9.De beslissing
-
spreekt verdachte vrijvan het onder feit 3 ten laste gelegde feit;
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
120 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf naar rato van 2 uur per dag;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar;
- bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres Alleenhouderstraat 25 te Tilburg en zich daarna gedurende een door de reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) zal blijven melden, zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk acht;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van GGZ Brebrug of een soortgelijke zorgverlener (te bepalen door de reclassering), op de tijden en plaatsen als door of namens de zorgverlener aan te geven, waarbij verdachte zich dient te houden aan de huisregels en aanwijzingen van de zorgverlener. Het innemen van medicijnen en een kortdurende klinische opname van maximaal 7 weken kunnen onderdeel van de behandeling;
* dat verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze, direct of indirect, contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
- [naam 1] , geboren op [geboortedag naam 1] 1994 en wonende te Moergestel aan de [adres 2] ,
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag slachtoffer 1] 1965 en wonende te Moergestel aan de [adres 3] ,
zo lang het openbaar Ministerie dit noodzakelijk acht (de politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod);
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd niet zal bevinden in Moergestel, zolang het Openbaar Ministerie dit noodzakelijk acht (de politie ziet toe op handhaving van dit locatieverbod);
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal onthouden van het gebruik van alcohol en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan ademonderzoek (blaastest) of urineonderzoek;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de aan de voorwaardelijke straf verbonden voorwaarden en het op de naleving van die voorwaarden uit te oefenen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
Benadeelde partijen
Feit 1
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de
benadeelde partij [slachtoffer 1]van
€ 971,21, waarvan € 471,21 ter zake van materiële schade en € 500,00 ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente de berekenen vanaf
31 januari 2019 tot de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] € 971,21 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 19 dagen gijzeling, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de
benadeelde partij [slachtoffer 3]van € 850,00 ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente de berekenen vanaf 31 januari 2019 tot de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] € 850,00 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 17 dagen gijzeling, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de
benadeelde partij [slachtoffer 2]van € 850,00 ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente de berekenen vanaf 31 januari 2019 tot de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] € 850,00 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 17 dagen gijzeling, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- heft op het geschorste bevel voorlopige hechtenis van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sterk, voorzitter, mr. De Brouwer en mr. Fontein, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Hoezen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op
5 februari 2020.
Mr. Sterk, mr. Fontein en mr. Hoezen zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.