat de rechtse persoon hem sloeg. Die persoon had een grijze of zwarte jas aan, een donkere jas. Hij was langer dan de andere persoon.
V: Je zegt dat ze hem meesleepten. Kun je zeggen waar ze hem naartoe sleepten?
A: Naar de bossen. Wij wonen recht tegenover de bossen. Ze trokken aan zijn armen. Hij was duidelijk aan het terugtrekken zo van, "Nee, laat los."
verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Kon je zien hoe hij hem sloeg, bijvoorbeeld met welke hand?
A: Hij werd met vlakke hand geslagen op zijn achterhoofd. Ik weet niet met welke hand.
V: Kun je de man omschrijven die sloeg?
A: De man was licht getint en had een dun postuur. Hij droeg een grijze capuchon.
..........
V: Je zegt dat ze hem meesleepten. Kun je zeggen waar ze hem naartoe sleepten?
A: Hij werd naar de bosjes getrokken. Hij werd door beiden aan zijn armen meegetrokken de bosjes in. De bosjes liggen aan de voorkant van de flat. Dat ging hardhandig.
verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat twee jongens een andere jongen meesleurden. Zij stonden beneden bij de parkeerplaats van de flat. De twee jongen die het slachtoffer meesleurden droegen beiden een donkere dan wel zwarte jas en een grijze capuchon. Ik ben vervolgens naar beneden gelopen met mijn hond. De twee jongen sleurden het slachtoffer mee in de richting van de bosjes welke zich achter de flats bevinden. Ik liep met mijn hond over het pad welke zich in het bosperceel bevindt. Ik hoorde toen iemand het volgende roepen: "
Hou op, hou op". Daarna kwam de politie ter plaatse.
Het signalement van beide verdachten is:
- donkere of zwarte jas en droegen een grijze capuchon
- twee verdachten waren een stuk groter dan het slachtoffer
- afkomst vermoedelijk Afrikaans of Marokkaans (hoorde ik aan de stem).
[Telefoonnummer 2]naar het nummer
[Telefoonnummer 1], zijnde het telefoonnummer van verdachte [Verdachte] . De gesprekken werden niet beantwoord. Verdachte [Verdachte] werd op 1 april 2020 om 21.20 uur op heterdaad aangehouden voor de diefstal met geweld.
De andere telefoon (zwarte iPhone) kon niet worden uitgelezen. Uit de opgevraagde historische gegevens van deze telefoon bleek dat de telefoon op 1 april 2020 was voorzien was een simkaart met telefoonnummer
[Telefoonnummer 3]. De gegevens van dit telefoonnummer werden gevorderd. Het bleek dat dit een prepaid nummer betroffen waar geen persoons-gegevens van bekend waren. Uit de historische gegevens van deze andere telefoon bleek dat de telefoon alleen maar actief was geweest op 1 april 2020 tussen 20.23 uur en 20.56 uur en dat de enige in en uitgaande gesprekken hadden plaatsgevonden met het telefoonnummer
[Telefoonnummer 2]. Dit betreft hetzelfde nummer waar er met de telefoon van verdachte [Verdachte] ook contact was geweest.