9.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair:diefstal
feit 2:
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 12 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partij- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangeefster] van € 122,64 aan materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 december 2018 tot de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangeefster] € 122,64 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 13 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 2 (twee) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering tot immateriële schadevergoeding en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij [aangeefster] in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil;
- gelast de teruggave aan verdachte van € 5,- (goednummer: G2134841);
- verklaart onttrokken aan het verkeer onder de verdachte in beslag genomen voorwerpen:
een wapen (goednummer: G1970351) en munitie (goednummer: G1970354);
Dit vonnis is gewezen door mr. Hoekstra, voorzitter, mr. Van Kralingen en mr. Gillesse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Admiraal, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 3 september 2020.
mr. Van Kralingen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
feit 1 primair:hij op of omstreeks 13 december 2018 te Breda, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag (van ongeveer 150 euro) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [aangeefster] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, toen aldaar een (geladen) vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [aangeefster] heeft gericht en/of die [aangeefster] een (geladen) vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft getoond;
(artikel 310 Wetboek van Strafrecht, artikel 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht)subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 december 2018 te Breda, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag (van ongeveer 150 euro) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
(artikel 310 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 13 december 2018 te Breda, althans in Nederland, [aangeefster] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door dreigend een (geladen) vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die voornoemde [aangeefster] te richten en/of een (geladen) vuurwapen, althans een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [aangeefster] te tonen, althans handelingen van gelijke dreigende aard of strekking;
(artikel 310 en/of 285 Wetboek van Strafrecht)
feit 2:hij op of omstreeks 13 december 2018 te Breda, althans in Nederland,een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 van Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten: een revolver (model British Bulldog, kaliber .320 (7,65mm), serienummer 1282) en/of munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 van Categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:vijfendertig, althans een of meerdere kogelpatronen (kaliber .320, 7,65mm voorzien van de bodemstempel “GFL 320”, merk Fiocchi) voorhanden heeft gehad;
(artikel 26 lid 1 Wet wapens en munitie).
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Ten aanzien van feit 1 primair:
1. Het ambtsedig proces-verbaal van aangifte (opgenomen als bijlage op pagina 31-33 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2018293604) van de politie Eenheid Zeeland-West- Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende de verklaring van [aangeefster] :
Vandaag, 13 december 2018, was ik aanwezig in mijn café. Dit is [café 1] in Breda. Er kwam een man mijn café binnen. De man ging aan de bar zitten. Mijn man [getuige 1] kwam vervolgens thuis. Ik ben naar de keuken gelopen om soep te maken. [getuige 1] zei dat er een lekkage was in het herentoilet en ging naar de wc. Een paar seconden later riep [getuige 1] naar mij:
“ [aangeefster] , hij heeft de la gepakt. Hij heeft het geld gepakt.”Ik ben direct naar buiten gerend. Ik liep [café 2] binnen. Ik zag de man zitten die zojuist in mijn café had gezeten. Er zaten ongeveer twee tot drie minuten tussen dat [getuige 1] mij riep en dat ik het café binnen liep. Ik sprak hem aan. Ik wilde mijn geld terug. Hij stond op en werd agressief. Ik heb het geld teruggekregen maar dat was later. Hij greep naar zijn zak. Ik zag dat hij iets uit zijn zak pakte. Ik zag dat het een vuurwapen was. Ik pakte het wapen van de man af. U vraagt mij hoeveel geld hij had meegenomen uit mijn kassalade. Ik kreeg van de man briefgeld terug. Dat waren twee briefjes van € 5,-, zes van € 10,- en vier van € 20,-.
2. Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige (opgenomen als bijlage op pagina 41-43 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2018293443) van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende de verklaring van [getuige 5] :
Op 13 december 2018 zat ik in [café 1] te Breda. Ik zag dat een voor mij onbekende man aan de bar zat. Ik ben toen naar de wc gegaan. Toen ik terug kwam zag ik dat de onbekende man naar de wc liep. Ik zag dat de man na een paar minuten regelrecht op [getuige 1] afliep. Ik hoorde de man zeggen
"er lekt iets bij het kraantje in de wc". Ik dacht nog bij mezelf:
"ik heb niets gezien". Ik zag dat [getuige 1] een waterpomptang pakte en een emmer mee naar de wc nam. Ik zag dat de man achter de bar stond en naar het midden van de bar liep. Ik zag dat de man een lade opentrok. Ik zag dat dit de bovenste lade betrof. Ik zag vervolgens dat de onbekende man er met zijn hand iets uit pakte. Ik zag dat hij het voorwerp welke hij uit de lade had gepakt in één van zijn zakken deed. Omdat ik vaker in dit café kom weet ik dat [getuige 1] en [aangeefster] hier hun geld in bewaren. Ik zag dat de man vervolgens het café uit liep. Ik zei tegen [getuige 1] :
“volgens mij heeft hij geld weggehaald”. Ik zag dat [getuige 1] naar de lade liep waarna ik hoorde dat hij [aangeefster] riep, welke op dat moment nog boven was.
3. Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige (opgenomen als bijlage op pagina 46-48 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2018293443) van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende de verklaring van [getuige 3] :
Op 13 december 2018 ben ik naar [café 2] in Breda gegaan. Er kwam een persoon binnen. Deze persoon liep naar de bar. Een minuut of vijf later kwam [aangeefster] binnen. Ik hoorde [aangeefster] zeggen:
"Meneer, alstublieft geef mijn geld terug."Ik zag dat de man zelf zijn hand uit zijn jas haalde en ik zag meteen een klein donker grijs pistooltje die hij vast had. Ik zag ook dat de man zijn vinger om de trekker van het pistool had. Het lukte mij uiteindelijk om het pistool van hem af te pakken. De man pakte uiteindelijk zijn portemonnee en gaf [aangeefster] een geldbedrag. Hij probeerde nog iets uit zijn jaszak te pakken, bleek een doosje te zijn met kogeltjes.
4. Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen (opgenomen als bijlage op pagina 65-66 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2018293443) van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Wij waren als eerste ter plaatse en zijn het café binnengegaan. Wij hebben [verdachte] direct aangehouden. Ik zag dat [verbalisant 2] een veiligheidsfouillering uitoefende op [verdachte] . Ik zag dat [verbalisant 2] uit de zak van de hoodie een doosje gevuld met munitie haalde. Tijdens de fouillering zag ik dat een vrouw een wapen liet zien. Ik hoorde haar zeggen dat dit het wapen was, wat ze hadden afgepakt van [verdachte] .
Verdachte: [verdachte] , [geboortedag] 1959 te [geboorteplaats] .
5. Het ambtsedig proces-verbaal van ‘omschrijving op een vuurwapen gelijkend voorwerp met munitie (opgenomen als bijlage op pagina 88-89 van het proces- verbaal genummerd PL2000-2018293443) van de politie Eenheid Zeeland-West- Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Omschrijving revolver:Het in beslag genomen voorwerp is een in België vervaardigde, centraalvuur revolver van het model British Bulldog, kaliber .320 (7,65mm) Het wapen is voorzien van het serienummer 1282.
Juridische omschrijving revolver:Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.
Omschrijving munitie:Uit de revolver werden zes patronen in beslag genomen. Bij de revolver werd verder nog een doosje met negenentwintig patronen in beslag genomen. Dit betroffen alle eenheidspatronen van het kaliber .320 (7,65 mm) voorzien van bodemstempel “GFL 320” van het merk Fiocchi.
Juridische omschrijving munitie:De omschreven munitie is munitie die geschikt is voor vuurwapens van categorie III en derhalve munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2, lid 2, categorie III, van de Wet wapens en munitie.