ECLI:NL:RBZWB:2020:4373
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbreken volmacht van de andere ouder bij bezwaar tegen afwijzing aanvraag persoonsgebonden budget voor minderjarig kind
Op 16 september 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiser en CZ Zorgkantoor B.V. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een persoonsgebonden budget (PGB) voor zijn minderjarige zoon. Het Zorgkantoor had het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard omdat de moeder van de minderjarige geen volmacht had ondertekend. Eiser stelde dat de moeder zich sinds mei 2018 volledig van de zorg voor hun zoon had onttrokken en dat zijn aanvraag om PGB was gesteund door MEE en Veilig Thuis. De rechtbank overwoog dat, op basis van de Algemene wet bestuursrecht en het Burgerlijk Wetboek, minderjarigen vertegenwoordigd moeten worden door hun ouders. Aangezien beide ouders gezamenlijk belast zijn met het ouderlijk gezag, was het Zorgkantoor gerechtigd om een door beide ouders ondertekende volmacht te verlangen. De rechtbank concludeerde dat het Zorgkantoor op goede gronden het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard en de aanvraag had afgewezen. Eiser werd gewezen op de mogelijkheid om vervangende toestemming te vragen bij de kinderrechter. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.