11.Bijlage II
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen (opgenomen als bijlage op pagina 99-101 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2017152280, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende het relaas van verbalisant [slachtoffer] , inhoudende:
(..)
Op woensdag 28 juni 2017, omstreeks 04.15 uur, kregen wij [hoofdagenten van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant] (..). Hier was de Belgische politie bezig met een achtervolging van een voertuig. (..) Hiermee wilde ik de weg middels ons dienstvoertuig grotendeels afsluiten om een barrière te vormen voor het naderende vluchtende voertuig en tevens goed mobiel blijven. Zoals ons dienstvoertuig stond opgesteld kon dit niet door het aankomende voertuig over de weg gepasseerd worden. Ter plaatse is de weg ongeveer 2,5 meter breed, het is een polderweg waarop twee voertuigen elkaar net kunnen passeren. De berm is over een breedte van ongeveer een halve meter verhard met zogenaamde "doorgroeistenen" (zij bijgevoegde foto). Ter plaatse was geen straatverlichting of overige verlichting aanwezig en het was er donker. (..) Ik, verbalisant [slachtoffer] , opende mijn portier en liet het portier openstaan om zo een groter gedeelte van de weg af te sluiten. Ik stapte links (bestuurderszijde) naast het portier en deed een stap naar voren en keek in de richting van het naderende voertuig. Ik schat dat het voertuig ongeveer 100 meter van mij verwijderd was. Ik zag dat het voertuig in mijn richting bleef doorrijden. (..) Op het allerlaatste moment, toen het voertuig nog ongeveer 20 meter van mij vandaan was, kreeg ik door dat het voertuig niet ging stoppen. Ik schat dat de snelheid van dat voertuig nog ongeveer 50 km/u bedroeg. Ik begon achteruit te lopen en bleef richting het naderende voertuig kijken. (..) Ik zag het voertuig recht op mij afkomen (..)Ik rende achteruit naar de achterzijde van ons dienstvoertuig omdat ik zag dat de bestuurder toch bleef doorrijden. Ik deed dat om dekking te zoeken en niet aangereden te worden. Ik zag het voertuig mij op een haar na voorbij razen met ongeveer dezelfde snelheid van ongeveer 40-50 km/uur.
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2017152280-36, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, dienst regionale recherche (ZB), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , inhoudende:
(..)
Gezien het feit dat de afstand tussen de twee plaatsnaamborden 6,7 meter bedroeg en het feit dat de politieauto 2,2 meter breed is, kan gesteld worden dat de
maximale- theoretische doorrijbreedte 4,5 meter bedraagt. Door ons kon niet worden
vastgesteld hoe de politieauto exact gestaan had. De feitelijke doorrijbreedte was
hoogstwaarschijnlijk minder dan 4,5 meter. De feitelijke doorrijbreedte had
maximaal 4,5 meter geweest, als de politieauto met de rechterzijkant nagenoeg tegen
het plaatsnaambord had gestaan.
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor medeverdachte (opgenomen als bijlage op pagina 52-56 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2017152280, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende de verklaring van [getuige 1] :
(..)
Eerst zag ik dat de agent aan de bijrijderskant uitstapte. [verdachte] stuurde toen naar rechts. Ik zag dat de agent die achter het stuur zat ook zijn portier opende en uitstapte. [verdachte] reed gewoon door. Ik zag dat deze agent naar achteren moest rennen. Hij moest rennen voor zijn leven.
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor medeverdachte (opgenomen als bijlage op pagina 65-71 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2017152280, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende de verklaring van [getuige 2] :
(..)
V: De Nederlandse agent, die jij als A hebt gemarkeerd, die geeft in zijn
proces-verbaal aan dat hij ziet dat er een Ford Transit met 50 kilometer per uur op hem afkomt. En dat hij op dat moment dacht dat hij dood ging. Wat zou jij doen dan in die situatie?
A: Ik zou in ieder geval niet gaan schieten op de bestuurder.
V: Wat denk je dan wat jij denkt in die situatie? Zou hij geraakt zijn?
A: Ja als hij, agent A, was blijven staan was hij wel geraakt.
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige (opgenomen als bijlage op pagina 108-110 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2017152280, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende de verklaring van [getuige 3] :
(..) Als de Nederlandse collega niet opzij was gesprongen, ben ik er zeker van dat de bestuurder van de Transit hem had aangereden.
- de verklaring van verdachte afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 september 2020, inhoudende:
(..) Ik had gedronken en ik wilde niet gepakt worden. (..) Op het laatst moment zag ik die agent zo staan. Toen ik de politieauto zag aankomen reed ik denk ik wel 100 kilometer per uur. (..) Ik remde af, ik ben niet vol gas op hem afgereden. Ik zag een gaatje waar ik tussendoor kon rijden. (..) Ik maakte een uitwijkbeweging. (..) Ik zag niet veel door een stofwolk en het grote licht van de politiewagen. (..) Ik ben hem misschien met 30 kilometer per uur gepasseerd. Ik reed denk ik minder dan 50 kilometer per uur. (..) Ik had wel kunnen stoppen voor de politie.
Aangezien verdachte ten aanzien van feit 2 en feit 3 een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen zoals bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank acht deze feiten wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 september 2020;
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen (opgenomen als bijlage op pagina 104 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2017152280, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 3] ;
- een schriftelijk bescheid, te weten een alcoholademanalyse-formulier opgemaakt door [slachtoffer] (opgenomen als bijlage op pagina 116 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2017152280, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), inhoudende de ademanalyse van verdachte.
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 september 2020;
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen (opgenomen als bijlage op pagina 99-101 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2017152280, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende het relaas van verbalisant [slachtoffer] ;
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen (opgenomen als bijlage op pagina 102-105 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2017152280, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 3] .