ECLI:NL:RBZWB:2020:4998
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake verkeersbesluit uitbreiding 30 km-zone
Op 9 oktober 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker, eigenaar van een boomkwekerij, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een verkeersbesluit van 19 mei 2020, dat de uitbreiding van de 30 km-zone op een bepaalde locatie regelde. Hij vorderde een voorlopige voorziening, omdat hij meende dat de uitvoering van het besluit hem onevenredige hinder en schade zou toebrengen. De verzoeker stelde dat het omrijden van (vracht)verkeer zou leiden tot extra slijtage van voertuigen, hogere transportkosten en schade aan het milieu.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de procedure voor een voorlopige voorziening bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een maatregel te treffen. De spoedeisendheid van het verzoek was hierbij van groot belang. De rechter heeft de verzoeker gevraagd om de spoedeisendheid van zijn verzoek te onderbouwen, maar vond de antwoorden van de verzoeker niet overtuigend. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verzoeker zijn bedrijf nog steeds bereikbaar kon houden voor (vracht)verkeer en dat de gevreesde nadelige effecten van het verkeersbesluit in de bodemprocedure gecompenseerd konden worden.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen sprake was van onverwijlde spoed. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien het verzoek werd afgewezen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.