Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 augustus 2020 in de zaak tussen
[Eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere , verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
minimaalnoodzakelijk is, gelet op het doel van de verlichting, te weten het verlichten van het parkeerterrein voor bezoekers en verlichten uit het oogpunt van sociale veiligheid als de supermarkt gesloten is. De rechtbank neemt aan dat daarbij ook de twee lantaarns langs de [straatnaam] worden betrokken. Voor zover eiser heeft aangevoerd dat het terrein een privé-terrein is en er dus geen aanleiding is om in het lichtplan rekening te houden met de noodzaak het terrein uit het oogpunt van sociale veiligheid te verlichten, volgt de rechtbank eiser daarin niet. Dat het terrein een privé-terrein is betekent naar het oordeel van de rechtbank niet automatisch er uit het oogpunt van sociale veiligheid ter plaatse geen behoefte zou zijn aan verlichting. Overigens moet het lichtplan binnen twee maanden na de inwerkingtreding van het primaire besluit worden overgelegd en niet, zoals eiser heeft gesteld, pas na het onherroepelijk worden van dat besluit.