Het proces-verbaal Forensisch Onderzoek Verkeersdelict van [verbalisant] van21 januari 2019, pagina 9 en verder van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
(028)
Gelet op getuigenverklaringen in combinatie met de positie en het verloop van sporen op het wegdek van de Heikantlaan en de aangetroffen sporen aan de Citroen stelde ik vast, dat de overstekende fietser met kind achterop op de fietsoversteek plaats was aangereden door de bestuurder van de Citroen. Hierbij zijn de fietser en het kind via het dak van de Citroen op het wegdek gevallen. Deze sporen en de schade waren passend bij het scenario dat de personenauto reed over de rijstrook voor verkeer dat linksaf richting de Haendellaan dient te rijden, maar dat de bestuurder vervolgens heeft besloten rechtdoor te rijden en de Heikantlaan te vervolgen. Hierbij werd de overstekende fietser met kind achterop, welke reed over de fietsoversteekplaats aan de oostelijke zijde, komende vanaf de Mozartlaan, aangereden.
(034)
Blijkens de verklaring van getuige [getuige 1] , stond deze stil op de voorsorteerstrook voor rechtdoorgaand verkeer van de Heikantlaan, komende uit de richting van de Midden Brabantweg en gaande in de richting van de Burgemeester Bechtweg. In de opgeslagen VRI bestanden genoemd als (signaalgroep) richting 8.
Blijkens de tekening van het kruispunt, de nummering op de verkeerslichten op het kruispunt zelf en de afgelegde verklaringen reed de bestuurder van de personenauto over de voorsorteerstrook voor links afslaand verkeer van de Heikantlaan, komende uit de richting van de Midden Brabantweg en gaande in de richting van de Haendellaan. In de opgeslagen VRI bestanden genoemd als (signaalgroep) richting 9.
Blijkens de tekening van het kruispunt, de nummering op de verkeerslichten op het kruispunt zelf en de afgelegde verklaringen reed de bestuurder van de fiets over de fietsoversteekplaats van de Mozartlaan, gaande in de richting van de Haendellaan. In de opgeslagen VRI bestanden genoemd als (signaalgroep) richting 22.
(035)
Ik zag in het faselog dat op dinsdag 26 juni 2018, te 15:43:58.8 uur een fietser op richting 22 stilstond voor het rood licht uitstralende verkeerslicht. Ik zag vervolgens in het faselog dat de lantaarn voor richting 22 te 15:44:13,1 uur groen licht uit begon te stralen. Ik zag vervolgens dat de detectielus voor de stopstreep te 15:44:14,8 uur werd verlaten. Dit betekent dat de fietser de stopstreep passeerde terwijl het verkeerslicht reeds gedurende 1,7 seconden groen licht uitstraalde. Ik zag tevens dat deze fietser, de enige fietser op deze richting was die de overzijde niet had bereikt. Derhalve is het zeer aannemelijk dat dit de bij het ongeval betrokken fietser betreft.
Om vast te kunnen stellen welke van de overige vier voertuigen betrokken is geweest heb ik aan de hand van de detectie van de fietser, vastgesteld op welk tijdstip deze op het conflictpunt was.
(037)
De fietser moet tussen 15:44:16,3 uur en 15:44:17,2 uur op het conflictpunt zijn geweest. Omdat zeker is dat er een aanrijding heeft plaatsgevonden, moet derhalve op datzelfde moment een personenauto op het conflictpunt aanwezig zijn.
(038)
Voertuig 3 zou met een gemiddelde snelheid gelegen tussen de 51 km/h en 89 km/h moeten hebben gereden om gelijktijdig met de fietser op het botspunt te geraken. Dit is passend bij de verklaring van de getuige, de aangetroffen sporen, de aangetroffen schade aan de betrokken voertuigen en de eindpositie van de bij het ongeval betrokken personenauto. Het is derhalve het meest waarschijnlijk dat dit voertuig betrokken was bij het verkeersongeval. Dit voertuig passeerde daarbij de stopstreep over de voorsorteerstrook voor links afslaand verkeer (richting 9) terwijl het verkeerslicht voor die richting, reeds gedurende 8,9 seconden groen licht uitstraalde. Echter volgde deze niet de verplichte rijrichting naar links, maar reed rechtdoor. Het verkeerslicht voor de recht doorgaande richting (richting 8) straalde op dat moment, reeds gedurende 4,1 seconden rood licht uit. Uit voornoemde berekeningen bleek dat de bestuurder van de Citroen moet hebben gereden met een snelheid van minimaal 51 km/h en maximaal 89 km/h, mogelijk dus met een hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximumsnelheid van 50 km/h en tevens de voor haar verplichte rijrichting (naar links) niet heeft gevolgd.