ECLI:NL:RBZWB:2020:441

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 februari 2020
Publicatiedatum
3 februari 2020
Zaaknummer
02-800410-18
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • M. Prenger
  • A. van der Burgh
  • J. Voorn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontucht en mishandeling door voetbaltrainer met gezagsverhouding ten opzichte van minderjarige

Op 4 februari 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als voetbaltrainer en begeleider ontucht heeft gepleegd met een minderjarige, [slachtoffer], geboren in 2002. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 21 januari 2020. De tenlastelegging omvatte ontuchtige handelingen en mishandeling, gepleegd in de periode van 1 januari 2018 tot en met 24 mei 2018. De verdachte, die 36 jaar oud was, had een gezagsverhouding ten opzichte van het slachtoffer, die op dat moment 16 jaar oud was. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een afhankelijkheidsrelatie, wat de seksuele handelingen strafbaar maakte onder artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte ontuchtige handelingen had gepleegd, waaronder het in de vagina en mond van het slachtoffer brengen van zijn penis, en dat hij haar had mishandeld door haar tegen het hoofd te slaan en haar pols te draaien. De verdediging voerde aan dat er geen gezagsverhouding was, maar de rechtbank verwierp dit argument. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en kreeg een locatie- en contactverbod opgelegd. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer voor zowel materiële als immateriële schade.

De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, vooral gezien de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de rol van de verdachte als vertrouwenspersoon. De rechtbank weegt zwaar dat de verdachte, ondanks eerdere waarschuwingen van de moeder van het slachtoffer en de voetbalclub, zijn gedrag niet heeft veranderd. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele onderdelen van de tenlastelegging, maar achtte de bewezenverklaring van ontucht en mishandeling voldoende onderbouwd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/800410-18
vonnis van de meervoudige kamer van 4 februari 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag verdachte] 1982 te [geboorteplaats]
wonende te [adres]
raadsvrouw mr. S.E.C. Segeren Krijnen, advocaat te Breda

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 21 januari 2020, waarbij de officier van justitie, mr. Rammeloo, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat
1.
hij - als voetbaltrainer en/of scheidsrechter en/of begeleider - op een of meer tijdstippen in of de periode omstreeks 1 januari 2018 tot en met 24 mei 2018 op een of meer plaatsen te Etten-Leur (telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] 2002, door (telkens) zijn penis in de vagina en/of de mond van die [slachtoffer] te brengen/duwen en/of door die [slachtoffer] te tongzoenen en/of door de vagina en/of borsten van die [slachtoffer] te betasten;
art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 24 mei 2018 op een of meer plaatsen te Etten-Leur [slachtoffer] (telkens) heeft mishandeld door die [slachtoffer] tegen haar hoofd en/of haar hand te slaan en/of door de pols van die [slachtoffer] te draaien;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode 1 januari 2018 tot en met 24 mei 2018 ontuchtige heeft gepleegd met [slachtoffer] door alle in de tenlastelegging genoemde handelingen uit te voeren. Hij baseert zich daarbij op de aangifte door de moeder van [slachtoffer] , de verklaring van [slachtoffer] zelf, de verklaring van verdachte, de getuigenverklaring van [getuige] en de berichten op de telefoon van [slachtoffer] . De officier van justitie acht de tenlastegelegde gezagsverhouding eveneens bewezen, omdat verdachte naast de trainer van [slachtoffer] ook haar begeleider in de opleiding tot scheidsrechter was.
De officier van justitie acht ook de mishandeling wettig en overtuigend bewezen, gelet op de verklaring van [slachtoffer] en de verklaring van verdachte zelf.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de in de tenlastelegging genoemde gezagsverhoudingen niet bewezen kunnen worden. Als scheidsrechter en als begeleider is er nimmer sprake geweest van een gezagsverhouding. Als voetbaltrainer is er enkel in de maanden maart en april sprake geweest van een gezagsverhouding. De relatie was daarvoor al gestart en de seksuele contacten ook, dus kan er geen sprake zijn geweest van misbruik van gezag, zoals wel in de tenlastelegging en het requisitoir lijkt te worden bedoeld. .
De verdediging is van mening dat er geen bewijs is dat het tikken tegen het hoofd pijn of letsel hebben opgeleverd. De berichten kunnen geen ondersteuning bieden voor de verklaring van [slachtoffer] , omdat de context van deze berichten ontbreekt en niet uit te sluiten is dat er sprake was van een dolletje.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Op vrijdag 25 mei 2018 komt bij de afdeling zeden van de Politie eenheid Zeeland-West Brabant de melding binnen van [moeder slachtoffer] , dat haar dochter van 16 jaar een seksuele relatie had met haar voetbaltrainer [verdachte] (verdachte). De dochter betreft [slachtoffer] . [1] Vervolgens wordt er op 26 mei 2018 een informatief gesprek gevoerd. [slachtoffer] heeft tijdens dit gesprek verklaard dat er sprake is geweest van seks tussen haar en de verdachte. Zij heeft verklaard dat verdachte haar voetbaltrainer is en haar begeleider tijdens het opleidingstraject voor scheidsrechter. De seksuele handelingen zouden hebben bestaan uit het boven en onder de kleding betasten van de borsten, bovenlichaam en vagina. Zij zou de verdachte ook hebben afgetrokken en gepijpt en tevens heeft er geslachtsgemeen-schap plaatsgevonden. Toen er eenmaal sprake was van seks, gebeurde dat ongeveer een keer per week. [2]
[slachtoffer] heeft op 29 mei 2018 een getuigenverklaring afgelegd. Zij heeft verklaard dat zij op de praktijkschool zit omdat zij extra begeleiding nodig heeft bij rekenen en bij haar gedrag. Zij heeft verdachte leren kennen tijdens een voetbalwedstrijd waarin zij geblesseerd raakte en waarbij verdachte betrokken was als scheidsrechter. Vanaf 2017 hebben zij samen training gegeven en gaf hij haar ook tips bij het scheidsrechteren. Ook heeft zij training van hem gehad, toen zij meetrainde bij de jongens. Begin februari 2018 hebben [slachtoffer] en verdachte naar elkaar uitgesproken dat ze een relatie hadden. Het begon met zoenen, eerst alleen op de mond. Twee dagen na haar zestiende verjaardag zouden zij voor het eerst seks hebben, maar uiteindelijk is er niks gebeurd. Ze hebben toen wel gezoend, ook met de tong. Vele weken daarna is het wel gebeurd. Zij hebben ongeveer tussen 5 à 10 keer seks gehad. De seks bestond volgens [slachtoffer] uit elkaar aanraken (borsten en geslachtsdeel) en uit geslachtsgemeenschap. Ook heeft zij verdachte gepijpt. Verdachte heeft haar ook een paar tikken op haar achterhoofd gegeven. Dat deed pijn. Ook heeft hij haar een keer bij haar pols gepakt en naar binnen gedraaid. Zij heeft gezegd dat ze dat niet wilde, maar daar deed hij niks mee. [3]
Door de moeder van [slachtoffer] is op 1 juni 2018 aangifte gedaan. Zij heeft verklaard dat [slachtoffer] geboren is op [geboortedag slachtoffer] 2002 en dat zij aangifte wil doen tegen [verdachte] (verdachte) van seksueel misbruik van haar dochter. Zij heeft verklaard dat verdachte de begeleider is van [slachtoffer] , dat [slachtoffer] ook zou gaan trainen bij hem en dat zij samen training gaven. Het is volgens de moeder ergens begin februari 2018 begonnen en ze hebben seks gehad. Het is gestopt toen zij erachter kwam op 24 mei 2018. De moeder heeft verder verklaard dat zij wel al eerder haar bedenkingen had. Zij heeft toen verdachte aangesproken op zijn gedrag, maar daarop heeft verdachte geantwoord dat hij haar vertrouwenspersoon was. Hij zou haar geholpen hebben met wat persoonlijke problemen en helpen met het scheidsrechteren. [4] De moeder van [slachtoffer] heeft in de aangifte ook verklaard dat [slachtoffer] heel makkelijk te beïnvloeden is. Als iemand [slachtoffer] zich goed laat voelen, dan vindt zij dat heel interessant. [slachtoffer] heeft daar op 14-jarige leeftijd ook begeleiding voor gehad, zodat zij weerbaarder zou worden. Ook heeft [slachtoffer] een beperkt IQ; zij kan gecompli-ceerde dingen niet bevatten. [slachtoffer] heeft een achterstand, en zit daarom op de praktijk-school, waarbij het nog steeds belangrijk is dat zij een voor een bepaalde taken krijgt. [5]
Getuige [getuige] , secretaris van de voetbalvereniging waar [slachtoffer] en verdachte lid van waren, heeft op 30 mei 2018 verklaard dat hij op 3 april 2018 een gesprek met verdachte heeft gehad. Verdachte vertelde dat [slachtoffer] al veel had meegemaakt, maar hij wilde daarover niet teveel details kwijt. Het was een kwetsbaar meisje en verdachte maakte veel overeenkomsten met zijn ‘levensweg’. Hij was een luisterend oor voor haar en hij begeleidde [slachtoffer] bij de trainingen voor de jongens en haar hobby als scheidsrechter. Verder heeft [getuige] verklaard dat de officiële verhouding tussen [slachtoffer] en verdachte voortvloeide uit het feit dat ze bij hem trainde, maar het is [getuige] ook opgevallen dat verdachte zich in de scheidsrechtersruimte ontfermde over [slachtoffer] en haar tips gaf. Ook is in november 2017 [slachtoffer] assistent-trainer geworden van verdachte. De relatie was volgens [getuige] niet gebaseerd op gelijkwaardigheid, waarbij hij zich baseert op wat verdachte daar zelf aan hem over heeft verteld. [6]
Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer] hem assisteerde bij voetbaltrainingen. Zij hielp verdachte en verzon ook zelf oefeningen. Zij mocht niet zelfstandig training geven en verdachte bleef verantwoordelijk voor de training. [7]
De telefoon van [slachtoffer] is uitgelezen. Hieruit zijn de volgende berichten veilig gesteld [8] .
Ten aanzien van de seksuele handelingen
1- 5-2018 22:52 tot 1-5-2018 22:53
[verdachte] : Rooie zullen we binnenkort de laatste ook eens regelen...laatste stap
[slachtoffer] : Welke
[verdachte] : Dat ik je 3* gaatje eens vol duw...
[slachtoffer] : Jot id goed
[slachtoffer] : Is*
[verdachte] : Kom ik wel in klaar dan hey
2- 5-2018 12:31 tot 2-5-2018 13:11
[verdachte] : Eej rooie jij krijgt er minimaal 2 van me
[slachtoffer] : Oh je hebt het over kids
[verdachte] : Yup
[verdachte] : Ik hoop op 3 zelfs
[slachtoffer] : Straks een heel elftal
[verdachte] : Ook best
[verdachte] : En als we nog zoeen dag hebben als maandag...
[slachtoffer] : Ja
[verdachte] : Dan blijft t niet bij maar 2 maal neuken
4-5-2018 21:29 tot 4-5-2018 21:32
[verdachte] : Maar voor de rest mag je trots zijn op jezelf ijskonijn
[slachtoffer] : Dank je hulk
[verdachte] : Hoewel die bijnaam niet helemaal meer opgaat
[slachtoffer] : Nee hé
[verdachte] : Zeker vanmorgen niet toen je sodeknijters heet werd met de vingers in je lol
[verdachte] : Sorry kon het niet laten
[slachtoffer] : Haha
[verdachte] : Ja genoot ervan jou te zien genieten en los te zien gaan
[verdachte] : Vergat voor het eerst volledig dat je 16 bent.
10-5-2018 14:00 tot 10-5-2018 14:03
[verdachte] : Wilde je echt voorover duwen en je nemen
[slachtoffer] : Dat dacht ik al
[verdachte] : Maar ja je had geen rok aan lol
[slachtoffer] : Hahaha
[slachtoffer] : Reken er maar op dat dat nooit gaat gebeuren
[verdachte] : Ik ga je binnenkort voorover gooien en je nemen dat is je laatste grote stap is t niet
[slachtoffer] : Ja
[verdachte] : Je bent daar bang voor ook een beetje is t niet
[slachtoffer] : Ja
[verdachte] : Waarom?
[slachtoffer] : Nog een beetje van vroeger maar dat gaat wel weer over
[verdachte] : Hoezo vertel
[slachtoffer] : Dat heb ik je al verteld
[verdachte] : Tis niet dat je dat gedaan is toch...
[slachtoffer] : Jawel
[verdachte] : En toch ga ik het snel doen bij je want je bent er klaar voor
15-5-2018 23:12 tot 15-5-2018 23:13
[verdachte] : Je voelde de bui hangen dat ik het uit deed maken
[slachtoffer] : Ja
[verdachte] : Denk eens aan zaterdag hoe passie vol ik je nog geneukt heb
[verdachte] : Zelfs op jouw meest pijnlijke standje
Ten aanzien van de rol van verdachte ten opzichte van [slachtoffer]
17-5-2018 08:24 tot 17-5-2018 08:27
: Mag ik trouwens energie drinken als ik me gedraag ik heb 2 blikjes mag dat?
[verdachte] : Je gedraagt je dame. Je weet wat t doet met je als je te veel pakt
[verdachte] : Maar voor de gelegenheid vooruit
[verdachte] : Vergeet je belofte echter niet
: Nee, ik vergeet me belofte niet
: Ja, ik gedraag me
15-5-2018 09:43 tot 15-5-2018 09:45
[slachtoffer] : Is die wedstrijd van zaterdag heel veld?
[verdachte] : Ja
[slachtoffer] : Ok
[verdachte] : Heb ik wel om gevraagd zodat ik je kan begeleiden en tips kan geven.
[slachtoffer] : Oke
[verdachte] : Doe ik ookk gewoon even voor je regelen
[slachtoffer] : Ja idd
[verdachte] : Hahaha
[verdachte] : Ben wel goed
6-5-2018 08:13 tot 6-5-2018 08:15
[verdachte] : Jij had toen een keuze
[verdachte] : Wil ik de hulp die ik nu krijg houden of gooi ik die weg
[slachtoffer] : Ja
[verdachte] : Jij hebt gekozen voor behoud ervan al heb je ook bewezen wankel te zijn
[verdachte] : En ja dat deed me pijn dat je het ergens wel wilde
[slachtoffer] : Ja
[verdachte] : Liet me 1 ding zien dat ik niet wilde zien liever
[verdachte] : Maar geeft niet
[slachtoffer] : Wat dan?
[verdachte] : Dat je afhankelijk bent van me
[verdachte] : Zonder mij was je alweer aan de zooi
6-5-2018 08:22 tot 6-5-2018 08:27
[verdachte] : Oef advies en een heel duidelijk uitleg erbij... wat wil je nog meer
[slachtoffer] : Ja idf
[slachtoffer] : Idd*
[slachtoffer] : Ik snap je
[verdachte] : Dacht ik wel
[verdachte] : Als zelfs jij het snapt ben ik heel duidelijk
6-5-2018 22:57 tot 6-5-2018 23:00
[verdachte] : Ach, soms is het even goed dat ik je een trap onder je hol geef
[slachtoffer] : Uhm ja inderdaad
[slachtoffer] : Ik ben een beetje sprakeloos
[verdachte] : Sorry, maar ik merk ineens dat alles zakt bij je
[slachtoffer] : Is het ook
[verdachte] : Nou mooi eigenlijk
[slachtoffer] : Ja
[verdachte] : Heb je even wat in laten zien rooie
[slachtoffer] : Ja idd
[verdachte] : En ja daar heb ik harde woorden bij gebruikt die niet allemaal even gemeend waren maar t werkte wel
Ten aanzien van het geheim houden van de relatie
6-5-2018 12:47 tot 6-5-2018 14:02
[slachtoffer] : Ik moet voortaan meteen naar huis van mama want ze vertrouwd je niet en ik heb toen gezegd dat je me ondersteund met fluiten en vlaggen enzo. En mama die vind het niks omdat ze de hele tijd denkt dat je iets van plan bent bij me. En ik heb gezegd dat je geen gekke dingen doet en dat ik er niet mee eens ben war ze zegt. Dus we hebben net ruzie gehad. En toen ik zei of ik morgen mocht fluiten vroeg ze meteen naar jou en ik zei dat ik het niet weet of je komt ja of nee. En ze vind het niet leuk dat ik altijd weg ben van huis
[slachtoffer] : Maar ik spreek je vanavond weer ik ga zo naar het feestje en bouw ik ondertussen weer me muurtje op
[verdachte] : Ik ben er morgen niet zeg dat maar. Je ma ziet spoken. Zeg maar tegen der dat je zelf die hulp hebt gevraagd en als ze me niet vertrouwd ze altijd bij mij op gesprek kan komen. Zal dan me mond wel open trekken op een normale manier. Wat ze denkt is echt belachelijk.
[verdachte] : Ik meen het over dat gesprek met je ouders zeg maar ik wil er zelfs voor langs komen als ze dat beter laat voelen. Maar ik zal koste wat het kost er alles aan doen om der een goed gevoel te gaan geven. Dit gaat je anders in de weg staan. Je kan altijd aangeven dat je er bang voor bent
16-5-2018 21:07 tot 16-5-2018 21:16
[slachtoffer] : Ik daarnet echt in een deuk gelachen met [naam 1]
[slachtoffer] : Maar was wel gezellig oh ja je kreeg nog de groeten van dr
[verdachte] : Ah sweet... wat weet die dan van me
[slachtoffer] : Dat we een goede vriendschap hebben
[slachtoffer] : En ze kwam er zelf achter dat we een relatie hebben en ze vind het leuk voor ons
[slachtoffer] : En ze vind het goed wat je met me doet om zo goeie invloed op me te hebben
[verdachte] : Wtf ze weet van onze relatie
[slachtoffer] : Yup
[slachtoffer] : Maar ze doet niks
[verdachte] : Weet ze hoe oud ik ben...?
[slachtoffer] : Ze verteld niks door
[slachtoffer] : Nee
[verdachte] : Ok als we dat laatste maar stil houden dan is het goed
[slachtoffer] : Ja komt goed schat
[slachtoffer] : En geloof me ze accepteert het
[verdachte] : Ja sorry ik schrik me even rot
[slachtoffer] : Snap ik
[slachtoffer] : Maar geloof me ze doet niks
[verdachte] : Je weet ik vertrouw je
[slachtoffer] : Ja weet ik
[verdachte] : En ja t moest een keer uitkomen
[verdachte] : Zolang t niet bij [naam 2] komt dan dat ik t bent... die weet te veel toch
[slachtoffer] : Ja weet ik
[slachtoffer] : Ik denk dat zij er langzaam er ook achter komt maar ik doe er alles aan om dat niet te laten gebeuren
[verdachte] : Blijven ontkennen had je net ook moeten doen
16-5-2018 22:22 tot 16-5-2018 22:23
[slachtoffer] : Waar irriteer je je het meest aan bij ons
[verdachte] : Dat t zo geheimzinnig moet tussen ons. Ik heb de wereld voor je over ondertussen maar de wereld mag t niet weten
Ten aanzien van de mishandeling
2-5-2018 21:53 tot 2-5-2018 21:54
[verdachte] : Dus denk erom jij
[verdachte] : Ik meen t
[slachtoffer] : Ja
[verdachte] : Je krijgt anders echt slaag van mij....
[verdachte] : Weet je wel.zoeen tik tegen je hoofd
[slachtoffer] : Nee hoeft niet
[verdachte] : Dan kappen rooie gek
12-5-2018 20:45 tot 13-5-2018 08:05
[verdachte] : Ik genoot met je en ja heb geen spijt van wat iknheb gezegd mop
[verdachte] : Je hebt t top gedaan vanmiddag en rooie vanochtend bij mij thuis was overheerlijk
[slachtoffer] : Ik ben thuis
[slachtoffer] : Idd ik heb ook zeker weten genoten al heel de dag
[slachtoffer] : Maar ff 1 ding schat draai nooit meer mijn hand zo ver en zeker niet me linker hand
[slachtoffer] : Schat ik ga slapen ben echt moe ik spreek je morgen ochtend nog wel. Slaap lekker schat
[verdachte] : Morgen lieverd. Ik lag al te slapen lol. Ik zal rekening met je houden liefje dat weet je
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij de trainer is geweest van [slachtoffer] en haar tips en aanwijzingen heeft gegeven bij het scheidsrechteren. Hij heeft met [slachtoffer] een seksuele relatie gehad en de seksuele handelingen zoals verwoord in de tenlastelegging hebben daarbij plaatsgevonden. Hij heeft haar soms tikken gegeven. Desgevraagd heeft verdachte verklaard dat hij vond dat er sprake was van een gezagsverhouding. [9]
Bewijsoverwegingen t.a.v. feit 1
Gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen staat in voldoende mate vast dat de seksuele handelingen zoals genoemd in de tenlastelegging hebben plaatsgevonden terwijl [slachtoffer] nog minderjarig was. De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is of er ten tijde van die seksuele handelingen ook sprake was van een gezagsverhouding zoals bedoeld in artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt daartoe als volgt.
Zowel [slachtoffer] als de verdachte hebben verklaard dat verdachte [slachtoffer] heeft getraind, dat verdachte tips en aanwijzingen gaf bij het scheidsrechteren en dat zij bij hem als assistent trainer fungeerde, waarbij verdachte verantwoordelijk bleef. Dit betekent dat er sprake is van een zekere mate van afhankelijkheid tussen verdachte [slachtoffer] , in die zin dat zij door hem wordt begeleid in het worden van scheidsrechter, maar ook bij het geven van training, of juist het trainen zelf. Dat verdachte deze rol had, wordt bevestigd door voornoemde WhatsApp berichten, maar zeker ook door de getuigenverklaringen van de moeder van [slachtoffer] en [getuige] .
Het verweer van de verdediging dat de seksuele relatie reeds was aangevangen voordat sprake was van een noemenswaardige gezagsverhouding, passeert de rechtbank. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij in 2017 samen training is gaan geven met verdachte. Dit wordt bevestigd door de verklaring van [getuige] , in die zin dat hij verklaart dat [slachtoffer] vanaf november 2017 de assistent-trainer was van verdachte. De gezagsverhouding was derhalve op het moment dat de seksuele relatie startte, te weten begin februari 2018, reeds een feit.
Gelet hierop en gelet op de hierboven genoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte – als voetbaltrainer en begeleider - in de periode van 1 februari 2018 tot en met 24 mei 2018 ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] die op dat moment nog minderjarig was.
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het onderdeel “scheidsrechter” nu niet is gebleken dat verdachte in die hoedanigheid een gezagsverhouding had ten opzichte van [slachtoffer] , zoals bedoeld in artikel 249 Sr.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2
Gelet op de verklaring van verdachte ter terechtzitting, de verklaring van [slachtoffer] en de WhatsApp berichten is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte [slachtoffer] in de periode van 1 januari 2018 tot en met 24 mei 2018 heeft mishandeld door haar tegen haar hoofd te slaan en door de pols van [slachtoffer] te draaien.
De stelling van de verdediging dat sprake zou kunnen zijn van een grap, wordt niet door de verklaring van [slachtoffer] of de WhatsApp berichten ondersteund. Uit deze laatste blijkt juist dat [slachtoffer] vraagt aan verdachte om het niet meer te doen. Hoewel slechts een selectie uit de tussen [slachtoffer] en verdachte gewisselde berichten aan het dossier is toegevoegd, zijn wel enkele berichten voorafgaand aan de mededelingen over de mishandeling opgenomen. Hierdoor is de context van deze berichten voldoende duidelijk om een ‘grap’ te kunnen uitsluiten.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
als voetbaltrainer en begeleider - op meerdere tijdstippen in de periode omstreeks 3 februari 2018 tot en met 24 mei 2018 te Etten-Leur telkens ontucht heeft gepleegd met de aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarige [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] 2002, door zijn penis in de vagina en de mond van die [slachtoffer] te brengen en door die [slachtoffer] te tongzoenen en door de vagina en
/ofborsten van die [slachtoffer] te betasten;
2.
op meerdere tijdstippen in de periode 1 januari 2018 tot en met 24 mei 2018 te Etten-Leur [slachtoffer] telkens heeft mishandeld door die [slachtoffer] tegen haar hoofd te slaan en door de pols van die [slachtoffer] te draaien.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Hij vordert hierbij als bijzondere voorwaarden een locatieverbod voor de [straatnaam] te Etten-Leur en een contactverbod met [slachtoffer] op te leggen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de eis erg fors is gelet op het blanco strafblad van verdachte, de thuissituatie van verdachte en het lage recidiverisico. Een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf is passender. Hoewel de reclassering geen contact- en locatieverbod heeft geadviseerd, verzet de verdediging zich niet tegen het opleggen van deze bijzondere voorwaarden. Zij laat de beoordeling van de noodzaak tot het opleggen van deze voorwaarden over aan de rechtbank.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Het slachtoffer [slachtoffer] was in de tenlastegelegde periode lid van de voetbalvereniging waar verdachte actief was als trainer en scheidsrechter. Ten opzichte van [slachtoffer] vervulde verdachte de rol van voetbaltrainer, maar ook die van begeleider in het traject dat [slachtoffer] zelf doorliep tot scheidsrechter en trainer en die van vertrouwenspersoon. Hoewel verdachte 36 jaar oud was en [slachtoffer] slechts 16, is het contact tussen beiden uitgegroeid tot een relatie. In die relatie is meermalen - onder meer in het ouderlijk huis van [slachtoffer] en buiten in de wijk - sprake geweest van seksueel contact dat mede bestond uit seksueel binnendrin-gen.
De seksuele omgang tussen een volwassene en een minderjarige als het onderhavige slachtoffer is strafbaar. De strafbaarstelling in de door de verdachte overtreden wetsbepalingen beoogt minderjarigen die in een afhankelijkheidsrelatie verkeren - zoals [slachtoffer] ten opzichte van haar voetbaltrainer of ten opzichte van degene die haar begeleidt om scheidsrechter en/of trainer te worden - te beschermen tegen het ondergaan van seksuele handelingen en de schadelijke gevolgen die dit kan hebben. Zij kunnen door die afhankelijke positie immers minder weerstand bieden dan anderen.
Het is een feit van algemene bekendheid dat seksueel misbruik van minderjarigen een zeer ernstige inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit vormt. Minderjarigen bevinden zich in een kwetsbare ontwikkelingsfase. Door ontuchtige handelingen te plegen met een minderjarige stelt een verdachte de bevrediging van zijn eigen lustgevoelens boven de belangen van het slachtoffer. Hierdoor doorkruist een verdachte de seksuele ontwikkeling van een minderjarige, terwijl een minderjarige ongestoord hoort te kunnen groeien tot volwassenheid, zeker ook op seksueel vlak. Het is algemeen bekend dat slachtoffers van dergelijke delicten nog langdurig de nadelige, psychische gevolgen daarvan (kunnen) ondervinden.
Verdachte heeft [slachtoffer] bewogen tot seksuele gedragingen voor zijn eigen genot en daarbij geen acht geslagen op de grote nadelige gevolgen voor haar. Dit rekent de rechtbank verdachte zwaar aan. Wat de rechtbank in strafverzwarende zin meeweegt, is dat verdachte zowel door de moeder van [slachtoffer] als door de voetbalclub is aangesproken op zijn gedrag. Desondanks is verdachte niet tot inkeer gekomen en doorgegaan met de seksuele handelingen. Sterker, verdachte heeft zowel de moeder van [slachtoffer] als de voetbalclub voorgelogen. Zoals verdachte ook ter zitting heeft verklaard, moest hij ‘iets verzinnen’ toen de voetbalclub hem aansprak op zijn gedrag. De relatie is pas beëindigd toen de moeder van [slachtoffer] daar kennis van kreeg en ingreep.
De handelingen zijn verdachte des te meer aan te rekenen, nu [slachtoffer] beperkingen had, waardoor zij extra kwetsbaar was. Zij zat daarom ook op de praktijkschool, waar zij extra begeleiding kreeg. Verdachte was hiervan op de hoogte en ook van het feit dat [slachtoffer] al enige strubbelingen in het verleden heeft gehad. Verdachte heeft bij dit alles kennelijk nimmer stilgestaan en heeft zijn eigen bevrediging vooropgesteld en de seksuele handelingen laten voortduren. Daar komt nog bij dat verdachte heel goed wist dat hij aan het doen was, gelet op de inhoud van de WhatsApp gesprekken, waaruit blijkt dat hij niet wil dat iemand van de relatie op de hoogte is.
De verdachte heeft met zijn gedrag ook schade aan de voetbalclub toegebracht en ernstig inbreuk gemaakt op het vertrouwen dat in hem als voetbaltrainer en scheidsrechter, maar ook als volwassene ten opzichte van een jong meisje mag worden gesteld. Kinderen en ouders moeten er vanuit kunnen gaan dat bij een vereniging veilig gesport kan worden.
Voorts weegt de rechtbank in strafverzwarende zin mee dat de ontucht gepaard is gegaan van meerdere keren seksueel binnendringen en dat verdachte [slachtoffer] gedurende hun relatie op meerdere momenten heeft mishandeld.
Anders dan verdachte kennelijk zelf vindt, is de rechtbank van oordeel dat verdachte ten tijde van de bewezenverklaarde strafbare feiten volledig toerekeningsvatbaar was. De rechtbank baseert zich daarbij op het rapport van de psycholoog, drs. I.J.G.P. Neissen, van 20 augustus 2018. Zij ziet in het feit dat bij verdachte in de periode dat de ontucht plaats-vond, sprake was van een depressie, dan ook geen omstandigheid die in strafverminderende zin dient te worden meegewogen.
Tot slot heeft de rechtbank acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie van 20 december 2019, waaruit blijkt dat verdachte in 2014 is veroordeeld voor een mishande-ling.
Alles afwegend acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden passend en geboden. De rechtbank realiseert zich dat zij daarmee een hogere straf oplegt dan door de officier van justitie is geëist. Met name gelet op het aantal keer dat het seksueel binnendringen heeft plaatsgevonden, alsmede de kwetsbaarheid van het slachtoffer, ziet de rechtbank echter geen ruimte voor een lagere of andere straf. Ook de thuissituatie van verdachte en de moeilijke omstandigheden waarin zijn echtgenote verkeert, maken dit niet anders.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij [slachtoffer] vordert een schadevergoeding van € 6.602,95 voor de tenlastegelegde feiten.
Vordering
Benadeelde partij vordert € 102,96 vergoeding voor materiële schade door reiskosten. Van dit bedrag ziet € 79,50 specifiek op reiskosten gemaakt in verband met ziekenhuisbezoeken naar aanleiding van letsel dat is ontstaan door het tweede tenlastegelegde feit de mishandeling). De overige reiskosten ter hoogte van € 23,46 zijn gemaakt voor het bezoeken van slachtofferhulp, het officiersgesprek en het bijwonen van de zitting.
Daarnaast vordert benadeelde partij een bedrag van € 6.500,00 aan immateriële schade. Van dit bedrag ziet € 5.000,00 op de immateriële schade ontstaan door de ontucht (feit 1) en
€ 1.500,00 op de immateriële schade volgend uit de mishandeling (feit 2).
Oordeel materiële schade
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade toegewezen kan worden tot een bedrag van € 23,46 ter zake van de reiskosten voor het bezoeken van slachtofferhulp, het officiersgesprek en het bijwonen van de zitting. Deze schade is een rechtstreeks gevolg van de bewezenverklaarde feiten en de rechtbank acht verdachte aansprakelijk voor deze schade. Het gevorderde bedrag is tot dit bedrag voldoende aannemelijk gemaakt en de rechtbank zal daarom dit deel van de vordering toewijzen.
Dan resteert het bedrag van € 79,50 ten aanzien van de reiskosten die zijn gemaakt in verband met het bezoeken van het ziekenhuis. Het is de rechtbank onvoldoende gebleken dat het letsel aan de schouder van benadeelde een rechtstreeks gevolg is van de bewezenverklaarde mishandeling door verdachte. Zo is in de aangifte en in de getuigenverklaringen geen melding gemaakt van letsel aan de schouder en is kennelijk pas in juli 2018 een arts geraadpleegd. Om dit deel van de vordering te kunnen beoordelen zou nader onderzoek verricht moeten worden. Hiervoor zou de behandeling van de strafzaak aangehouden moeten worden. De rechtbank is van oordeel dat die aanhouding een onevenredige belasting van de strafzaak op zou leveren. De benadeelde partij zal daarom voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. Deze vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Oordeel immateriële schade feit 1
De rechtbank is van oordeel dat de immateriële schade die is ontstaan door de ontucht toegewezen kan worden tot een bedrag van € 2.500,00. De rechtbank is van oordeel dat de schade tot dat bedrag een rechtstreeks gevolg is van de bewezenverklaarde. Dit bedrag komt overeen met toegewezen bedragen in soortgelijke zaken. Het gevorderde bedrag is tot dit bedrag voldoende aannemelijk gemaakt en de rechtbank zal daarom dit deel van de vordering toewijzen.
Voor het overige deel van de vordering tot immateriële schade door de ontucht acht de rechtbank het gevorderde bedrag onvoldoende aannemelijk gemaakt en zij zal de benadeelde partij daarom voor dat deel niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Dit deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Oordeel immateriële schade feit 2
Benadeelde partij heeft € 1.500,00 gevorderd ter vergoeding van de schade die is ontstaan door de mishandeling. De rechtbank stelt vast dat het hoofddeel van de onderbouwing ziet op immateriële schade door letsel aan de schouder van benadeelde. Er is echter ook gewezen op pijn door klappen op het hoofd.
Met betrekking tot de immateriële schade door het letsel aan haar schouder verwijst de rechtbank naar haar eerdere overweging. Die overweging geldt ook voor de immateriële schade gebaseerd op het letsel aan de schouder. De benadeelde partij zal daarom voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. Deze vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De rechtbank is van oordeel dat de immateriële schade door de klappen op het hoofd van benadeelde vooralsnog onvoldoende is onderbouwd. De benadeelde partij zal daarom ook voor dit deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. De vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Schadevergoedingsmaatregel en wettelijke rente
Met betrekking tot het toegewezen bedrag ter hoogte van in totaal € 2.523,46 zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
De rechtbank kent ook de wettelijke rente toe over bovengenoemd bedrag. Deze wettelijke rente wordt toegekend vanaf 24 mei 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 57, 249 en 300 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Feit 1:ontucht plegen met een aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarige,
meermalen gepleegd;
Feit 2:mishandeling, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 24 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partij
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 2.523,46, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 mei 2018 tot aan de dag van de algemene voldoening. Het toegewezen bedrag bestaat uit € 23,46 ter zake van materiële schade en
€ 2.500,00 ter zake van immateriële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] , € 2.523,46 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 mei 2018 tot aan de dag van de algemene voldoening, bij niet betaling te vervangen door 30 dagen gijzeling, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Voorlopige hechtenis- heft het geschorste bevel voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. Prenger, voorzitter, mr. Van der Burgh en mr. Voorn, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Eekelen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 februari 2020.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld het eindproces-verbaal met documentcode BVH 2018118671 van Politie Zeeland - West Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 111.
2.Proces verbaal van bevindingen informatief gesprek, pagina 52 en 53.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige, pagina 64-71.
4.Proces-verbaal aangifte, pagina 56 en57.
5.Proces-verbaal aangifte, pagina 58 59 en 60.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige, pagina 72.
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 32-33.
8.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 92.
9.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 januari 2020.