ECLI:NL:RBZWB:2020:3524
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een netwerkpleeggezin
In deze zaak heeft de kinderrechter op 14 juli 2020 een beschikking gegeven inzake de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die geboren is op [geboortedag] 2003 te Terneuzen. De kinderrechter heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling, Stichting Intervence, toegewezen voor de resterende duur van de ondertoezichtstelling. De minderjarige was eerder onder toezicht gesteld op 19 februari 2020 en verbleef op dat moment in een behandelsetting van Juvent te Terneuzen. Echter, het bleek dat deze setting niet geschikt was voor [minderjarige], die behoefte had aan meer structuur en begeleiding. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de thuissituatie bij de moeder en stiefvader onveilig is door hun alcoholgebruik, wat de ontwikkeling van [minderjarige] negatief beïnvloedt.
De kinderrechter heeft de GI gemachtigd om [minderjarige] uit huis te plaatsen bij zijn grootmoeder, die bereid is om als netwerkpleeggezin te fungeren. De grootmoeder heeft een goede verstandhouding met de moeder en is bereid om de benodigde hulpverlening te accepteren. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van [minderjarige] is om bij zijn grootmoeder te wonen, waar hij de nodige structuur en begeleiding kan krijgen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hoger beroep kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.
De kinderrechter heeft de beschikking mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, waarbij de griffier S.A.K. Kurvink aanwezig was. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is op 28 juli 2020 vastgesteld.