Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[eiser 1]
[eiser 2] ,
1.[gedaagde 1]
[gedaagde 2] ,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de vordering van eisers, die een voorlopige voorziening vroegen voor de sluiting en ontruiming van een kapsalon. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde, vorderden onder andere dat gedaagden zouden worden veroordeeld tot sluiting van de kapsalon en ontruiming van de inventaris. De gedaagden voerden aan dat de kantonrechter niet bevoegd was, omdat het ging om een vordering van onbepaalde waarde. De kantonrechter overwoog dat er geen duidelijke aanwijzing was dat de vordering geen hogere waarde vertegenwoordigde dan € 25.000,-, wat volgens de wet vereist is voor de bevoegdheid van de kantonrechter. De kantonrechter heeft daarom de zaak verwezen naar de voorzieningenrechter van team Civiel, Cluster II voor Civiele handelszaken van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De eisers dienen zich na verwijzing te laten vertegenwoordigen door een advocaat, terwijl gedaagden geen verplichte procesvertegenwoordiging hebben. De overige stellingen en verweren van partijen zijn niet verder besproken, aangezien de kantonrechter zich onbevoegd achtte.