ECLI:NL:RBZWB:2020:4723

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 oktober 2020
Publicatiedatum
2 oktober 2020
Zaaknummer
02-800281-18
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • F. Felix
  • M. Speekenbrink
  • M. Wijffels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en ontuchtige handelingen met minderjarige, inclusief vervaardiging van kinderporno

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 oktober 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van meerdere seksuele misdrijven tegen een minderjarige. De verdachte, geboren in 1960, was werkgever van het slachtoffer, dat in de periode van 2015 tot 2018 ontuchtige handelingen heeft ondergaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende drie jaar ontuchtige handelingen heeft gepleegd met het minderjarige slachtoffer, dat aan zijn zorg was toevertrouwd. Dit omvatte onder andere het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer en het vervaardigen van kinderporno. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan de tijd in voorarrest in mindering wordt gebracht. Daarnaast is de verdachte verplicht om een schadevergoeding van ruim tienduizend euro te betalen aan het slachtoffer. De rechtbank heeft in haar overwegingen de kwetsbaarheid van het slachtoffer, het aanzienlijke leeftijdsverschil en de vertrouwensrelatie tussen verdachte en slachtoffer zwaar meegewogen. De verdachte heeft de feiten ontkend, maar de rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en de verzamelde bewijsmiddelen als overtuigend beschouwd. De rechtbank heeft ook de impact van de daden van de verdachte op de geestelijke gezondheid van het slachtoffer in aanmerking genomen, wat heeft geleid tot de beslissing om een aanzienlijke gevangenisstraf op te leggen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-800281-18
vonnis van de meervoudige kamer van 2 oktober 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1960,
wonende te [adres] ,
raadsvrouw mr. M.A.J. Timmermans-Roelands, advocaat te Bergen op Zoom.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 18 september 2020, waarbij de officier van justitie, mr. Simpelaar, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Verdachte wordt verdacht van een viertal feiten, kort en feitelijk weergegeven:
- feit 1: dat verdachte tussen 1 juni 2015 en 3 februari 2017 ontucht heeft gepleegd met [aangeefster] terwijl zij in de leeftijd was tussen 12 en 16 jaar, terwijl hij haar werkgever/leidinggevende was en zij aan zijn waakzaamheid was toevertrouwd;
- feit 2: dat verdachte in de periode van 4 februari 2017 t/m 16 april 2018 [aangeefster] meermalen heeft verkracht;
- feit 3: dat verdachte op 17 april 2018 [aangeefster] heeft verkracht danwel heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen;
- feit 4: dat verdachte in de periode van 1 april 2018 t/m 19 april 2018 kinderporno van [aangeefster] heeft gemaakt en in bezit heeft gehad, danwel in een woning heimelijk gesprekken van [aangeefster] heeft opgenomen en afbeeldingen van haar heeft gemaakt.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig. De rechtbank is bevoegd. De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging. Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de aan hem tenlastegelegde feiten heeft begaan en baseert zich daarbij op de bewijsmiddelen in het dossier.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van het onder 1 tenlastegelegde feit wegens een gebrek aan bewijs. Verdachte ontkent dat ontuchtige handelingen, die bestonden uit het seksueel binnendringen, hebben plaatsgevonden in de periode juni 2015 tot februari 2017. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw partiële vrijspraak bepleit, omdat volgens verdachte begin 2017 geen sprake was van een fysieke relatie tussen hem en [aangeefster] en voorts omdat in de tenlastegelegde periode geen sprake was van dreiging, dwang of misbruik van positie om [aangeefster] tot seksuele handelingen te dwingen. Er was volgens de verdediging sprake van een liefdesrelatie en de seksuele gemeenschap was met wederzijdse instemming. De raadsvrouw heeft ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde feit aangevoerd dat sprake was van door beiden gewenste seksuele gemeenschap. Er is geen sprake geweest van dwang, hetgeen dient te leiden tot vrijspraak. Ten aanzien van feit 4 dient verdachte partieel te worden vrijgesproken, omdat hij de gemaakte geluidsfragmenten en filmpjes niet heeft verspreid, aldus de raadsvrouw.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 1 – Aanvang van de seksuele relatie tussen verdachte en aangeefster
Op grond van de redengevende feiten en omstandigheden zoals weergegeven in de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat tussen verdachte en aangeefster sprake is geweest van een seksuele relatie. Verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting bekend dat tussen hem en aangeefster veelvuldig seksuele handelingen hebben plaatsgevonden, die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam van aangeefster. Verdachte ontkent echter dat dit heeft plaatsgevonden voordat aangeefster 16 jaar oud was. De rechtbank staat voor de vraag of zij op grond van de bewijsmiddelen bewezen acht dat sprake is geweest van een seksuele relatie voordat aangeefster zestien jaar oud was.
De rechtbank constateert dat aangeefster bij de politie zeer open en gedetailleerd heeft verklaard. Zij heeft verklaard over de vergaande seksuele handelingen die tussen haar en verdachte hebben plaatsgevonden, wanneer deze handelingen zijn aangevangen, waar de handelingen uit bestonden en waar deze hebben plaatsgevonden. Volgens aangeefster is zij op haar dertiende gaan werken in verdachtes restaurant [restaurant] . Zij was dertien jaar oud toen de seksuele handelingen begonnen. De handelingen bestonden aanvankelijk uit zoenen, maar dit werden al snel verdergaande seksuele handelingen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van aangeefster. Volgens aangeefster vond de eerste keer seksuele gemeenschap plaats in de periode tussen de laatste maand van 2015 en april 2016. Zij zat toen in de derde klas. Hierna hebben aangeefster en verdachte regelmatig seksuele gemeenschap met elkaar gehad. In februari 2017 werd aangeefster 16 jaar oud. Zij heeft ongeveer drie jaar gewerkt bij het restaurant.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat [aangeefster] veertien jaar oud was toen zij bij het restaurant kwam werken. Daarvoor hadden zij geen contact. Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat deze verklaring van verdachte niet klopt. Uit de WhatsApp-berichten tussen verdachte en aangeefster blijkt immers dat zij in 2014 al veelvuldig contact met elkaar hadden, zoals aangeefster ook heeft verklaard. Aangeefster is dan dertien jaar oud.
De verklaring van aangeefster dat vóór haar zestiende reeds sprake was van een seksuele relatie met verdachte vindt steun in andere bewijsmiddelen.
Zo treft de politie bij de aanhouding van verdachte in april 2018 een afscheidsbrief van verdachte in zijn woning aan. Hierin schrijft verdachte onder meer dat een meid van 17 zijn leven heeft verwoest, dat [aangeefster] niet menselijk is en dat je zo niet met mensen omgaat. Hij schrijft: “Drie jaar lang iemand het hoofd op hol brengen.” Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij deze brief heeft geschreven kort voor zijn aanhouding en dat hij met [aangeefster] aangeefster bedoelt. De rechtbank leidt hieruit af dat de op dat moment zeventienjarige aangeefster het hoofd van verdachte drie jaar lang op hol heeft gebracht. Dit kan impliceren dat verdachte en aangeefster al ver voordat aangeefster zestien jaar was een relatie met elkaar hadden. De verklaring van verdachte ter zitting dat hij zeker weet dat dit niet over seks gaat, maar hierover verder niets kan uitleggen is onvoldoende om deze implicatie te weerleggen, mede gelet op de verklaring van verdachte bij de politie op 22 april 2018 dat hij zijn hoofd op hol heeft laten brengen door [aangeefster] en daardoor zijn relatie kapot heeft laten gaan.
De stelling van aangeefster dat zij en verdachte lang voordat zij zestien jaar was al een seksuele relatie met elkaar hadden, vindt voorts steun in het WhatsApp-contact tussen hen beiden tussen september 2014 (aangeefster is dan 13 jaar) en eind december 2015, waarin verdachte onder meer schrijft
weerte willen zoenen. Op 31 december 2015 vraagt aangeefster verdachte of zij een relatie hebben, hetgeen verdachte bevestigt. Aangeefster is op dat moment veertien jaar oud.
De rechtbank ziet op grond van de inhoud van het dossier dan ook geen enkele aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster en zal deze daarom volgen, zowel ten aanzien van wat er tussen hen is gebeurd, als wanneer dat is gebeurd.
Nog afgezien van de omstandigheid dat verdachte elk seksueel contact vóór aangeefsters zestiende jaar ontkend, onderstreept de rechtbank dat in dit verband geen rol speelt dat verdachte het idee had dat sprake was van een liefdesrelatie, omdat dat het plegen van ontuchtige handelingen niet in de weg staat. Het verrichten van seksuele handelingen door een oudere man met een veertig jaar jonger – veertien dan wel vijftien jarig - meisje is in strijd met de sociaal-ethische norm, zoals bedoeld bij het strafbaar stellen van een dergelijke gedraging in artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht. De ratio hierachter is de bescherming van minderjarigen onder de zestien jaar tegen het dulden van (ernstige) seksuele handelingen. Alles overziend is de rechtbank van oordeel dat hetgeen tussen verdachte en aangeefster heeft plaatsgevonden, is te kwalificeren als ontuchtig handelen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank hetgeen aan verdachte onder 1 is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen.
Nu onvoldoende uit het dossier blijkt wanneer het in de aangifte genoemde anale sekscontact heeft plaatsgehad, zal de rechtbank verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
Feit 2 – Verkrachting; Is sprake geweest van dwang?
Om tot een bewezenverklaring van de onder feit 2 tenlastegelegde verkrachting te komen, moet worden vastgesteld dat verdachte door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid aangeefster – in grofweg de periode dat zij zestien / zeventien was - heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van haar lichaam.
De rechtbank is op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting van oordeel dat geen sprake is geweest van geweld of bedreiging met geweld. De vraag resteert dan of sprake is geweest van ‘andere feitelijkheden’ waardoor verdachte aangeefster heeft gedwongen tot het ondergaan van de tenlastegelegde seksuele handelingen, hetgeen verdachte betwist. Met ‘feitelijkheid’ kan worden bedoeld een gedraging of een omstandigheid die geschikt is om iemand te dwingen tot hetgeen van hem of haar wordt verlangd, waarbij in het bijzonder aan psychische druk kan worden gedacht. Uit vaste rechtspraak volgt dat in dat verband dan moet worden vastgesteld dat verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend of aangeefster in een zodanige afhankelijkheidsrelatie heeft gebracht, dat zij zich daardoor niet tegen die handelingen kon verzetten, of dat verdachte aangeefster heeft gebracht in een zodanige, door hem opzettelijk veroorzaakte (bedreigende) situatie waarin het voor het slachtoffer zo moeilijk was om zich aan die handelingen te onttrekken dat er sprake was van dwang van de zijde van verdachte. Hierbij kunnen ook omstandigheden worden meegewogen die voorafgaand aan de tenlastegelegde periode hebben plaatsgevonden.
Op grond van de bewijsmiddelen staat vast dat in de periode dat de seksuele handelingen plaatsvonden aangeefster minderjarig was en verdachte een volwassen man. Het leeftijdsverschil tussen hen is aanzienlijk en bedraagt ruim veertig jaar. Aangeefster bevond zich gelet op haar geestelijke en sociale ontwikkeling in een kwetsbare situatie. Verdachte was de werkgever van aangeefster, die als afwashulp werkzaam was in het restaurant van verdachte. In die betrekking was geen sprake van een gelijkwaardige relatie, maar had verdachte niet alleen vanwege zijn leeftijd een natuurlijk overwicht op aangeefster, maar ook vanwege zijn positie als werkgever. Onder die omstandigheden presenteerde verdachte zich als vertrouwenspersoon voor aangeefster, die hem in vertrouwen nam ten aanzien van haar problemen in haar thuissituatie. Verdachte gaf haar adviezen en ving haar emotioneel op. Verdachte, op zijn beurt, nam aangeefster in vertrouwen over zijn huwelijksproblemen. Verdachte zei tegen aangeefster dat zij maatjes waren en dat maatjes voor elkaar vechten en door het vuur gaan. Zo won verdachte het vertrouwen van aangeefster. Op enig moment – vóór de in feit 2 genoemde periode - hebben verdachte en aangeefster gezoend. Aangeefster gaf op een gegeven moment - in WhatsApp-contact - aan het liever bij ‘vadergevoelens’ te willen laten. Ook heeft zij hem naar eigen zeggen gevraagd dat hij toch wel wist dat dit niet goed was. Verdachte heeft hierop gereageerd door te zeggen dat het niet erg was. Aangeefster vond sommige handelingen, zo heeft zij verklaard, niet fijn, waarop verdachte heeft gereageerd met de woorden dat het wel goed kwam, dat het tijd nodig had of dat zij er even aan moest wennen. Aangeefster heeft hierdoor toch stapsgewijs haar grenzen verlegd.
Dat verdachte misschien niet is gebleken van concreet verzet, doet hieraan niet af, nu dat voor een bewezenverklaring van ‘dwang’ niet is vereist.
Verdachte bouwde geleidelijk een seksuele relatie met aangeefster op. Binnen de ontuchtige relatie die vervolgens tussen hen is ontstaan, heeft verdachte aangeefster ervan weten te overtuigen de seksuele handelingen te ondergaan. Uit de verklaring van aangeefster blijkt, dat verdachte deze dingen kon doen, doordat hij zei dat aangeefster hem kon vertrouwen, en dat het allemaal goed kwam. Dat leidde ertoe dat aangeefster steeds weer mee ging in de door hem gewenste verdergaande seksuele handelingen. Verdachte wist dat hetgeen zich tussen hen afspeelde niet door de beugel kon vanwege het aanzienlijke leeftijdsverschil en de verhouding waarin zij tot elkaar stonden en daar hebben verdachte en aangeefster vaak over gesproken. Verdachte besprak zijn huwelijksproblemen met aangeefster en plaatste aangeefster daarmee in een onmogelijk loyaliteitsconflict. Voor aangeefster leek er geen weg meer terug. Met uitingen dat, als zij de relatie zou verbreken hij een einde aan zijn leven zou maken en dat dit haar schuld zou zijn, heeft verdachte een zodanige bedreigende situatie voor aangeefster gecreëerd dat zij onmogelijk ‘nee’ tegen verdachte kon zeggen en zij niet anders kon dan doorgaan met het verrichten van de seksuele handelingen met verdachte, ook in de periode zoals die onder feit 2 is tenlastegelegd.
Dat sprake was van een dusdanige psychische druk bij aangeefster waardoor in juridische zin sprake is van dwang, blijkt voorts uit de verklaring van aangeefster dat verdachte op vrijdag 13 april 2018 een bericht las van aangeefsters vriend op haar telefoon, waarna hij boos werd. Volgens aangeefster is het dreigen daarna echt begonnen. Hij zou naar haar familie gaan om te vertellen dat aangeefster dit allemaal zou willen. Verdachte heeft zijn woorden ook gestand gedaan en heeft op 13 april 2018 haar oma gebeld en gezegd dat hij binnenkort langs zou komen, omdat hij iets moest vertellen over aangeefster. Vervolgens heeft verdachte diezelfde dag ook bij haar vriend aan de deur gestaan en haar daar gezegd dat zij geen twee mannen kon hebben. Dit wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige] die heeft verklaard dat de oude baas van [aangeefster] aan de deur stond en tegen aangeefster zei dat zij zijn huwelijk naar de knoppen had geholpen, waarna aangeefster in shock was en zei dat ze wel met hem mee zou gaan. In de dagen hierna is wederom sprake geweest van gemeenschap.
Conclusie
Door voornoemde feitelijkheden heeft verdachte een zodanige - soms bedreigende - sfeer doen ontstaan, waarin naar het oordeel van de rechtbank sprake was van een psychische druk vanuit verdachte op aangeefster, dat zij zich in redelijkheid niet tegen die handelingen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, heeft kunnen verzetten of zich daaraan heeft kunnen onttrekken, zodat kan worden gesproken van dwang.
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3 – Verkrachting op 17 april 2018
De rechtbank heeft reeds bewezen verklaard dat in de periode van 4 februari 2017 tot en met 16 april 2018 sprake is geweest van verkrachting. Zowel aangeefster als verdachte hebben verklaard dat zij op dinsdag 17 april 2018 wederom seks met elkaar hebben gehad. Verdachte ontkent echter dat hierbij sprake is geweest van dwang.
Verklaring aangeefster
Aangeefster heeft verklaard dat zij op dinsdagochtend 17 april 2018 door verdachte in Lage Zwaluwe is opgehaald en dat zij naar het huis van verdachte in Kaatsheuvel zijn gegaan. Zij hoopte dat zij een oplossing konden bedenken, zodat verdachte haar met rust zou laten. Hij zei vooraf dat zij de boot niet af mocht houden, omdat hij anders naar haar oma zou gaan. Aangeefster durfde niet te zeggen dat hij het uit moest zoeken. Zij was bang dat hij alles aan haar oma zou vertellen. Verdachte wilde praten over een oplossing dat ze bij hem zou blijven en dat ze niet bij hem weg mocht gaan. Binnengekomen wilde verdachte een knuffel en een kus. Toen zij dat niet wilde, begon hij te dreigen dat hij iets achter de hand had. Verdachte dreigde dat hij haar ouders in kennis zou stellen dat aangeefster en verdachte iets hadden en dat aangeefster het fijn zou vinden. Verdachte wilde vervolgens naar boven en sloeg haar op haar kont. Boven heeft verdachte verteld over " [naam 1] ", een vriend van verdachte bij de recherche. Die man van de politie, [naam 1] , zou een dossier over haar hebben. Ook zou haar telefoon onder de tap staan. Verdachte zei dat hij geluidsopnames had gemaakt van hen beiden. Aangeefster vroeg verdachte of hij alles wilde verwijderen, maar hij wilde dat niet, omdat hij zeker wilde weten dat aangeefster van hem was. Verdachte zei dat het toch wel uit zou komen als zij niet zou meewerken. Verdachte zei steeds dat als aangeefster door zou gaan met haar vriend, [naam 1] van de politie op de rode knop zou drukken en dat alles bekend zou worden. Verdachte zei tegen aangeefster dat hij dan aangehouden zou worden en dat aan de hand van het dossier van [naam 1] al snel zou blijken dat aangeefster alles gewild had en dat hij zo weer vrij zou zijn. Hij zei dat aangeefster erop zou worden aangekeken dat zij seks had gehad met zo'n oude man. Volgens aangeefster wilde verdachte toen weer gemeenschap. Zij durfde niet te zeggen dat hij moest ophouden en weggaan, omdat zij niet wilde dat haar ouders erachter zouden komen. Toen hebben verdachte en aangeefster gemeenschap gehad, waarbij oraal en vaginaal seksueel contact heeft plaatsgevonden.
De rechtbank acht de verklaring van aangeefster over hetgeen zich op 17 april 2018 tussen haar en verdachte heeft voorgedaan geloofwaardig, nu deze steun vindt in het dossier. Zo vindt de verklaring in belangrijke mate steun in de processen-verbaal waarin de inhoud van het op 17 april 2018 door verdachte opgenomen geluidsfragment is weergegeven. Hieruit volgt dat sprake was van ruzie tussen aangeefster en verdachte over een telefoontap die zou zijn afgesloten op de telefoon van aangeefster. Verdachte zegt in dat gesprek dat er een tap op de telefoon zit van aangeefster, omdat hij dan zou weten wanneer zij zou liegen. Een onderdeel van de politie, de recherche, zou de telefoon onder de tap hebben. Aangeefster zou die persoon, [naam 1] , een motoragent met een grote baard, ook kennen. Verdachte zou [naam 1] alles hebben verteld over de situatie. Verdachte zegt in dat gesprek herhaaldelijk dat hij alles van aangeefster wist en dat er gevolgen waren als verdachte [naam 1] op de knop zou laten drukken. Te horen is dat aangeefster moet huilen en zegt dat verdachte een stok achter de deur heeft en zij niets. Verdachte zegt dat hij deze stok niet wil hebben, maar dat aangeefster zou opstappen als hij de stok zou weggooien. Op een later moment in het geluidsfragment zijn zware ademhalingen en gekreun te horen, waaruit de verbalisant concludeert dat seksuele handelingen plaatsvonden.
Verdachte heeft zelf ook verklaard dat hij aangeefster die betreffende ochtend in Lage Zwaluwe heeft opgehaald en dat zij naar zijn huis in Kaatsheuvel zijn gereden. Zij zijn naar boven gegaan en er heeft een gesprek plaatsgevonden waarin verdachte heeft geschermd met [naam 1] van de recherche. Volgens verdachte wilde hij hiermee bereiken dat aangeefster zich zou omkeren naar hem toe en bij hem zou blijven. Er heeft vervolgens seks plaatsgevonden.
Conclusie
De rechtbank stelt voorop dat zij onder feit 2 al heeft geoordeeld dat verdachte in de periode van 4 februari 2017 tot en met 16 april 2018 een zodanige bedreigende sfeer voor aangeefster heeft doen ontstaan dat zij zich in redelijkheid niet tegen die seksuele handelingen heeft kunnen verzetten of zich daaraan heeft kunnen onttrekken. Die (bedreigende) sfeer tussen verdachte en aangeefster is blijkens het dossier niet van de ene (16 april 2018) op de andere dag (17 april 2018) veranderd. Tegen die achtergrond dient de dreiging van verdachte met “ [naam 1] van de politie” dan ook te worden beschouwd. De al tussen verdachte en aangeefster bestaande dreigende en ongelijkwaardige sfeer is naar het oordeel van de rechtbank nóg een heel stuk dreigender geworden door het toevoegen door verdachte van de dreiging met “ [naam 1] van de politie”.
Reeds hierom slaagt het gevoerde verweer niet dat de dreiging van verdachte dat “ [naam 1] van de politie” op de rode knop zou drukken uitsluitend zag op dat aangeefster de relatie met haar vriend zou verbreken en niet op het hebben van seks. Uit het proces-verbaal van het op die dag opgenomen geluidsfragment blijkt bovendien dat aangeefster tot een oplossing wil komen, waarop verdachte aangeeft dat je voor het praten eerst seks moet hebben omdat je dan ontspannen bent. De rechtbank leidt hieruit af dat de bedoeling van verdachte met de toevoeging over “ [naam 1] van de politie” kort daarvoor in ditzelfde gesprek, heeft bedoeld om aangeefster te dwingen tot het hebben van gemeenschap. Uit het dossier en het verhandelde ter zitting blijkt verder dat verdachte dreigde dat alles bekend zou worden als aangeefster niet zou meewerken. Aangeefster had angst dat haar oma op de hoogte zou raken van hetgeen zich tussen haar en verdachte had afgespeeld. Verdachte had bovendien al op 13 april 2018 haar oma gebeld en medegedeeld dat hij binnenkort een keer langs zou komen, omdat hij iets over aangeefster tegen haar moest vertellen.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande aannemelijk dat verdachte door te handelen, zoals hiervoor verwoord, een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend op aangeefster dat zij geen weerstand kon bieden aan verdachte
.Uit angst dat haar oma en ouders achter de relatie met verdachte zouden komen, heeft aangeefster zich gedwongen gevoeld tot het hebben van gemeenschap met verdachte. In zoverre was de dreiging dat [naam 1] van de politie met een druk op de rode knop alles bekend zou maken, dan ook bedoeld om het verzet van aangeefster te breken. De rechtbank beschouwt dit als dwang gericht op het ondergaan van de seksuele handelingen.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte zich op 17 april 2018 schuldig heeft gemaakt aan verkrachting, zoals onder feit 3 primair tenlastegelegd.
Feit 4 - Kinderporno
Aangezien verdachte ten aanzien van het vervaardigen en in bezit hebben van de kinderporno een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen en acht de rechtbank dit feit bewezen zoals na te melden.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
op meerdere tijdstippen in de periode van 1 juni 2015 tot en met 3 februari 2017 te Lage Zwaluwe terwijl hij telkens werkgever/leidinggevende was, met de aan zijn waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [aangeefster] , geboren op [geboortedag 2] 2001, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster] , immers heeft verdachte
- zijn tong in de mond van die [aangeefster] gebracht en
- die [aangeefster] getongzoend en
- de borsten en vagina van voornoemde [aangeefster] betast en/of aangeraakt en/of bevoeld en
- een vinger in de vagina van voornoemde [aangeefster] gebracht/geduwd en
- aan/over de vagina van voornoemde [aangeefster] gelikt en
- zijn penis in de mond en vagina van voornoemde [aangeefster] gebracht en/of geduwd;
2.
op verschillende tijdstippen in de periode van 4 februari 2017 tot en met 16 april 2018 te Kaatsheuvel en Lage Zwaluwe telkens door andere feitelijkheden [aangeefster] , geboren op [geboortedag 2] 2001, heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster] , hebbende verdachte
- zijn tong in de mond van die [aangeefster] gebracht en
- die [aangeefster] getongzoend en
- de borsten en vagina van voornoemde [aangeefster] betast en/of aangeraakt en/of bevoeld en
- een vinger in de vagina van voornoemde [aangeefster] gebracht/geduwd en
- aan/over de vagina van voornoemde [aangeefster] gelikt en
- zijn penis in de mond en vagina en anus van voornoemde [aangeefster] gebracht en/of geduwd
bestaande die andere feitelijkheden uit het
- dreigen die oma en/of ouders van die [aangeefster] te vertellen - zakelijk weergegeven - dat hij, verdachte, en die [aangeefster] meermalen ingestemde seks hebben gehad en
- dreigen dat hij, verdachte, zich van het leven zal beroven en
- misbruik maken van zijn vertrouwensrelatie en ontuchtige relatie met die [aangeefster] en
- misbruik maken van het door een aanzienlijk leeftijdsverschil en feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht van hem, verdachte, op die [aangeefster] terwijl die [aangeefster] zich gelet op haar geestelijke en sociale ontwikkeling in een kwetsbare situatie bevond, waardoor aldus voor die [aangeefster] een dusdanige bedreigende situatie is ontstaan, dat zij zich naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten en daaraan heeft kunnen onttrekken;
3.
op 17 april 2018 te Kaatsheuvel, door een andere feitelijkheid te weten dreigen "een onderdeel van de politie heeft je onder de tap staan. Recherche, je kent hem ook zelf. [naam 1] . Die heb je ooit één keer gezien" en/of " [naam 1] weet alles. Ik heb hem duidelijk verteld wie jij bent waar jij woont welk vriendje jij hebt, hoe hij in elkaar zit. Hij heeft alles uitgezocht" en "als ik zeg [naam 1] druk maar op die knop. Dan gaan alle toeters en bellen werken. Weet wat de gevolgen zijn", [aangeefster] , geboren [geboortedag 2] 2001, heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster] , te weten
- zijn penis in de mond en vagina van die [aangeefster] heeft gebracht/geduwd en
- aan de vagina van die [aangeefster] heeft gelikt;
4.
op meerdere tijdstippen in de periode van 1 april 2018 tot en met 19 april 2018 te Kaatsheuvel
- afbeeldingen, te weten video's/films en
- gegevensdragers bevattende afbeeldingen,
van seksuele gedragingen, bevattende seksuele gedragingen waarbij telkens iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het naakt in beeld brengen van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt te weten [aangeefster] , geboren [geboortedag 2] 2001 en
- het oraal penetreren met de penis van het lichaam van die [aangeefster] en
- het vaginaal penetreren met de vingers van het lichaam van die [aangeefster] en
- het laten verrichten van orale handelingen aan zijn penis door die [aangeefster] .
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad. Voorts is tengevolge van een kennelijke verschrijving in de tenlastelegging van feit 2 als geboortejaar van [aangeefster] 2011 opgenomen in plaats van 2001. De rechtbank herstelt deze verschrijving. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd voor de duur van twee jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht aansluiting te zoeken bij het reclasseringsadvies, inhoudende dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd gelijk aan de duur van het voorarrest, gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf. Verdachte is bereid zich te houden aan eventueel op te leggen voorwaarden.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van de bewezen en strafbaar verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting. De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende meerdere jaren schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met de toen minderjarige [aangeefster] . Zij was als afwashulp werkzaam in het restaurant van verdachte en aldus aan zijn waakzaamheid toevertrouwd. Er was sprake van een aanzienlijk leeftijdsverschil. [aangeefster] was een puber, verdachte ruim veertig jaar ouder dan zij. Verdachte heeft zich als luisterend oor opgeworpen voor de, vanwege haar leeftijd en thuissituatie, kwetsbare [aangeefster] en haar vertrouwen gewonnen. Zij stelde vertrouwen in verdachte en deelde haar problemen met hem. Door zijn handelswijze, onder meer het overwicht dat hij als volwassene op haar had, heeft verdachte misbruik gemaakt van het vertrouwen dat aangeefster in hem had. Vanuit dit vertrouwen is verdachte begonnen met het plegen van seksuele handelingen. [aangeefster] was op dat moment nog zeer jong en zij kon zich hiertegen niet verweren. [aangeefster] heeft weliswaar aangegeven dat zij verdachte liever zag als een vader, maar verdachte wuifde dat in de wind en gaf aan dat [aangeefster] eraan zou gaan wennen. Verdachte is vervolgens steeds verder gegaan en heeft [aangeefster] ervan weten te overtuigen dat het goed was wat zij deden. De rechtbank neemt het verdachte bijzonder kwalijk dat hij op deze wijze misbruik heeft gemaakt van [aangeefster] . Dat verdachte dacht dat hij en [aangeefster] een liefdesrelatie hadden en dat [aangeefster] instemde met de seksuele handelingen doet aan het laakbare gedrag van verdachte niet af.
In de periode vanaf haar zestiende tot de aanhouding van verdachte, [aangeefster] was toen zeventien jaar oud, heeft hij door andere feitelijkheden [aangeefster] steeds gedwongen tot het regelmatig ondergaan van vergaande seksuele handelingen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, waarbij ook sprake was van anale seks. [aangeefster] heeft hierover treffend verklaard dat zij op een gegeven moment niet meer wist wat wel en niet goed was. Verdachte heeft daarmee inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en waardigheid van aangeefster. Verdachte heeft tevens kinderporno vervaardigd door de seks met [aangeefster] op beeld op te nemen en op gegevensdragers op te slaan.
Verdachte heeft met deze feiten een normale en gezonde seksuele ontwikkeling, waar ieder kind recht op heeft, ontnomen. Het is een feit van algemene bekendheid dat dit vaak langdurige en ernstige schade kan toebrengen aan de geestelijke gezondheid van het slachtoffer. Dat dit ook bij [aangeefster] speelt, blijkt uit haar schriftelijke slachtofferverklaring, waarin zij aangeeft tot op heden emotionele schade te ondervinden van de feiten en nog altijd psychologische hulp nodig heeft. Verdachte heeft door zijn handelen het vertrouwen dat kinderen in volwassenen mogen stellen ernstig beschaamd. Verdachte bagatelliseert hetgeen is gebeurd tussen hem en [aangeefster] en heeft verklaard dat zij een gelijkwaardige relatie hadden. De rechtbank rekent verdachte dit alles zwaar aan.
Bij het bepalen van de strafmaat houdt de rechtbank in strafmatigende zin rekening met het feit dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten en dat inmiddels geruime tijd is verstreken sinds het tijdstip waarop de door verdachte gepleegde strafbare feiten hebben plaatsgevonden, terwijl verdachte, voor zover nu bekend, in deze periode geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd.
Voorts betrekt de rechtbank het Reclasseringsadvies van 30 juli 2020, waaruit volgt dat verdachte reeds een ambulante behandeling bij GGZ Breburg heeft afgerond, zich gedurende het schorsingstoezicht goed houdt aan alle voorwaarden, het recidiverisico laag is en dat de Reclassering interventies of toezicht niet (langer) nodig acht.
Tot slot betrekt de rechtbank bij het bepalen van de strafmaat de LOVS-oriëntatiepunten, waarin als oriëntatiepunt voor (een eenmalige) verkrachting een gevangenisstraf van 24 maanden geldt.
Gelet op de aard en de ernst van de feiten, het veelvuldige seksuele contact in een lange periode en de intensiteit daarvan, de bewezenverklaring en de ernstige gevolgen voor aangeefster is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest en een werkstraf, zoals door de raadsvrouw bepleit. De rechtbank is van oordeel dat een gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend en geboden is. De rechtbank is van oordeel dat kan worden volstaan met een kortere straf dan door de officier van justitie is gevorderd, omdat de rechtbank sterk rekening houdt met het tijdsverloop van ruim twee jaar sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis en de rechtbank het persoonlijk belang van verdachte meeweegt bij de (toekomstige) omgang met zijn kinderen en de afwikkeling van het faillissement van het zalencomplex.
De rechtbank zal alles afwegend aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 36 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Voor het opleggen van een voorwaardelijke straf ziet de rechtbank, gelet op het advies van de Reclassering, geen aanleiding.
Gelet op de strafeis van de officier van justitie die hoger ligt dan het reeds ondergane voorarrest en gelet op dat de onvoorwaardelijke gevangenisstraf die de rechtbank zal opleggen langer duurt dan de reeds ondergane voorlopige hechtenis, ziet de rechtbank thans geen aanleiding voor opheffing dan wel schorsing van de voorlopige hechtenis. Zij wijst dus het verzoek van de verdediging tot opheffing van het bevel voorlopige hechtenis af.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij [aangeefster] vordert een schadevergoeding van € 31.196,20 bestaande uit € 1005,68 aan reiskosten, € 269,95 aan medische kosten, € 16.850,- vanwege studievertraging, € 570,57 aan overige kosten en € 12.500,- smartengeld, met toewijzing van de wettelijke rente, met daarbij oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De officier van justitie heeft verzocht de vordering toe te wijzen met uitzondering van een deel van de reiskosten, inclusief de wettelijke rente, met daarbij oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsvrouw heeft bepleit dat ten aanzien van een deel van de reiskosten en medische kosten onduidelijk is of het noodzakelijk is geweest dat deze zijn gemaakt, dan wel dat het onduidelijk is of deze in voldoende verband staan met hetgeen verdachte wordt verweten. Deze posten dienen dan ook te worden afgewezen, dan wel dient de benadeelde partij ten aanzien van deze posten niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering. De raadsvrouw is van mening dat enkel de reiskosten naar de psycholoog in 2018 en het bezoek aan het politiebureau voor vergoeding in aanmerking komen. Voorts heeft zij verzocht de behandelingen bij de fysiotherapeut en de reiskosten die daar betrekking op hebben ook af te wijzen, omdat deze kosten onvoldoende zijn onderbouwd. Het gevorderde schadebedrag aan studievertraging dient eveneens te worden afgewezen wegens het ontbreken van voldoende duidelijkheid en onderbouwing. Tot slot heeft zij verzocht het smartengeld niet-ontvankelijk te verklaren dan wel af te wijzen.
Oordeel van de rechtbank
Met de mogelijkheid tot het instellen van een civielrechtelijke vordering door benadeelde partijen heeft de wetgever beoogd binnen het strafproces te voorzien in een eenvoudige en laagdrempelige procedure, die ertoe leidt dat diegene die schade heeft geleden als gevolg van een strafbaar feit zoveel mogelijk schadeloos wordt gesteld.
Aangeefster heeft een schadevergoeding gevorderd ten aanzien van medische kosten (fysiotherapie en Hepatitis B vaccinatie) en studievertraging. Tegen elk van deze schadecomponenten is door verdachte voldoende gemotiveerd verweer gevoerd, zowel ten aanzien van het causaal verband tussen het onrechtmatig handelen en de gestelde schade als de hoogte daarvan. Gelet daarop kan de schadevordering van aangeefster niet op eenvoudige wijze worden vastgesteld. Dat vergt nader feitenonderzoek, zo nodig gevolgd door bewijslevering. Naar het oordeel van de rechtbank levert zo’n onderzoek een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom bepalen dat de vordering op deze onderdelen niet-ontvankelijk is.
Voorts heeft aangeefster reiskosten naar de psycholoog gevorderd. De rechtbank acht het voorstelbaar dat door de benadeelde partij kosten zijn gemaakt ten behoeve van psychologische hulp. Uit het dossier blijkt echter dat de benadeelde partij al op een eerder moment is aangemeld bij de psycholoog met een andere reden dan de bewezenverklaarde handelingen. Gelet hierop is een nadere onderbouwing vereist dat deze schade is geleden en in zodanig verband staat met de door verdachte gepleegde strafbare feiten, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. Bij het ontbreken daarvan zal de benadeelde partij ook ten aanzien van dit deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Onder overige kosten heeft aangeefster de verplaatste schade bestaande uit door haar ouders opgenomen vrije dagen gevorderd. De rechtbank is van oordeel dat de opgenomen vrije dag ten behoeve van het bezoek aan het politiebureau op 19 april 2018 een rechtstreeks gevolg is van de bewezenverklaarde feiten en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Zij zal dan ook een bedrag van € 103,74 toewijzen. Voor het overig gevorderde is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende gespecificeerd is waarvoor vrije dagen zijn opgenomen, hetgeen ertoe leidt dat dit deel van de vordering niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
De rechtbank is van oordeel dat de reiskosten tot een bedrag van € 28,08 (bezoek aan politiebureau) een rechtstreeks gevolg zijn van de bewezenverklaarde feiten en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Zij acht dat bedrag voldoende aannemelijk gemaakt en zij zal de vordering tot dat bedrag toewijzen. De reiskosten voor zover deze zien op en bezoek aan de officier van justitie en de advocaat van in totaal € 37,44 zijn niet aan te merken als schade die rechtstreeks is geleden door het strafbare feit, maar vallen als zodanig onder proceskosten en zullen onder die noemer worden toegewezen. In zoverre wordt de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering op dit punt verklaard.
De rechtbank is van oordeel dat van de overige gevorderde reiskosten (bezoek aan GGD, de fysiotherapeut, schoolbezoek en het bezoek aan Maastricht) niet is gebleken dat de schade een rechtstreeks gevolg is van de strafbare feiten. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in dat deel van de vordering.
De rechtbank is van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden door het handelen van verdachte. De rechtbank is van oordeel dat de schade tot een bedrag van € 10.000,00 een rechtstreeks gevolg is van de bewezenverklaarde feiten en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Daarbij zoekt de rechtbank aansluiting bij de letsellijst van het schadefonds geweldsmisdrijven. Zij zal de vordering tot dat bedrag toewijzen. Voor het overige deel zal zij niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
De benadeelde partij kan haar vordering eventueel bij de burgerlijke rechter aanbrengen, voor zover zij daarin niet-ontvankelijk is verklaard.
Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt, te weten een bedrag van € 37,44, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, met uitzondering van de proceskosten. Daarnaast zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen over het toegewezen bedrag vanaf 17 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 57, 240b, 242, 245 en 248 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring feit 1, feit 2, feit 3 primair en feit 4
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat de bewezen verklaarde feiten de volgende strafbare feiten opleveren:
feit 1:met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
feit 2:verkrachting, meermalen gepleegd;
feit 3 primair:verkrachting
feit 4:een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging ten aanzien van feit 1, feit 2, feit 3 primair en feit 4
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partij
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangeefster] van € 10.131,82, waarvan € 131,82 ter zake van materiële schade, en € 10.000,- ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 17 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt, te weten een bedrag van € 37,44 ter zake van proceskosten en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangeefster] , € 10.131,82 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 17 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 85 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Felix, voorzitter, mr. Speekenbrink en mr. Wijffels, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Balemans, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 2 oktober 2020.
mr. Speekenbrink is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

10.Bijlage I

De tenlastelegging
1.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 juni 2015 tot en met 03 februari 2017 te Kaatsheuvel en/of Lage Zwaluwe, althans in Nederland, terwijl hij (telkens als) werkgever/leidinggevende was, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [aangeefster] , geboren op [geboortedag 2] 2001, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster] , immers heeft verdachte
- zijn tong in de mond van die [aangeefster] gebracht en/of
- (vervolgens) die [aangeefster] heeft getongzoend en/of
- de borst(en) en/of de bil(len) en/of vagina van voornoemde [aangeefster] betast en/of aangeraakt en/of bevoeld en/of
- een of meer vinger(s) in de vagina van voornoemde [aangeefster] gebracht/geduwd en/of
- aan/over de vagina van voornoemde [aangeefster] gelikt en/of
- zijn penis in de mond en/of vagina en/of anus van voornoemde [aangeefster] gebracht en/of geduwd;
art 245 Wetboek van Strafrecht
art 248 lid 2 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 04 februari 2017 tot en met 16 april 2018 te Kaatsheuvel en/of Lage Zwaluwe, althans in Nederland,
(daarbij telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [aangeefster] , geboren op [geboortedag 2] 2011, heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of
mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster] , hebbende verdachte (telkens)
- zijn tong in de mond van die [aangeefster] gebracht en/of
- (vervolgens) die [aangeefster] heeft getongzoend en/of
- de borst(en) en/of de bil(len) en/of vagina van voornoemde [aangeefster] betast en/of aangeraakt en/of bevoeld en/of
- een of meer vinger(s) in de vagina van voornoemde [aangeefster] gebracht/geduwd en/of
- aan/over de vagina van voornoemde [aangeefster] gelikt en/of
- zijn penis in de mond en/of vagina en/of anus van voornoemde [aangeefster] gebracht en/of geduwd
bestaande dat geweld en/of (die) ander(e) feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of bedreiging met andere feitelijkhe(i)d(en) uit het (telkens)
- / die opa en/of oma en/ie opa enoma en of ouder (s) van die [aangeefster] te vertellen - zakelijk weergegeven - dat ( , verdachte, en die [aangeefster] ( ) seks hebben en geh en/of
- dreigen zaaknummer: SGR 20/ 5407
- dreigen dat hij, verdachte, zich van het leven zal beroven en/of
- (op manipulerende wijze) misbruik maken van zijn (reeds jarenlange) vertrouwensrelatie en/of ontuchtige relatie met die [aangeefster] en/of
- misbruik maken van het door (een aanzienlijk) leeftijdsverschil en/of feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht van hem, verdachte, op die [aangeefster] (terwijl die [aangeefster] zich gelet op haar geestelijke en/of sociale ontwikkeling in een kwetsbare situatie bevond),
waardoor (aldus) voor die [aangeefster] een dusdanige (bedreigende) situatie is ontstaan, dat zij zich naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten en/of daaraan heeft kunnen onttrekken;
art 242 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 17 april 2018 te Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
te weten dreigen en/of te zeggen "een onderdeel van de politie heeft je onder de tap staan. Recherche, je kent hem ook zelf. [naam 1] . Die heb je ooit één keer gezien" en/of " [naam 1] weet alles. Ik heb hem duidelijk verteld wie jij bent waar jij woont welk vriendje jij hebt, hoe hij in elkaar zit. Hij heeft alles uitgezocht" en/of "als ik zeg [naam 1] druk maar op die knop. Dan gaan alle toeters en bellen werken. Weet wat de gevolgen zijn" ,
[aangeefster] , geboren [geboortedag 2] 2001, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster] , te weten
- zijn penis in de mond en/of vagina van die [aangeefster] heeft gebracht/geduwd en / of
- aan/op/in de vagina van die [aangeefster] heeft gelikt;
art 242 Wetboek van Strafrecht
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 april 2018 te Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten dreigen en/of te zeggen "een onderdeel van de politie heeft je onder de tap staan. Recherche, je kent hem ook zelf. [naam 1] . Die heb je ooit één keer gezien" en/of " [naam 1] weet alles. Ik heb hem duidelijk verteld wie jij bent waar jij woont welk vriendje jij hebt, hoe hij in elkaar zit. Hij heeft alles uitgezocht" en/of "als ik zeg [naam 1] druk maar op die knop. Dan gaan alle toeters en bellen werken. Weet wat de gevolgen zijn" ,
[aangeefster] , geboren [geboortedag 2] 2001, heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten;
- zijn penis in de mond en/of vagina van die [aangeefster] heef gebracht/geduwd en/of
- aan/op/in de vagina van die [aangeefster] heeft gelikt;
art 246 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op een of meerdere tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 01 april 2018 tot en met 19 april 2018 te Kaatsheuvel, althans in Nederland, (telkens)
- (een) afbeelding(en), te weten (een) video('s)/film(s) en/of
- (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en),
van seksuele gedragingen, bevattende seksuele gedragingen waarbij (telkens) iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en/of verspreid en/of in bezit heeft gehad, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestond(en) uit:
- het (gedeeltelijk) naakt in beeld brengen van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (te weten [aangeefster] , geboren [geboortedag 2] 2001) en/of
- het oraal penetreren (met de penis) van het lichaam van die [aangeefster] en/of
- het vaginaal penetreren (met de vinger(s)) van het lichaam van die [aangeefster] en/ of
- het laten verrichten van orale handelingen aan zijn penis door die [aangeefster] ;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2018 tot en met 17 april 2018 te Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand„ gebruik makende van een technisch hulpmiddel, waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, te weten [aangeefster] , geboren [geboortedag 2] 2001, aanwezig in een woning en/ of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, Loonsevaert (nummer 9), (een) gesprek(ken) heeft opgenomen en/of (een) afbeelding(en) heeft vervaardigd;
art 139a lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 139f ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlage II

De bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, onderzoek Hydra, BVH 2018087729/Summ-IT ZBRBC18055, d.d. 30 juli 2018, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 289.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
I. Het proces-verbaal aangifte door [aangeefster] d.d. 18 april 2018, pagina 22 t/m 35 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven :
Ik doe aangifte van dat mijn voormalige baas in het restaurant mij heeft misbruikt toen ik ongeveer 13 jaar was. Omdat het thuis niet zo super goed ging, was hij altijd degene die vroeg hoe het met me ging en hoe het thuis gaat. Hij zei dat ik altijd bij hem terecht kon en gaf mij advies over wat ik kon doen. Daardoor ben ik hem gaan zien als een persoon die ik kon vertrouwen. Toen heeft hij me een keer gezoend. Toen hij mij gezoend had, vroeg ik aan hem dat hij toch wel wist dat dit niet goed was. Hij zei iets wat erop neer kwam dat het niet erg was. Het is nog een paar keer voorgevallen dat hij me gezoend heeft. Toen ging het weer verder en heeft hij aan mijn borsten gezeten. Ik vond dat niet fijn en toen zei hij dat het wel goed kwam en dat het bij mij alleen de spanning was. Hij is aan mijn geslachtsdelen gekomen en hij wilde dat ik ook aan zijn geslachtsdeel zat. Ik vond dat raar en niet fijn. Toen zei hij ook weer dat het wel goed kwam en dat het tijd nodig had. Hij zat nog steeds aan geslachtsdelen en hij heeft me ook een keer gebeft. Ik wilde me toen lostrekken, want het kon niet en ik wilde dit niet. Hij zei dat ik eraan moest wennen en dat het wel goed kwam. Hij probeerde mij gerust te stellen door te zeggen dat er niets aan de hand was en dat het wel goed kwam. Op een gegeven moment hebben we een keer gemeenschap gehad. Sindsdien bleef het verdergaan en hadden we steeds meer gemeenschap. Zijn vrouw heeft een aantal keer gezegd dat hij mij aan de kant moest zetten, maar hij zei dat hij voor mij heeft gekozen. Toen heeft zijn vrouw hem aan de kant gezet en zijn ze gescheiden.
Hij had een Opel Vivaro bus. Hij haalde mij in die periode op met de auto en toen is er ook gemeenschap geweest in die bus. Hij heeft op een gegeven moment een huis gekregen in Kaatsheuvel. Daar ging het verder met gemeenschap.
Toen had hij een keer mijn telefoon gepakt toen deze afging en zag hij dat mijn vriend geappt had. Dat heeft hij gelezen en hij confronteerde mij daarmee. Hij werd heel boos en zei dat hij alles tegen mijn oma zou vertellen. Hij zou dan zeggen dat ik erom gevraagd had en dat hij nergens schuldig aan was. Hij zou vertellen dat wij dit hadden gehad en dat ik er volledig mee instemde. Hij zei dat hij de waarheid naar boven zou brengen en naar mijn oma zou gaan.
Hij heeft afgelopen vrijdag of die vrijdag ervoor bij mijn vriend aan de deur gestaan. Hij zei dat ik geen twee mannen kon hebben. Ik weet dat hij, voordat hij aan de deur van mijn vriend was gekomen, mijn oma heeft gebeld over het feit dat ik een vriend had. Dat was eerder die week, ik geloof op woensdag. Hij heeft toen ook gezegd dat hij binnenkort langs zou komen bij mijn oma, omdat hij iets moest vertellen over mij.
Daarna is het pas echt begonnen en heeft hij mij bedreigd. Hij zou naar mijn familie stappen om te vertellen dat ik dit allemaal zou willen terwijl dat niet zo is. Hij zei dat hij een vriend had bij de recherche. Hij zou een dossier hebben, die man van de politie. Eén of andere [naam 1] , hij zou bij een politiebureau in Breda werken. Hij zei ook dat mijn telefoon onder de tap zou staan, om te horen wat ik met mijn vriend bespreek en wanneer we afspreken want dan zou hij daar langsgaan en vertellen wat er aan de hand is. Hij zei steeds dat als ik door blijf gaan met mijn vriend, dat [naam 1] van de politie op de rode knop zou drukken en dat alles bekend zou worden. Dat hij dan wel aangehouden zou worden, maar dat aan de hand van het dossier van [naam 1] al snel zou blijken dat ik alles gewild had en dat hij zo weer vrij zou zijn. Hij zei ook dat als het in de media komt dan hebben we allebei gezeik, maar ik zou erop worden aangekeken dat ik seks had gehad met zo'n oude man.
(…)
Ik vroeg hem of hij alles wilde verwijderen. Hij wilde dat niet, omdat hij zeker wilde weten dat ik van hem was. Hij zei dat ik het zelf moest weten wat ik deed, maar dat het toch wel uit zou komen als ik niet mee zou werken.
Dinsdagochtend (
de rechtbank begrijpt, in onderling verband en samenhang bezien met de andere bewijsmiddelen: 17 april 2018) was ik bij hem in Kaatsheuvel, omdat hij wilde praten over een oplossing dat ik bij hem zou blijven en dat ik niet bij hem weg mocht gaan. Toen legde hij ook uit wat die [naam 1] allemaal had. Hij wilde al snel gemeenschap. Dat is toen ook gebeurd.
Ik spreek over [verdachte] . Dat restaurant was van hem. Ik ben daar gaan werken. Ik zat toen net halverwege de eerste klas denk ik. Ik vond hem gewoon een baas. Hij gaf mij opdrachten en ik moest daar naar luisteren. Hij is nu 57, dus hij was toen ongeveer 52 of 53.
Ik was best naïef en zocht steun bij andere mensen dan mijn ouders. Door wat hij zei dacht ik dat ik hem kon vertrouwen in het vertellen wat er thuis gebeurde.
Ik denk dat ik 13 was toen ik daar ging werken. Ik was 13 toen hij me voor het eerst zoende. Ik weet zeker dat er geen jaar overheen is gegaan dat hij mij die zoen gaf. Hij zoende met tong. Zodra dat hij wist dat er niemand in de buurt was wilde hij dat wel. Ik denk dat het dezelfde tijd is geweest dat hij mijn borsten aanraakte. Ik denk niet dat ik al 14 was.
Het betasten van mijn geslachtsdelen, was ik denk ik nog 13. Ik weet wel nog een keer dat ik in de 3e klas zat en met mijn verjaardag daar gegeten heb. En toen was er al gemeenschap geweest. Dat was niet de eerste keer. Er was al een paar keer wat gebeurd.
Hij wilde mij vingeren en dat is ook gebeurd. Dat was ook nog in die tijd. Hij ging met zijn handen over mijn schaamstreek. Hij ging dan met zijn hand in mijn kleding en over mijn kleding. Ik versta onder vingeren dat zijn vinger in mijn vagina zit.
Het gebeurde tijdens mijn werk, of als ik mijn geld op ging halen op woensdagmiddag.
Ik denk dat ik drie jaar in het restaurant heb gewerkt.
Vrij kort nadat hij aan mijn geslachtsdelen had gezeten, wilde hij dat ik aan zijn geslachtsdelen zat. Hij pakte mijn hand en legde deze op zijn geslachtsdeel. Hij zei dat ik zijn penis aan kon raken en dat ik niet zo preuts moest doen. Ik durfde het eerst niet. Toen zei hij dat ik niet zo preuts moest doen. Ik had nog nooit seks gehad. Ik had er nog nooit mee te maken gehad dus ik wist ook niet zo goed wat ik ermee moest. Hij wilde dat ik hem af ging trekken en op een gegeven moment moest ik hem ook pijpen. Het gebeurde in de [zaal] , want daar hing een gordijn. Het gebeurde ook weleens in de ruimte achter het rolluik. Hij begon dan met zoenen en betastte mij. Dan wilde hij dat ik hem ook zou betasten en pijpen.
Na de periode dat hij mij vingerde en dat ik hem aftrok en ging pijpen is het beffen begonnen. Het beffen is gebeurd voordat we gemeenschap hadden. Hij beffen is zestig-zeventig keer gebeurd.
V: Wanneer hadden jullie voor het eerst gemeenschap?
A: Ik weet alleen dat mijn opa in die tijd overleed. Mijn opa is vlak daarna overleden. Mijn opa is nu twee en een halfjaar dood. Mijn moeder was een weekend weg, omdat zij 50 was geworden. Ik dacht dat ze in juni een weekend weg was. Ze is nu 52, dus dat isin 2016 geweest. Ongeveer 3 tot 6 maanden daarvoor was de eerste keer gemeenschap geweest. Dus de eerste keer gemeenschap is geweest tussen de laatste maand van 2015 en april 2016. Het was toen in die week ook sportdag van de derde klas.
Het klopt dat ik in maart/april 2017 weg ben gegaan bij het restaurant.
Op de achterbank van de Opel Vivaro bus heeft ook gemeenschap plaatsgevonden. Dat moet voor of na april 2017 geweest zijn.
Toen las hij dat bericht van mijn vriend. Ik weet zeker dat het 13 april (
de rechtbank begrijpt, in onderling verband en samenhang bezien met de andere bewijsmiddelen: 2018) was, want het was examenstunt op school. Dat moet ook 13 april zijn geweest dat hij mijn oma heeft gebeld.
Op dinsdagochtend 17 april (
de rechtbank begrijpt, in onderling verband en samenhang bezien met de andere bewijsmiddelen: 2018) voor school hebben we voor het laatst gemeenschap gehad. Hij zei vooraf al dat ik de boot niet af mocht houden, omdat hij anders naar mijn oma zou gaan. Hij kwam me ophalen bij de ijsbaan in Lage Zwaluwe. Hij was aan het dreigen en toen durfde ik niet te zeggen dat hij het uit moest zoeken. Ik was bang dat hij alles aan mijn oma zou vertellen. Hij deed mijn fiets achterin de bus en we reden naar Kaatsheuvel. Daar zouden we praten en ik hoopte dat we een oplossing konden bedenken zodat hij mij met rust zou gaan laten. Binnengekomen wilde hij een knuffel en een kus. Toen hij me een kus gaf wilde ik dat niet. Toen begon hij te dreigen dat hij iets achter de hand had. Ik wilde weten wat hij dan achter de hand had. Toen dreigde hij dat hij mijn ouders in kennis zou gaan stellen dat wij iets hadden en dat ik dat allemaal super fijn zou vinden. Toen wilde hij naar boven en sloeg hij me op mijn kont. We liepen naar boven en hij zei dat we daar wel verder zouden praten. Hij heeft toen uitgelegd van die " [naam 1] " en hoe dat in elkaar stak met zijn dossier. Toen wilde hij weer gemeenschap. Ik durfde toen niet te zeggen dat hij op moest houden en weg moest gaan, omdat ik niet wilde dat mijn ouders erachter zouden komen. Hij befte mij, ik pijpte hem. Toen hebben we gemeenschap gehad. Zijn penis is in mijn vagina geweest. Hij trok zich af en toen hij klaar kwam, deed hij zijn penis in mijn mond.
Hij wilde ook anaal, maar dat wilde ik niet. Ik had een paar keer gezegd dat het pijn deed. Hij probeerde het wel. Zijn penis zat er soms wel in. Ik denk een klein stukje. Wil kon deze dingen doen, doordat hij mij zei dat ik nergens bang voor hoefde te zijn, dat ik hem kon vertrouwen, dat hij niets tegen mijn ouders zou vertellen en dat het allemaal goed kwam. Daar ben ik ingetrapt. Hij zei ook dat ik in de spiegel moest kijken en zien dat ik dit zelf deed. Ik wist op een gegeven moment niet meer wat wel en wat niet goed was.
We hadden ook telefonisch contact. Het nummer had hij al toen ik daar ging werken en dat had hij nu nog steeds: [telefoonnummer 3] . [telefoonnummer 3] stond alleen als nummer opgeslagen in mijn telefoon. Later heb ik dat andere nummer, die prepaid, als [naam 3] in mijn telefoon gezet zodat anderen dat niet zouden weten.
II. Het proces-verbaal verhoor aangeefster [aangeefster] , pagina 51 t/m 58 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben zo lang bij hem gebleven, omdat ik bang was dat hij iets zou vertellen en dat iemand er achterkomt. Hij zei dat als ik een einde aan de relatie zou maken dat ik dit moest zeggen. Maar daarbij zei hij ook dat, als ik dit zou vertellen hij dan een einde aan zijn leven zou maken en dat dit dan mijn schuld zou zijn.
Het betasten van mijn borsten was met zijn handen. Het was over en onder mijn kleding.
Toen ik daar werkte had ik seks in [restaurant] . Vanaf het moment dat hij dat huis heeft, hadden wij seks in Kaatsheuvel.
Ik durfde gewoon niet te zeggen dat ik er mee wilde stoppen. Bang voor hem dat hij een einde aan zijn leven zou maken of naar de politie zou gaan. Het voelde voor mij als geen keus om vervolgens te horen dat hij overleden zou zijn door mijn schuld. Ik was bang voor de gevolgen dus ik had zoiets, ik vertel het niet en ik ga er gewoon mee door.
In het begin zei hij dat je van het leeftijdsverschil niets merkt en niets van voelt. Later heeft hij ook een paar keer gezegd dat het niet kon, maar toch stopte hij daar niet mee.
III. Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige] d.d. zaterdag 21 april 2018, pagina 64 t/m 69 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 23 december 2017 kreeg ik een relatie met [aangeefster] .
(…)
Vorige week vrijdag spraken [aangeefster] en ik af, want wij hadden examenstunt gehad op school. Wij zaten bij mij thuis. Mijn moeder riep dat er iemand aan de voordeur was voor [aangeefster] . Er was iemand met een zwarte bus. Ik zag dat [aangeefster] de trap af liep en zei : “Wat doe jij hier, ga gewoon weg?”. Ik zag dat [aangeefster] de deur dicht probeerde te duwen. Hij duwde de deur open en ik hoorde hem zeggen “je hebt mijn huwelijk naar de knoppen geholpen en je bent mede verantwoordelijk dat mijn restaurant failliet is”. Ik zag dat [aangeefster] in shock was. Ik hoorde dat ze zei dat ze wel met hem mee zou gaan. Ik zag dat ze trilde en huilde. Ik hoorde die man zeggen “ze moet die jongen niet voor liegen”. Ik hoorde dat [aangeefster] vertelde dat die man aan de deur haar oude baas was. Vorig jaar was ze ook een aantal keer opgehaald door haar baas.
Op zondag was ze nog even van slag als die vrijdag. [aangeefster] begon op whats app ook vreemder te doen. Ze creëerde afstand en reageerde kortaf.
Dinsdagochtend (
de rechtbank begrijpt : 17 april 2018) had ik afgesproken om samen naar school te fietsen, omstreeks 11:30 uur. Ik hoorde heel die ochtend niets. Ik belde en appte haar en hoorde niets. Ik werd rond 12:10 uur terug gebeld door [aangeefster] . Ze was helemaal in paniek en huilen en hysterisch. Ik kreeg een antwoord dat ze niet wist wat ze moest doen.
Die woensdag kwam ze rustig binnen alsof er iets was. Ze barstte in huilen uit en zei “ik kan het niet meer en ik moet het uitmaken”. Ik zei “het heeft met je baas te maken van afgelopen vrijdag he”. Ze zei “ja” en begon nog harder te huilen. Toen vertelde ze dat het die dinsdagochtend dat ik op haar aan het wachten was nog aan de gang was tussen haar en die man. Ik vroeg haar “wanneer is het de laatste keer geweest?” Zij zei “dinsdagochtend”.
Ze trad niet in detail. Maar hij bedreigde haar. [aangeefster] vertelde dat alles onder dwang was. Ze wilde het niet. Ze zag door de bedreigingen en de dingen die hij zei geen uitweg meer. Hij vertelde ook dat hij vrienden had bij de politie. [aangeefster] vertelde dat ze seks had onder dwang. Ze vertelde dat ze seks had in een huis in Kaatsheuvel en dat hij haar kwam halen met de bus. Er stond een nummer in haar telefoon van een [naam 3] . [aangeefster] vertelde dat het haar oom was. Ik hoorde van [aangeefster] dat die [naam 3] die [verdachte] was en dat zij van hem hem als [naam 3] in haar telefoon moest zetten en ze moest van hem zeggen dat hij haar oom dan was.
IV. Het proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, pagina 70 t/m 73 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op
18 april 2018was een melding bij de politie binnengekomen van een mogelijke zelfmoordpoging door [verdachte] , geboren op [geboortedag 1] -1960 te [geboorteplaats] .
Mij, verbalisant, was bekend dat verdachte [verdachte] gescheiden was van zijn ex-vrouw [naam 2] en dat hij destijds haar achternaam had aangenomen. Op Facebook kwam ik zodoende uit op het Facebook -account van ' [verdachte] ' . Hierop zag ik dat er op dit account op 18 april 2018 om 17:38 uur een bericht was geplaatst met de inhoud:
"Lieve mensen en vrienden. Dit was het voor mij. Het gaat ieder goed. Met dank aan 1 persoon".
V. Het proces-verbaal bevindingen digitaal onderzoek, pagina 78 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op de bij de doorzoeking op 18 april 2018 inbeslaggenomen USB stick en laptop zijn
twee filmpjes aangetroffen waar seksuele handelingenworden verricht. Daarnaast zijn er
vier geluidsopnamesveiliggesteld waar gesprekken tussen een man en vrouw te horen zijn. Door politieambtenaar [verbalisant] ben ik op de hoogte gesteld dat de personen die in het beeldbestand te zien zijn aangeefster [aangeefster] en verdachte betreffen.
VI. Het proces-verbaal eerste bevindingen digitaal onderzoek laptop, pagina 79 van voornoemd eindproces - verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 23 april 2018 was ik, [verbalisant] , belast met het doen van digitaal onderzoek naar de in beslag genomen gegevensdragers van verdachte. Ik keek twee videobestanden, afkomstig van de laptop van verdachte.
Video 1Ik zag een video, welke een afspeelduur had van 10 minuten en 25 seconden. Op de video zijn twee personen zichtbaar. Ik herkende hen als verdachte en aangeefster [aangeefster] . Ik zag dat [aangeefster] naakt op een bed lag. Op de video was te zien dat er verschillende seksuele handelingen werden verricht . Ik zag dat verdachte [verdachte] de vagina van aangeefster [aangeefster] penetreerde met zijn vingers. Ik zag orale handelingen van verdachte [verdachte] aan de vagina van aangeefster [aangeefster] . Ik zag dat [aangeefster] de penis van [verdachte] uit zijn onderbroek haalde en dat zij orale handelingen verrichtte aan de penis van verdachte .
Video 2Ik zag een video, welke een afspeelduur had van 3 minuten en 51 seconden. Ik hoorde de stem van aangeefster [aangeefster] en ik zag de benen en billen van een naakt meisje. Ik hoorde een soppend geluid en gekreun .
VII. Het proces-verbaal eerste bevindingen digitaal onderzoek laptop, pagina 80-81 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat op de USB stick in beslag genomen bij verdachte verschillende beeld- en geluidsopnames aanwezig waren. Ik opende een geluidsfragment met de naam “spraak 001”. Ik zag dat dit geluidsfragment 1 uur en 19 minuten duurde en was gecreëerd op 17 april 2018 omstreeks 10:38 uur. Ik beluisterde enkele delen van het fragment en ik hoorde dat het fragment bestond uit een ruzie tussen aangeefster [aangeefster] en verdachte. Ik herkende hen aan hun stemmen.
VIII. Het proces-verbaal eerste bevindingen digitaal onderzoek laptop, pagina 82 t/m 90 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Wij, verbalisanten, hebben een geluidsopname beluisterd. De geluidsopname was voorzien van de bestandsnaam ‘spraak001’ en is aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen laptop van het merk Acer. Het door ons beluisterde gesprek is zoveel mogelijk woordelijk uitgewerkt. Wanneer de verdachte aan het woord is, is dit aangegeven met ‘ [verdachte] ’.
Wanneer de aangeefster aan het woord is, is dit aangegeven met ‘ [aangeefster] ’.
Ik, verbalisant, hoorde op de opname het volgende:
“ [verdachte] : Kom eens.
[verdachte] : gaat het niet goed met je?
[aangeefster] : Nee.
[verdachte] : Wat dan?
Opmerking verbalisant: vervolgens wordt er over en weer onverstaanbaar gesproken.
[verdachte] : Nou kom, we gaan naar boven. Of wil je dat niet?
[aangeefster] : Jawel.
[verdachte] : Godverdomme ik hou van je. Ik wil je niet kwijt.
Opmerking verbalisant minuut 02 . 10: Geluiden van traplopen.
[aangeefster] : Een telefoon onder de tap zetten kost ook geld.
[verdachte] : Nee als je mensen kent niet.
[aangeefster] : Waarom doe je het dan?
[verdachte] : Omdat ik gek ben. Omdat ik zoveel van je hou , dat je eerlijk tegen me bent.
[aangeefster] : Maar waarom denk je dat onder de tap zetten helpt.
[verdachte] : Niet maar dan weet ik wel of je liegt ja of nee. Daarom meer niet, wees nou gewoon eerlijk.
[aangeefster] : Waar wil je dat ik eerlijk over ben, stel vragen dan.
[verdachte] : Ik stel vragen maar je geeft geen antwoord. Dan zeg je: 'dan sla je me in elkaar’. Ik sla je niet in elkaar.
[aangeefster] : Nou, begin maar.
[verdachte] : 3 weken geleden is het begonnen met hem.
[aangeefster] : ja.
[verdachte] : Hoe?
[aangeefster] : Gewoon een keer op school, gewoon praten en ja heel veel appen.
[verdachte] : Ja dat weet ik. Wat doe je nou, je hoeft toch niet zo boos te doen. En toen heb je hem gezoend.
[aangeefster] : Ja.
[verdachte] : En hoe is het toen verder gegaan?
[aangeefster] : Hoe bedoel je verder?
[verdachte] : Nou met appen , toen ben jij bij hem thuis langsgegaan want je komt al best lang bij hun thuis. Dat is dan schijnbaar vrij normaal.
[aangeefster] : Ja, die mensen doen wel gewoon normaal gelukkig.
[verdachte] : Dat deed ik niet natuurlijk.
[aangeefster] : Dat weet ik niet. Wat bedoel je?
[verdachte] : Dat ik jou met open armen heb ontvangen . Maar goed dan kom je daar iedere dag bijna .
[aangeefster] : Nou dat is niet waar.
[verdachte] : Niet zo, je komt er bijna iedere dag. Je komt er langs of je haalt hem op . Maar hoe denk je nou over mij, dat vind ik het punt. Het liefste zou je afsluiten en daar...
[aangeefster] : Het gaat heen en weer.
[verdachte] : Hoe bedoel je? In je hoofd?
[aangeefster] : Ja.
[verdachte] : En dat je mij niet wilt afsluiten. Want je hebt veel aan mij.
[aangeefster] : ja daar heb ik ook nooit aan getwijfeld of weet ik het wat. Ik heb ook nooit gezegd: 'ik heb niets aan je’.
[verdachte] : Nee want ik heb je altijd geholpen en gesteund.
[aangeefster] : Ja.
[verdachte] : Als er thuis iets was dan was ik er voor je.
[aangeefster] : Ja.
[verdachte] : We hebben ook super seks. Heb je dat met hem ook gehad?
[aangeefster] : Nee, dat zeg ik toch.
[verdachte] : Rustig. Mag ik......aanraken?
[aangeefster] : Ja prima, maar je bent toch boos?
[verdachte] : Ik ben niet boos ik ben teleurgesteld.
[aangeefster] : Dat maakt het heel veel beter.
[verdachte] : Als ik jou aanraak, wilt niet zeggen dat jij dat niet fijn vind. En dat jij mij niet boos vind. Ik wil jou aanraken dat is het punt. Ik wil best seks met je, dat is niet het probleem, maar dat wil jij niet meer. Jij bent er klaar mee.
[aangeefster] : Snap je nou niet hoe het voor mij was toen jij daar stond.
[verdachte] : Waar stond bij hun?
[aangeefster] : Ja.
[verdachte] : Ik denk dat je het om moet draaien, ik denk dat je moet begrijpen waarom jij daar stond.
[aangeefster] : Ga je nou verder hiervan weg liggen?
[verdachte] : Nee ik ga niet weg liggen. Ik probeer alleen maar. Ik moet bij je komen liggen, maar ik mag je niet aanraken. Wat is nou het punt. Jij bent vreselijk in de war he. Dat is het probleem.
[aangeefster] : Maar je maakt die gevolgen toch zelf.
[verdachte] : Nee die heb jij gemaakt. Ik niet ik heb er niet om gevraagd. Als jij punt 1 verliefd worden, het zal nu wel verliefd zijn zijn. Moet je goed luisteren dan moet je zeggen: ‘ [verdachte] moet je goed luisteren, ik hou veel van je maar Ik ben zeventien jaar, ik zie het niet meer zitten'.
[aangeefster] : Dat had ik moeten zeggen.
[verdachte] : Ja dat had je moeten doen. We hebben het daar wel eens over gehad. Als je er iemand bij krijgt en je wilt er over praten. En we hebben toch 1 a 2 keer in de week toch seks omdat je ons maatjes vind. Waarschijnlijk vind je dat niet zo nu. Want je wilt het helemaal nu afsluiten. Of niet?
[aangeefster] : Je hebt je antwoord toch klaar.
[verdachte] : Nee ik vraag om een bevestiging.
[aangeefster] : Ik weet het niet.
[verdachte] : kijk mij eens aan . Waarom niet. Heb je daar het lef niet voor?
[aangeefster] : Nee ik ben gewoon laf.
[verdachte] : Zo komen we niet verder he?
[aangeefster] : Nee.
[verdachte] : Ik zou je willen zien. Ik zou je willen voelen.
[aangeefster] : Dan komen we toch niet tot een conclusie.
[verdachte] : Nee. Maar dan moetje het graag willen . Het moet geen moeten zijn. Snap je?
[aangeefster] : uhu.
[verdachte] : Dan moetje niet zo bokkig liggen zoals je nu ligt. Dan moetje zoiets hebben van: ‘kom hier’. Of hoe moet ik het zien?
[aangeefster] : uhu.
[verdachte] : He, kom eens hier. Kom eens bij me liggen.
[aangeefster] : Wie heeft mijn telefoon onder de tap staan?
[verdachte] : Een onderdeel van de politie, niemand meer .
[aangeefster] : Wat doet die politie?
[verdachte] : Recherche, je kent hem ook zelf. [naam 1] . Die heb je ooit 1 keer gezien. Een motoragent met een grote baard in Breda.
[aangeefster] : Waarom? Wat gaan hij tegen mij doen?
[verdachte] : Tegen jou gaat hij niets doen. ik heb hem de situatie uitgelegd.
[aangeefster] : Heb jij tegen hem gezegd dat ik 17 jaar oud ben en dat jij van houd. Wat heb je tegen hem gezegd?
[verdachte] : Ga je zo doen? Dan zeg ik niets meer.
[aangeefster] : Ja maar, je snapt dat dit voor mij toch ook niet fijn is ofwel?
[verdachte] : Nee , ik moet allemaal begrijpen wat jij niet fijn vind, wat jij niet leuk vind.
[aangeefster] : Wat doet die vent?
[verdachte] : Nee laat mij uitpraten nu. Nu moet je gaan oppassen. Ben ik duidelijk?
[aangeefster] : Ja, je bent duidelijk.
[verdachte] : Want anders ga ik nu nog maatregelen nemen. Echt, je bent veel te ver gegaan [aangeefster] .
[aangeefster] : Stop eens met wijzen alsjeblieft.
(..)
[aangeefster] : Ga je nog verder vertellen of niet ?
[verdachte] : Nee ik ga niet meer verder vertellen.
[aangeefster] : Ben je er klaar mee?
[verdachte] : Ja.
[aangeefster] : Nu echt?
[verdachte] : Nu echt ja. Ik probeer op een nette manier met jou een compromis te zetten.
[aangeefster] : Ja maar. Ik snap jou ook niet.
[verdachte] : Jij wordt boos over iets dat ik probeer te onderzoeken. Omdat je mij belazert van A tot Z.
[aangeefster] : Ja maar wat heb je hem uitgelegd dan.
[verdachte] : Ik heb hem heel veel uitgelegd omdat hij een vertrouwenspersoon van mij is al 24 jaar.
[aangeefster] : Heb jij gezegd dat ik 17 ben?
[verdachte] : Ja. Dat is niet meer strafbaar tegenwoordig.
[aangeefster] : Nee dat weet ik.
[verdachte] : Ik heb duidelijk gevraagd.... ex-vrouw zegt dat ik een pedofiel ben. Hoezo?
[aangeefster] : Kan je nu wel weer hier komen liggen of ben je er nu echt klaar mee?
[verdachte] : Ik wil best bij je liggen als jij normaal doet. Dus ga je normaal doen?
[aangeefster] : Ja.
[verdachte] : Dat praten alleen is al niet normaal. ‘Ja’. Jij moet eens beseffen dat ik van je hou ondanks dat gezeik er omheen. Vecht ik nog steeds voor je [aangeefster] , nog steeds. Als je met mij klaar bent, dat snap ik. Dat snap ik niet want ik heb niets fout gedaan in mijn ogen. Ik heb jou nooit mishandeld ik heb jou nooit pijn gedaan. Ik heb jou alleen maar gegeven, gegeven in liefde in spullen.
(..)
[verdachte] : Gelukkig. [naam 1] weet alles. Ik heb hem duidelijk verteld wie jij bent waar jij woont welk vriendje jij hebt, hoe hij in elkaar zit. Hij heeft alles uitgezocht. Zal ik alles vertellen?
[aangeefster] : Ja. Ik wil dat wel.
[verdachte] : Ik zou dat wel willen vertellen maar ik zou zelf ook wel wat willen weten maar jij vertelt niks. Hij heeft me uitgelegd wat de gevolgen kunnen zijn.
[aangeefster] : Van?
[verdachte] : Als ik zeg [naam 1] druk maar op die knop. Dan gaan alle toeters en bellen werken. Weet wat de gevolgen zijn.
[aangeefster] : En dat is?
[verdachte] : Ik word gewoon opgepakt.
[aangeefster] : Hoezo?
[verdachte] : Want er moet een onderzoek komen. 17 jaar en 57 jaar is toch wel een dermate verschil .
[aangeefster] : Ja.
[verdachte] : Nou dan wordt ik opgepakt en zit ik 2 a 3 dagen vast, want ik moet verhoord worden en jij moet opgepakt worden.
[aangeefster] : Waarom moet ik opgepakt worden?
[verdachte] : Voor verhoor ook. Ze komen je gewoon halen. Maar jij zit niet vast. Dan krijg je de conclusies dat jouw vader en moeder mij zwart gaan maken. Dat je zou zijn gedwongen en dit en dat maar je bent nooit gedwongen.
[aangeefster] : uhu.
[verdachte] : Jij kunt toch ook zeggen dat ik je gedwongen heb, dat kun je duizend keer zeggen. Ik heb al tegen hem gezegd dat dat niet waar is. Dan krijg je getouwtrek met alle gevolgen van dien in de media. Nou maakt mij dat niets uit. Ik heb al genoeg in de media gestaan met naïviteit, nou dat loopt wel weer weg. De gevolgen voor jou zullen best heftig zijn.
[aangeefster] : ja dat hoop je.
[verdachte] : Nee dat hoop ik niet. Want het is vrij heftig.
[aangeefster] : Toch wel, want je gaat er toch naar toe.
[verdachte] : Ik heb wel aan hem gevraagd : 'waarom doe ik dit?’. Hij zei dat hij daar maar 1 ding op kon zeggen dat is liefde, dat is echte liefde dat zien wij vaker. Alleen dit is heel extreem omdat het leeftijdsverschil groot is. Want hij wist wel te herinneren wie jij was, dat kleintje. Je had het niet zo moeten doen, je had het niet zo moeten doen. Ik heb duizend keer gevraagd wees eerlijk, alsjeblieft wees eerlijk. Ik ben altijd iemand geweest die zich
in iemand vastbijt. Waar ik om geef. En nogmaals je mag iedereen op mij afsturen ik vind het best.
[aangeefster] : Je wilt me gewoon helemaal kapot hebben.
[verdachte] : Nee [aangeefster] ik wil jou niet kapot hebben. Ik wil dat jij mij behandelt als mens en niet als een stuk vuil.
[aangeefster] : Je wilt me gewoon helemaal kapot hebben en voor de rest helemaal niets.
(..)
[verdachte] : Maar jij wou me wegzetten als een vuilniszak aan de kant. Dat zou je gewild hebben. Dan heb je het toch fout ingeschat. Probeer maar tijd te rekken, dan gaan we gewoon zo rijden dan gebeurt er niks.
[aangeefster] : Hoe bedoel je er gebeurt niks?
[verdachte] : Ooh ik dacht dat we nog wel wat aan seks deden.
[aangeefster] : Jij wilt toch antwoorden je wilt toch een oplossing.
[verdachte] : Ja maar die oplossing komt er bij jou toch niet.
[aangeefster] : Nee, wat wil je dan ?
[verdachte] : Ik weet het niet.
[aangeefster] : Wil je nou wel iets of niet?
[verdachte] : Ja, tuurlijk wil ik iets. Maar niet behandeld worden als een stuk vuil dat wil ik niet . Dat heb je nou al een week of 4/5 gedaan. Daarvoor weet ik niet. Ik vraag me ook af wat er in Praag is gebeurd en wat er op die feesten is gebeurd. Dat vraag ik me nu ook allemaal af.
Opmerking verbalisant: Door de ademhaling en de geluiden die [aangeefster] maakt, lijkt het alsof ze aan het huilen is.
Minuut 24.10
[verdachte] : Kom eens hier. Draai eens om.
[aangeefster] : Ik wil niet meer.
[verdachte] : Draai eens om . Draai eens om.
[aangeefster] : Ik ben geen hond.
[verdachte] : Natuurlijk ben je geen hond. Wil je alsjeblieft omdraaien. Kom je bij me liggen of niet.
[aangeefster] : Wat doe ik nou weer verkeerd.
[verdachte] : liggen kloten met je knietje.
[aangeefster] : Dat deed ik niet expres.
[verdachte] : Dat zeg ik ook niet. Wat had je nou gewild .
[aangeefster] : Wat gaat er nou gebeuren dan?
[verdachte] : Nu ben ik aan de beurt. Je wilt naar een compromis.
[aangeefster] : Ja.
[verdachte] : Wat zou jij willen dan
[aangeefster] : Dat weet ik niet.
[verdachte] : Daar heb ik niets aan , nee ik meen het. Je bent slim genoeg wat had je gewild . Dat het gewoon afgesloten was en klaar?
[aangeefster] : Nee.
[verdachte] : Wat dan?
[aangeefster] : Dat weet ik niet.
[verdachte] : Gewoon dat je met hem verder gaat en mij af en toe belt en appt, van goh was leuk. Had je dat gewild.
[aangeefster] : Nee.
[verdachte] : Wat dan, dat we elkaar gewoon wel zien?
[aangeefster] : ja.
[verdachte] : Dat we een borreltje drinken, kletsen en houdoe en bedankt. Of ook seks?
[aangeefster] : Ja.
[verdachte] : Ook seks? Hoe zie je dat dan?
[aangeefster] : Dat weet ik niet.
[verdachte] : Moeilijk he , dat is echt moeilijk he? Voor jou is dat ook moeilijk dat snap ik ook wel.
[aangeefster] : nee dat snap jij niet.
[verdachte] : Dat snap ik wel, ga nou niet zeggen dat ik het niet snap. Ik denk dat het eerder andersom is. Jij denkt dat je alles mag en kunt.
[aangeefster] : Nee dat denk ik niet.
[verdachte] : Nee, geen ruzie maken dat doe ik ook niet. Jij denkt dat je alles mag en kunt en dat je overal je zin in krijgt. Ik heb altijd alles voor je gedaan. Teveel zelfs.
[aangeefster] : Ja.
[verdachte] : dat geeft niet dat zit in mijn aard, dat is de aard van het beestje. Daarom ga ik vaak op mijn bek, maar dat kun je niet veranderen. Als je zo kortaf gaat doen, dan kun je het ook gewoon zeggen.
[aangeefster] : Maar jij kan nu met iets gaan dreigen.
[verdachte] : Nee ik dreig niet.
[aangeefster] : jij hebt wel een stok achter de deur en ik heb helemaal niets.
[verdachte] : Ik heb geen stok achter de deur.
[aangeefster] : Jawel
[verdachte] : Ik heb voor mezelf bedacht, moet ik mezelf af laten schepen.
[aangeefster] : Maar jij kan tegen [naam 1] zeggen, doe het maar lekker.
[verdachte] : Dat kan ik ja.
[aangeefster] : Nou dan heb jij toch een stok achter de deur.
[verdachte] : Ik wil niet die stok achter de deur. Ik wil alles vernietigen ik wil alles weggooien.
[aangeefster] : Doe dat dan.
[verdachte] : Nee. Want dan ga je mij pakken.
[aangeefster] : Nee.
[verdachte] : Want dan is het van , nou heb ik je. Zo zit je niet in elkaar zeker?
[aangeefster] : Nee gelukkig niet. Je wilt gewoon niet meer he?
[verdachte] : Ik wil wel. Jij zit alleen maar op je horloge te kijken.
[aangeefster] : Helemaal niet.
[verdachte] : het valt mee dat je je telefoon niet zoekt om te appen of weet ik wat. Gooi het maar op de grond kapot.
[aangeefster] : Dat boeit me niet.
[verdachte] : Nee dat weet ik.
[aangeefster] : Je wilt het niet.
[verdachte] : Ik wil het wel. Ik wil zo veel. Ik wil nu ook met je vrijen.
[aangeefster] : Maar denk je dat dat nu nut heeft? We moeten nu tot een oplossing komen maar jij wilt seks.
[verdachte] : Ja dat heeft nut. Dat maakt je gedachten los, dat maakt je gevoelens los. Voor het praten moet je eerst seks hebben dan kun je pas praten. Want dan ben je relaxed hoe stom dat ook klinkt. Dan ben je relaxed, dan ben je ontspannen.”
Ik, verbalisant, heb de opname beluisterd vanaf minuut 30.00 tot 50.06. Ik hoorde op de opname het volgende:
[aangeefster] : Nee, niet prima, jij bent niet goed.
[verdachte] : Echt [aangeefster] dat is jouw stopwoordje, dat is niet goed.
[aangeefster] : Wat wil je nou dan ?
[verdachte] : Seks
[aangeefster] : Ga je gang.
[verdachte] : Nee dat moet van twee kanten komen.
[aangeefster] : Ja dat komt het ook, maar je bent toch niet strafbaar dus.
[verdachte] : Nee gelukkig niet , maar dat wist jij dus zelf ook wel.
[aangeefster] : Ja, is dat fout dan dat ik dat weet? Dat [naam 2] zo’n achterlijk wicht is kan ik ook niks aan doen. Dat die nog leeft 150 jaar geleden ja prima, dat was best strafbaar geweest ja, vanaf 16 is niet meer strafbaar. Waarom zou je dan vast komen te zitten?
[verdachte] : Verhoor, dan wordt gewoon drie dagen lang verhoord. Alles wordt onderzocht. Echt een hele toestand
[aangeefster] : Wil je dat niet?
[verdachte] : Nee tuurlijk niet.
[aangeefster] : Dan ga je toch niet naar de politie? Waarom heb je het dan gedaan?
[verdachte] : Omdat ik me niet als een stuk vuil laat behandelen. Ik heb gewoon de rechtsgang uitgezocht, en uit laten zoeken. Als jij nou 1000 keer zegt nee terwijl het wel waar is maar ik heb geen enkel bewijs, dan is dat nee toch de waarheid, en heb ik bewijs dan is dat de waarheid, hoe lullig het ook klinkt zo zit het toch in elkaar. En waarom? Er is maar één reden, omdat ik je punt 1 niet kwijt wil. Ik probeer al na te denken van je bent 17 je
moet ook met je leven verder, maar ik laat me niet aan de kant zetten. Je zegt duizend keer dat je van me houdt.
[aangeefster] : Geloof je dat niet dan?
[verdachte] : Jawel anders was je hier niet. Nu is het misschien een andere gedachtegang maar je zegt dat je om me geeft, dat geloof ik echt wel. We hebben het best goed met z’n tweetjes hier, als we eens uiteten gaan of weet ik wat ook, want we kunnen praten. Maar je zit met je gedachten heel ergens anders en ik ben niet gek, ik ben echt niet gek. Dat pik ik dan allemaal en ik vind het jammer dat je er dan via die appjes achter moet komen.
[aangeefster] : Ik vind het jammer dat je daarmee naar de politie moet.
[verdachte] : Dat is bescherming voor mezelf , maar ik hoop dat je het begrijpt. Ik heb dan te maken met jouw ouders, met zijn ouders want hij komt het ook allemaal te weten. Daar zit je ook niet op te wachten want je houdt van hem. Dat weet je wel?
[aangeefster] : Jij leest toch alles?
[verdachte] : Ik lees alles ja.
[aangeefster] : Wil je nou nog wel of niet?
[verdachte] : Ja tuurlijk wil ik, daar zal nooit iets in veranderen. Maar het moet wel uit liefde komen [aangeefster] . Van twee kanten.
[aangeefster] : Wat denk je nou zelf?
[verdachte] : Wat ik denk? Dat je me uitkotst, dat je boos bent?
[aangeefster] : Nee, wacht dan .
Opmerking verbalisant: Er wordt niet gesproken tot minuut 35.56. Wel is er sporadisch een smakkend geluid te horen.
Minuut 35.56
[verdachte] : Moet je nog plassen?
[aangeefster] : Nee.
[verdachte] : Wat dan? Gewoon liggen?
[aangeefster] : Ja, maar , snap je niet dat ik hier ook even over na moet denken ofzo, wat je net allemaal zei, of is dat nou heel raar?
[verdachte] : Nee niks is raar.
[aangeefster] : Blijkbaar wel, ga je nou weer daarheen.
[verdachte] : Ja het heeft geen zin daar te komen liggen.
[aangeefster] : Dus je wilt niet.
[verdachte] : Jawel ik wil wel, ik wil dolgraag, daarom vraag ik of je eerst moet plassen
[aangeefster] : Nee ik hoef niet.
[verdachte] : Nogmaals, het moet van beide kanten komen en als jij niet wilt en je blijft liggen als een zoutzak dan pas ik er echt voor. Dan wil je gewoon niet tot de compromis dan wil je niks.
[aangeefster] : Wat is de compromis?
[verdachte] : Dat we een modus gaan zien dat we elkaar een paar keer in de week zien, dat je open en eerlijk gaat worden en dat je het wel meent.
[aangeefster] : Denk je dat ik het niet meen dan?
[verdachte] : Dat is nou het punt waar ik mee zit, waarom zoek je dan iemand anders terwijl je wel van iemand anders houdt, meen je het dan wel of meen je het dan niet? Of is het puur voor de lust?
[aangeefster] : Als het alleen voor de lust was had ik m’n broek al uitgetrokken.
[verdachte] : Ja, niet helemaal nee, er speelt nu totaal iets anders bij. Wat we net besproken hebben . Er moet gewoon rust komen, bij jou, bij mij. Maar dan moet je wel afspraken kunnen maken. Snap je? Jij bent dan de tussenpersoon en niet boos worden he.
[aangeefster] : Ik probeer het niet.
[verdachte] : Je probeert het niet, nou dan moet ik voorzichtig zijn. Stel je hebt hem bijvoorbeeld gepijpt vanochtend . En je zegt ik heb een afspraak en dan kom je naar mij toe. Hoe lullig is dat? Haha, dat is een woordspeling dat ik dat zeg.
[aangeefster] : Ja dat snap ik. Niet echt acceptabel.
[verdachte] : Nou ja niet of het acceptabel is maar dat moet je kunnen blokken, jij kunt dat wel schijnbaar. Je hebt al vier weken iets met hem. Je zegt dat je niks gedaan hebt met hem, dat moet ik dan maar aannemen. Je zegt dat je van hem houdt en toch doe je bij mij anders.
[aangeefster] : Wat is nou je doel?
[verdachte] : We hebben toch net besproken wat eigenlijk het doel zou zijn . Maar daar moet jij ook mee kunnen leven niet alleen ik. Ik vind het verschrikkelijk dat ik jou moet delen. Dat je 90 procent van de tijd bij hem zult zijn en 10 bij mij. Toch?
[aangeefster] : Ja ik bevestig het maar. Ja ok.
[verdachte] : Daar ga ik al heel ver in moet ik eerlijk zeggen want je weet hoe ik er eigenlijk insta. Kun je dan die 10 of 20 procent dan 100 procent aan mij geven?
[aangeefster] : Ja.
[verdachte] : Dat denk je wel? Dat je daar de deur dichttrekt en dat je dan volledig van mij bent. Dat kun je wel dat heb je al bewezen.
[aangeefster] : Ja.
[verdachte] : Raar mens, raar mens. Ja he. Maar je wilt het niet.
[aangeefster] : (Huilend) Ik weet het niet, je weet toch dat ik van je hou.
[verdachte] : Dat weet ik, maar je houdt ook van hem, dat is ook de grote fucking ellende. Jij wilt alles. Want ik weet dat je mij ook niet helemaal kwijt wil. Daar heb ik je teveel voor gesteund, daarvoor ben ik teveel een tweede papa voor je. Maar ook een vriend, ik ben trouwens alles voor je. Daar zit het allemaal te diep voor. Geef eens antwoord.
[aangeefster] : (huilend) ja.
[verdachte] : Jij moet eens leren praten [aangeefster] dat moet jij eens leren. Nadenken en praten. Wil je wel of wil je niks?
[aangeefster] (huilend ) je weet het zelf net zo goed als ik.
[verdachte] : Dat wil je wel. Wil je wat drinken?
[aangeefster] : (huilend) Nee.
[verdachte] : Wat dan ?
[aangeefster] : Niks. Wat wil je nou?
[verdachte] : Keiharde seks met je, dat wil ik.
[aangeefster] : Ok dan.
[verdachte] : Ja ik weet niet wat ik ga doen.
[aangeefster] : Ja wat wil je nou? Je wilt helemaal niks je wilt me helemaal naar de klote helpen voor de rest wil je helemaal geen flikker.
[verdachte] : Jawel ik wil seks met je dat weet je dondersgoed.
[aangeefster] : Wat ga je doen dan?
[verdachte] : Wat moet ik doen dan? Zeg me maar wat ik moet doen, ik heb je broek al losgemaakt. Ga een glas water drinken.
[aangeefster] : Nee.
[verdachte] : Zie je nou jij wilt niks.
[aangeefster] : Je snapt het niet.
[verdachte] : Nee jij snapt het niet, je wilt niks drinken. Ik probeer je te helpen dat je tot rust komt. Alles moet van twee kanten komen.
[aangeefster] : Wat denk je nou zelf, waarom ben ik hier dan?
[verdachte] : Alleen om te praten of niet?
[aangeefster] : Nee ik ben achterlijk.
Opmerking verbalisant: Tot minuut 46 : 37 geen spraak maar sporadisch een smakkend geluid .
Minuut 47:27
(..)
[verdachte] : Kom eens hier.
[aangeefster] : Om wat te doen? Dat voelde heel naar.
[verdachte] : Wat?
[aangeefster] : Om over dat bed geschoven te worden dat is helemaal niks.
Opmerking verbalisant: Er is schuivend geluid te horen.
[aangeefster] : Niet doen, dat hoeft niet hoor.
[verdachte] : Wat wil je dan?
[aangeefster] : Weet ik niet . Is het allemaal nog goed?
[verdachte] : Wat bedoel je?
[aangeefster] : Wat denk je zelf?
[verdachte] : Bij mij?
[aangeefster] : Niet op dat gebied.
[verdachte] : Wat bedoel je nou, wees nou eens duidelijk.
[aangeefster] : Waar kijk je nou naar?
[verdachte] : Naar je billen.
[aangeefster] : Is dat allemaal nog goed?
[verdachte] : Dat is allemaal goed ja, je billen dat is iets . Beetje masseren?
[aangeefster] : Ik weet niet hoe laat het is?
[verdachte] : Tien over tien.
[aangeefster] : Het is jouw feestje .
[verdachte] : Het is ons feestje.
[aangeefster] : Jij bent de baas. Wat ga je doen?
[verdachte] : Handdoek pakken.”
IX. Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 97 t/m 102 van voornoemd eindproces - verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik, verbalisante, heb een opgenomen geluidsfragment beluisterd tussen een man en een vrouw, die in het gesprek [aangeefster] wordt genoemd. V= vrouw M =man
Geluidsopname [aangeefster] 1 15.04.2018:
M: Wat zeg je?
V: Gaan we dit nog oplossen?
M: Ik geef het steeds aan, dat heb ik gisteravond ook aangegeven. We kunnen het makkelijk oplossen. Als jij met mij normaal praat face to face. Een gewoon normaal
gesprek voert.
V: Ja?
M: Zonder leugens, zonder gedoe. Dan kunnen we kijken of naar een oplossing kunnen.
V: Ja, maar jij praat al alsof dat er al niks meer gaat veranderen.
M: Hoe bedoel je?
V: Nou, dat je keuze al vast staat wat je gaat doen.
M: Wat denk je dan, welke keuze?
V: Dat je mij naar de tering wil helpen.
M: Nee. Nee [aangeefster] , dan had ik dat allang gedaan. Dan had ik dat echt allang gedaan.
V: Hoe dan?
M : Ja, op deze manier.
V: Waarom wil je dat nu ineens wel dan?
M: Waarom? Kun je dat zelf niet invullen?
V: Ik snap niet dat je dat niet eerder gedaan hebt ofzo
M: Omdat ik nog steeds, nog steeds, en dat mag iedereen weten, nog steeds ontzettend
veel om je geef.
V: Hoe kan je nou om mij geven, ik snap dat nou nog steeds niet.
M: Ja. Dat zit nou eenmaal in mijn bloed. Als ik voor iemand ga, dat heb ik al vaker
verteld, veel vaker, dan ga ik er 100% voor, en dan ga ik heel erg diep. Wat je dan
ook flikt of doet.
V: Ja, dat blijkt.
M: Klopt. Maar goed, zo zit ik nou helemaal in elkaar, en dan laat ik de keus bij jou. En nogmaals, als jij zegt, goed, nogmaals als jij keihard tegen mij kan zeggen, in mijn gezicht, want over de telefoon is het makkelijk lullen, als jij zegt ik ga definitief met Pipo de Clown door, of hoe heet hij. Dan gaan we er verder over borduren. Wil jij nog iets met mij, naast hem, weet ik veel. Er zijn zoveel mogelijke oplossingen.
V: Oke.
M: Maar gaan we dat niet over 3 weken doen of over een week. Echt. Ik heb nou 3 nachten, dag en nacht wakker geweest, het is op. Het is echt op. En het spijt me echt, want nogmaals ik hou zielsveel van je.
V: Het spijt je niet.
M: Ja, het spijt me wel. Jawel, het is alleen zo, jij wil er op een goedkope, simpele manier vanaf komen door mij de kanker, de tering te wensen en daar heb ik nog eens goed over nagedacht. Nee, want je houdt hem ook voor de gek.
(..)
M: Ik zit op heel dit gezeik niet te wachten.
V: Dat snap ik ook.
M: Ik neem aan dat je toch wel begrijpt dat ik het niet zo kan laten gaan. Ik bedoel, daar hebben we teveel voor gedaan, daar hebben we teveel voor meegemaakt.
V: Dat snap ik ook wel.
M: Ik heb een huwelijk laten stranden, mijn kinderen zie ik niet. En allemaal door...
(..)
V: Nou, het voelt gewoon alsof ik het alleen maar heb gedaan. En dan zeg jij, nee dat is niet, maar zo voelt het voor mij wel.
M: Ja. Daar kan ik natuurlijk heel weinig aan veranderen. Het is gewoon...
V: Maar zo voelt het voor mij wel.
M: Ik was er zelf ook altijd bij. Kijk, [naam 2] heeft een aantal keer gezegd van, stop met [aangeefster] . Stop met [aangeefster] , dan vergeef ik het , klaar. Einde verhaal. Einde verhaal.
V: Ja, maar waarom heb je dat niet gezegd?
M: Wat zeg je?
V: Dat heb je nooit tegen mij gezegd.
M: Nee. Ik zeg het nu toch?
V: Maar daar heb ik nou toch niks meer aan?
M: Nee, omdat ik jou altijd beschermd heb, met alles en nog wat. Want anders dan zou ze naar je ouders gaan. En dat zou ze gedaan hebben, dat weet ik zeker.
V: Hmhm
M: (..) En ik koos altijd voor jou. Ik heb altijd voor jou gekozen. Op alle gronden. Daarom doet ik ook zo vreselijk veel pijn dat kun jij jezelf niet voorstellen.
V: Nee, dat denk ik niet nee.
(..)
M: Dat geeft niks, dat maakt ook niet uit. Maar ik laat me nu niet afschepen...
(..)
M: Het is toch niet zo gek dat ik nu zeg, ja [aangeefster] kom op, ik laat dit niet over me heen gaan. Dan moeten we allebei maar met de billen bloot. Als het fout gaat dan gaan we er alle twee voor bloeien, op welke manier dan ook. En daar ben ik heel eerlijk in, en alles wat ik zeg dat meen ik op dit moment, dat weet je. Dat heb je nu ondertussen al een paar keer ervaren.
(..)
M: Wat je nu gedaan hebt dat is, dat gaat alle perken te boven. Daarom ben ik ook kwaad. Zo simpel is het. Ik neem aan dat je dit begrijpt.
(..)
M: Je mag gerust nu naar Made gaan, ze mogen mij in elkaar trappen of rammen. En dan
mogen ze mijn telefoon hebben. Dat je denkt nu is het opgelost. Nee, nee, nee. Dat is iets dat heb ik allemaal wel veiliggesteld. Ook als ze mij vermoorden dan zal er iets gebeuren.
V: Wil je me nou bang maken of wat?
M. Nee nee nee nee.
V: Ja want je maakt me gewoon bang. Dat vind ik het meest erge van alles.
M: Ik maak je niet bang. Ik heb je nooit bang..
V: Jawel je maakt me wel bang.
M: Nou, dat is niet de bedoeling. Maar nogmaals...
V: Nee maar dat doe je wel.
(..)
M: In welke vorm? Dan mag jij uitleggen in welke vorm ik jou bang maak. Ik zeg gewoon
wat ik regel en gedaan heb.
V: Daar maak je mij best bang mee, maar ja.
M: Nee. Ik praat de waarheid. Daar hoef je niet...
V: Ja. Nou. Dat ben ik wel.
M: Daar hoef je niet bang voor te zijn.
V: Ja. Dat kan jij wel zeggen maar dat is niet zo
M: Van de waarheid daar krijg je niks van. Ja, een keer ellende. Dat klopt.
(..)
M: Dus wat gaan we doen? Hoe gaan we het doen? Waar spreken we af, hoe spreken we af?
X. Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 113 t/m 115 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik verbalisant verrichtte digitaal onderzoek naar de mobiele telefoons van verdachte (Samsung Galaxy S6 Edge en Samsung J3) en de mobiele telefoon van aangeefster [aangeefster] op chatberichten. De Samsung J3 heeft als eigenaar [naam 4] - [telefoonnummer 1] . De telefoon heeft louter bel- of whatsapp-contact met [telefoonnummer 2] op naam van [aangeefster] . Van 17 maart t/m 18 april 2018 wordt er veelvuldig contact gezocht. Zo ook een chat van 7137 berichten over en weer.
Hieruit werden de navolgende berichten gefilterd:
07.04.2018 (00.57): [naam 4] - Jij bent alles
07.04.2018 (00.57): [aangeefster] - Nee.
07.04.2018 (00.57): [aangeefster] - Ben goed om te neuken voor de rest niets.
10.04.2018 (02.13): [naam 4] - Weet jij nog in de [zaal]
10.04.2018 (02.18): [naam 4] - Jij trok mij mee in de zaal
10.04.2018 ( 02 .18): [naam 4] - Maakte me subtiel m'n riem los
10.04.2018 (02.19): [naam 4] - Knoopje los
10.04.2018 (02.19): [naam 4] - En deed m'n broek naar beneden
10.04.2018 (02.21): [aangeefster] - O
10.04.2018 (02.21): [naam 4] - Je deed heel langzaam m'n onderbroek uit
10 . 04.2018 (02.22): [naam 4] - En kuste me intens
10.04.2018 (02.22): [naam 4] - Dieper en dieper
10.04.2018 (02.24): [naam 4] - En masseerde
10.04.2018 (02.24): [naam 4] - Zacht
10.04.2018 (02.25): [aangeefster] - Ok
10.04.2018 (02.25): [naam 4] - Begon me zacht en liefdevol te
pijpen10. 04 .2018 (02.25): [naam 4] - Weet je dat nog
10.04.2018 (02.25): [naam 4] - Nee
10.04.2018 (02.26): [naam 4] - Jammer
10.04.2018 (02.27): [naam 4] - In de [zaal]
10.04.2018 (02.28): [naam 4] - Ik vergeet het nooit
14.04.2018 (23.49): [aangeefster] - Dat jij niks te verliezen hebt wil niet zeggen dat je mijn leven dan maar naar de kanker kan helpen.
14.04.2018 (23.50): [aangeefster] - En dat voor iemand van 57 bah
14.04.2018 (23.51): [naam 4] - Iemand van 17 die het leven kapot van mij
14.04.2018 (23.53): [aangeefster] - En zei je anderhalf jaar geleden al dat ik voor problemen zou zorgen.
14.04.2018 (23 . 53): [naam 4] - Nee hoor je gaf me vertrouwen en liefde
15.04.2018 (03.13): [aangeefster] - Ik ben nog maar 17
15.04.2018 (03.14): [naam 4] - Je leeftijd was toch nooit een probleem
.15.04.2018 (03.14): [aangeefster] - Nee klopt
15.04.2018 (03.15): [naam 4] - Volgens mij had je daar nooit last van
15.04.2018 (03.15): [aangeefster] - Heb er soms wel moeite mee
15.04.2018 (03.16): [naam 4] - Dat snap ik heel goed. Maar dat is andersom exact hetzelfde
15.04.2018 (03.16): [naam 4] - Hebben wij vaak besproken
15.04.2018 (03.16): [aangeefster] - Ja maar daar kun jij dan blijkbaar beter mee omgaan ofzo
15.04.2018 (03.18): [naam 4] - Anders kan dit nooit zo lang duren
Beide Samsung mobiele telefoons zijn onder verdachte in beslaggenomen.
XI. Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 122 t/m 123, met bijlagen “extraction reports”, van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
[aangeefster] gaf bij de politie diverse goederen af, waaronder oude mobiele telefoons, die in beslag werden genomen voor nader onderzoek. Deze goederen zijn aan de digitale recherche gegeven om de gegevens veilig te stellen om daarna te kunnen onderzoeken.
Op de Samsung GT-9195 Galaxy S4 Mini staat bij contacts verdachte onder “ [verdachte] ” en “ [verdachte] ” en hij gebruikte het mobiele telefoonnummer + [telefoonnummer 3] .
Aangeefster en verdachte hadden veelvuldig WhatsApp contact met elkaar , in totaal zag ik, verbalisant, 5419 berichten staan , dit waren in totaal aan 309 bladzijden aan berichten. Deze berichten zijn van 5-9-2014 tot en met 5-8-2015. In grote lijnen gaan de berichten over dat ze elkaar wel leuk vinden, lief, vertrouwen. Over en weer schrijven ze over het vertrouwen in elkaar hebben. Verder zag ik, verbalisant, bij Call Log dat er van 23-04-2015 tot en met 5-8-2015 veelvuldig contact was geweest tussen verdachte en aangeefster.
13 juli 2015:
Verdachte: “Alleen de grens is spannend en dat is leuk”
Verdachte: “Dat moet je leren”
[aangeefster] : “Ja oke maar dat vind ik lastig want ik weet waar de grens zit”
Verdachte: “Over welke grens heb je het?”
[aangeefster] : “Over t te veel zoenen denk ik”
[aangeefster] : “Nou ja wat is "te veel" maar een kus op mun voorhoofd vind ik fijner dan op mun mond. Klinkt gek maar ik vind dat veel liefdevoller en dat is niks persoonlijks maar ik wil het gewoon graag als een vadergevoel houden.”
[aangeefster] : “T gaat alle kanten op met mijn gedachtes en gevoelens”
Verdachte: “Is toch logisch”
Verdachte: “ Pubertje”
[aangeefster] : “Ik word er echt helemaal niet goed van
Verdachte: “Hormonen werken als nooit tevoren”
Verdachte: “ Dat hoort bij het groot worden”
27 juli 2015
[aangeefster] : “Vertrouw jij mij alleen als we zoenen?”
[aangeefster] : “Maakte me gewoon druk. Ik dacht dat je me alleen vertrouwde omdat ik met je zoende”
Verdachte : “ [aangeefster] wat is dit weer een onzin ik vind het gewoon lekker. Maar heeft niks met vertrouwen te maken prul.”
Verdachte: “Het geeft wel een warm gevoel en het geeft wel het gevoel dat je een kunt zijn”
Verdachte: “Zit je weer in tweestrijd”
[aangeefster] : “Ja maar niet om jouw”
Verdachte: “Ben je bij mij en met mij zeker van je zaak”
[aangeefster] : “Ja want ik ben zeker dat wat ik zeg tussen ons blijft”
[aangeefster] : “Ik wil nog zo veel vertellen”
[aangeefster] : “Maar dat zeg ik liever face-to-face dan via whatsapp”
Verdachte: “Ja maar dan wil ik weer zoenen”
Op 27 juli 2015 stuurt verdachte: “Kijk alles wat we tegen elkaar vertellen is en moet van ons zijn als maatjes. Maatjes vechten voor elkaar gaan voor elkaar door het vuur”.
XII. Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 148 t/m 149, met bijlagen, van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tussen aangeefster en verdachte is een chat van 1689 berichten van 101 pagina’s. De chat is in de periode van 12-9-2015 tot en met 20-12-2015 geweest.
6 november 2015 [aangeefster] : “Ja wat wil je dan?”
6 november 2015 Verdachte: “Knuffelen met jou”
6 november 2015 [aangeefster] : “Tja, morgen weer he”
6 november 2015 Verdachte: “graag”
13 november 2015 Verdachte: “Wil je gewoon vasthouden voelen zoenen”
23 november 2015 Verdachte: ik wil je aanraken
30 november 2015 Verdachte: “Als je liefde zoekt”
30 november 2015 Verdachte: “Ik ben er”
30 november 2015 Verdachte: “Ik wil je zoenen”
30 november 2015 [aangeefster] : “Ik wil graag gewoon met je praten zoals we eerst deden”
8 december 2015 Verdachte: “Ik zou graag”
8 december 2015 Verdachte: “Knuffelen”
8 december 2015 [aangeefster] : “Nix onder de 18’’
8 december 2015 [aangeefster] : “Nouja nix onder de 18 is al verbroken”
15 december 2015 Verdachte: “Wat wil je horen donderdag was je heel lief”
15 december 2015 [aangeefster] : “Omdat ik zelf genoot of omdat ik jouw ook aandacht gaf?
15 december 2015 Verdachte: “Beide ”
15 december 2015 [aangeefster] : “Alleen ik vind t nog best spannend allemaal”
15 december 2015 Verdachte: “Daarom ben ik ook lief voor je”
15 december 2015 Verdachte: “Je moet me alleen vertrouwen”
Op 31-12-2015 wordt door aangeefster de vraag gesteld of ze nu officieel samen iets hebben, waarop door verdachte wordt geantwoord “Ja toch”.
XIII. Het proces-verbaal van bevindingen afscheidsbrief verdachte, pagina 241, met bijlage, van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op woensdag 18 april 2018 werd gedurende de doorzoeking in de woning van de verdachte een brief aangetroffen. Gedurende het verhoor van verdachte werd door hem verklaard dat hij op woensdag 18 april 2018 een brief had geschreven waarin stond dat hij niet meer wilde. Vastgesteld kan worden dat de aangetroffen brief door verdachte is geschreven.
Ik, verbalisant [verbalisant 2] , heb deze brief gelezen. Verdachte schrijft dat:
  • Hij niet meer kan leven;
  • Een meid van 17 zijn leven heeft verwoest;
  • Het liefde is;
  • Zijn ex-vrouw vaak heeft gezegd dat dit zijn ondergang zou worden en zij weer gelijk krijgt;
  • Hij ver ging, erg ver;
  • 24/7 voor haar klaar stond;
  • Zij nu zelf vreemdgaat en met het voorstel kwam om bij beide te zijn;
  • Hij dit niet kan accepteren;
  • Hij niet meer wil leven, alles kwijt is: zaken, zijn vrouw en kinderen;
  • [aangeefster] niet menselijk is en je zo niet mensen omgaat: drie jaar lang iemand het hoofd op hol brengen;
  • Hij er in is geluisd en in is getrapt;
  • Hij uit liefde zal sterven;
  • [aangeefster] bedankt, dat je dit mag meedragen.
XIV. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 19 april 2018, pagina 256 t/m 260, van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik had een zalencomplex in Lage Zwaluwe. [aangeefster] heb ik leren kennen toen ze 13 jaar was. Zij kwam bij mij werken als afwashulp.
We hebben vaak besproken waar we nu mee bezig waren. Ik had het gevoel dat wij een verhouding hadden. Vorig week woensdag was ze bij mij. Toen kwam ik erachter op haar telefoon dat ze een ander vriendje had. Ik heb duidelijk gevraagd, wat is dit. Als je denkt dat je een verhouding hebt met iemand, dan word je hier ziek van. Ik kon geen afscheid nemen van [aangeefster] . Ik heb de afgelopen dagen band- en geluidopnames gemaakt toen ze bij mij was.
Het was een maatje voor mij in mijn ogen. Dat ontstaat, dat groeit. Daar hebben we het vaak over gehad.
XV. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 april 2018, pagina 261 t/m 267, van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Dat het leeftijdsverschil groot is, dat is duidelijk. Ik stond voor haar klaar. De Edge gebruikte ik hooguit twee jaar. Het nummer van die telefoon is [telefoonnummer 3] . Ik heb een Opel Vivaro. Ik was verantwoordelijk voor het personeel. Ik deed de aansturing van het personeel. We zijn met [restaurant] gestopt in april 2017. [aangeefster] is bij het centrum gestopt met werken in januari/februari 2017 denk ik. [aangeefster] werd altijd contant uitbetaald . Ze kwam iedere woensdag geld ophalen. Ik zag [aangeefster] als werkneemster en ik als werkgever.
XVI. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 april 2018 , pagina 268 t/m 272, van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
We hebben geneukt. Ik ben ook met mijn vingers en penis in haar vagina geweest. Wij hadden seks in restaurant [restaurant] , in de [zaal] . Wij zoenden de eerste keer in [restaurant] in de [zaal 2] . Dit was zoenen met tong . Wij belden elkaar vaak en maakten een afspraak . Dit was meestal 1 a 2 keer per week. Dan gebeurde er zoenen, strelen, vrijen, neuken alles.
XVII. Het proces-verbaal derde verhoor verdachte d.d. 22 april 2018, pagina 273 t/m 279, van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb haar wel gebeft. We hebben een keer anaal geprobeerd, dat was vorig jaar. Het condoom is vorig jaar een keer gescheurd.
Ik heb video- en geluidsopnames. Deze staan op mijn laptop en de telefoons. Op beide telefoons staat iets en volgens mij heb ik deze verzameld op de laptop. Die opname is van vorige week zondag en dinsdag. Die donderdag verliep heel stroef. We gingen naar boven dan ligt zij al uitgekleed op bed. Dan begint het spelletje, seks. Die zondag hebben we nog wel gebeld. Zij was in paniek en die gesprekken heb ik opgenomen. En dinsdag heb ik een video-opname genomen en toch weer seks. Die dinsdag heb ik een video-opname gemaakt van de seks. Ik heb wel gezegd dat ik iemand ken bij de politie dat klopt. Die kennis is van vroeger toen ik in Breda zat op de Grote markt. Hij heet [naam 1] . Hij is bij de politie weg gegaan. Hij was motoragent welke speciale zaken deed.
XVIII. Het proces -verbaal van verhoor verdachte d.d. 10 juli 2018, pagina 280 t/m 286, van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik wilde haar niet kwijt. Ik kende wel een [naam 1] van vroeger en die kwam wel eens langs vroeger. Daar heb ik inderdaad mee geschermd. Ik wilde hiermee bereiken dat ze zich omkeerde naar mij toe. In de hoop dat ze bij me zou blijven.
XIX. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting op 18 september 2020:
[aangeefster] had veel problemen thuis. Ze kwam regelmatig huilend op het werk binnen dat ze bijvoorbeeld thuis in elkaar geslagen was door haar vader. Ze besprak dat met mij. Ik gaf [aangeefster] advies, bijvoorbeeld dat ze moest proberen te praten thuis. Ik maakte een opmerking en die nam ze negen van de tien keer aan.
Na maart 2017 hadden we een heftig contact en ik zat met de scheiding van mijn ex-vrouw. Ik zag ook mijn zelfstandig ondernemerschap wegvallen. Ik kon daarover praten met haar. Zij kon mij goed opvangen in die tijd. Op een gegeven moment ga je elkaar dan aanraken.
Na het faillissement zijn al die seksuele handelingen wel gebeurd. Pijpen, beffen, geslachtsgemeenschap, een keer anaal. Het ging vanzelf met zoenen en op het laatst kwam het aanraken en de seks. Het is zo gegroeid. Ik had het zalencomplex nog wel toen we voor het eerst zoenden. We hebben één keer seks gehad in een van de zalen van het restaurant. Het klopt dat we ook in mijn bus seks hebben gehad. De relatie heeft geduurd totdat ik ben aangehouden.
Het leeftijdsverschil hebben we met elkaar besproken. Ik zag het als een relatie.
Niemand wist er van. We hielden het voor onszelf, toch vanwege het leeftijdsverschil. In het begin had ik wel moeite met het leeftijdsverschil. [aangeefster] ook wel.
U houdt mij WhatsAppberichten voor waarin ik onder meer zeg dat ze er aan moet wennen , dat het wel goedkomt, dat ik zeg “vertrouw me maar”. Ik vind dat wel dwingen zoals u mij voorhoudt.
Het klopt dat beide inbeslaggenomen telefoons van mij zijn. Ik heb die gebruikt.
U houdt mij voor dat boven de afscheidsbrief [aangeefster] staat. Ja, dat is [aangeefster] .
[aangeefster] gaf de doorslag voor de scheiding.
Als [aangeefster] op het werk binnenkwam, werd er geknuffeld. Knuffelen kwam heel vaak voor. [aangeefster] en ik spraken op het werk over alles en dan bleef ze ook wel eens als de rest al naar huis was. Daarna bracht ik haar naar huis.
Ik heb haar bij meerdere dingen geholpen die ze thuis niet mocht.
U houdt mij voor dat er een geluidsopname is. De opnames heb ik gemaakt uit paniek. Dat vriendje had ze al drie of vier maanden. Ik kwam daar dinsdag voor mijn aanhouding achter. Dat had [aangeefster] nooit tegen me verteld. Ik kwam daar achter doordat ik berichten las op haar telefoon. Ik ben toen daarheen gereden en ik zag haar fiets staan en heb bij dat huis aangebeld. [aangeefster] kwam naar buiten en ik zei dat het zo niet kan en toen heb ik gezegd dat ze een keuze moest maken tussen hem of mij.
Ik heb [aangeefster] 17 april 2017 opgehaald en we gingen naar mijn huis en toen waren we boven en heb ik die geluidsopnamen gemaakt. Het videobeeld is dezelfde dag gemaakt. Die laatste dag 17 april 2018 heb ik de beelden en geluidsopnamen met mijn telefoon gemaakt. Dat zijn wij op die beelden.
[naam 1] bestaat wel. Ik heb uit pure paniek de politie tegenover [aangeefster] genoemd. Ik was bang om de relatie kwijt te raken. Ik heb gezegd dat dat de enige manier was om ervoor te zorgen dat [naam 1] niet op de rode knop zou drukken. Ik deed dat in de hoop dat [aangeefster] bij me zou blijven.
Ik heb haar die ochtend op 17 april 2018 opgehaald en we zijn naar mijn huis gegaan. Daar hebben we geslachtsgemeenschap gehad. [aangeefster] is een paar uur bij me thuis geweest.
Ten aanzien van feit 4
Verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd en door de verdediging is geen vrijspraak bepleit. Daarom kan op grond van de wet worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Gebezigde bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 18 september 2020;
- het proces-verbaal eerste bevindingen digitaal onderzoek laptop, pagina 79 van voornoemd eindproces-verbaal.