Uitspraak
1.Destukken
(hierna: TBS)met één jaar;
2.Deprocesgang
3.Het psychiatrisch onderzoek en psychologisch onderzoek (Pro Justitia)
Het belang van een geschikte woonvoorziening, waarbij voldoende professionele ondersteuning aanwezig is, wordt door beiden onderschreven. Het (zelfstandig) woontraject en het monitoren daarvan zal nog een geruime tijd in beslag nemen, temeer omdat het een destabiliserende factor kan zijn en vereenzaming moet worden voorkomen. Dit gegeven is voor de psychiater aanleiding om te adviseren de maatregel met twee jaar te verlengen, terwijl de psycholoog voldoende redenen ziet te adviseren om over een jaar de stand van zaken van het resocialisatietraject te beoordelen.
4.Het advies van FPC de Pompestichting
5.Het advies van de reclassering
De verwachtingen voor wat betreft zijn mogelijkheden moeten hierdoor worden bijgesteld. Er zijn eerder twee resocialisatiepogingen ondernomen die voortijdig zijn afgebroken. Het recidiverisico wordt echter onder de huidige omstandigheden als laag beschouwd. [terbeschikkinggestelde] stelt zich positief en open op naar de reclassering, de Pompestichting en Kairos. Voorts is hij afsprakentrouw en van goede wil om zijn resocialisatie vorm te geven. De kliniek en reclassering zijn met [terbeschikkinggestelde] overeengekomen dat hij zelf de mogelijkheid moet krijgen om, binnen het kader van de TBS, te onderzoeken in hoeverre hij in staat is regie te voeren over zijn eigen leven. Zijn hang naar autonomie en zijn beperking om concreet stappen te maken veroorzaken soms echter een scheefgroei. Hij zal in de komende periode de gelegenheid krijgen om een eigen woning te betrekken. Hij wordt op de achtergrond begeleid door Zorgplus en Kairos. Het recidivegevaar is beheersbaar gemaakt en de hulpverlening zal niet zonder tegenslagen of weerstand vormgegeven kunnen worden. De reclassering stelt zich op het standpunt dat, ondanks het stroeve verloop, de TBS voorwaardelijk kan worden beëindigd en heeft hiervoor een achttiental voorwaarden geformuleerd.
6.Het standpunt van de officier van justitieDe officier van justitie heeft ter zitting geconcludeerd dat zij ontvankelijk is in de vordering. Er mag worden verondersteld dat de brief van de Dienst Justitiële Inrichtingen, met vermelding van de termijn waarin de vordering moet zijn ingediend, correct is. Daarnaast is niet gebleken dat [terbeschikkinggestelde] hierdoor op enige wijze in zijn belangen is geschaad.Voorts is aan de wettelijke vereisten voor verlenging van de maatregel voldaan. De kernproblematiek is actueel en bij het definitief beëindigen van de maatregel loopt het recidivegevaar op tot matig of hoog niveau. Gelet op de vooruitgang die in het behandeltraject moet plaatsvinden valt niet te verwachten dat dit in één jaar is gerealiseerd. Er is nog geen geschikte woonvoorziening gevonden, het prosociale netwerk moet verder worden bestendigd en de nieuwe vorm van begeleiding en ondersteuning moet beter zijn ingebed. Op basis van deze stand van zaken concludeert de officier, in afwijking van de schriftelijk ingediende vordering, dat de termijn van TBS met twee jaar moet worden verlengd. Tot slot kan de officier van justitie zich vinden in het advies om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen, onder de voorwaarden zoals die in het maatregelenrapport zijn vermeld.
7.Het standpunt van de verdediging
8.Het oordeel van de rechtbank
vgl. ECLI:NL:GHARN:2012:BX2342). In onderhavig geval doen zich geen bijzondere omstandigheden voor die aanleiding geven om hiervan af te wijken. De rechtbank is derhalve van oordeel dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vordering.