Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 september 2020 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,
[naam derde partij]te [plaatsnaam] , gemachtigde [naam gemachtigde] .
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Bijlage – wettelijk kader
- het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik en betreft het aanbrengen van verhardingen in de vorm van paden;
- de waterhuishoudkundige situatie mag niet onevenredig worden aangetast.
Hierbij geldt dat de beoordeling van de waterhuishoudkundige situatie pas plaats vindt bij oppervlakteverhardingen boven de 2000 m2.