ECLI:NL:RBZWB:2020:5007
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning gemeente Vlissingen
Op 14 oktober 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die in de nabijheid van een inrichting woont waarvoor een omgevingsvergunning is verleend aan een derde partij, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen. Het verzoek om een voorlopige voorziening is ingediend op 8 september 2020, met als doel de omgevingsvergunning te schorsen totdat de rechtbank uitspraak doet in de bodemprocedure.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de procedure voor een voorlopige voorziening bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een maatregel te treffen. De spoedeisendheid van het verzoek is daarbij van groot belang. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij geen toegang heeft gehad tot belangrijke documenten, zoals tekeningen en akoestische rapporten, die nodig zijn voor zijn beroepsgronden. Hij vreest dat de vergunninghouder onomkeerbare stappen zal zetten door zijn activiteiten uit te breiden en te verplaatsen.
Echter, de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij dermate veel overlast ondervindt dat er sprake is van onverwijlde spoed. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het niet schorsen van de omgevingsvergunning niet leidt tot onomkeerbare gevolgen, aangezien handhaving mogelijk is indien geluidsnormen worden overschreden. Daarom is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.