ECLI:NL:RBZWB:2020:5218

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 oktober 2020
Publicatiedatum
28 oktober 2020
Zaaknummer
02-170219-20, 99-000327-30 (VI), 20-000219-17 (tul)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • M. Diepenhorst
  • A. Beudeker
  • J. Broeders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie met recidive

Op 28 oktober 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van verschillende vuurwapens en munitie. De verdachte, geboren in 1950 en thans gedetineerd, had dertien vuurwapens verstopt in een pvc pijp in een duiker in een droge sloot naast zijn perceel. Daarnaast werden in zijn woning twee vuurwapens en munitie aangetroffen, waaronder een doorgeladen revolver. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van recidive, aangezien de verdachte eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 48 maanden, met aftrek van voorarrest, en wees de vorderingen tot tenuitvoerlegging en herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling toe. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 14 oktober 2020, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, ondanks de verdediging die stelde dat de verdachte niet op de hoogte was van de wapens. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wetenschap had van de wapens en dat deze zich in zijn machtssfeer bevonden. De uitspraak benadrukt de ernst van het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens en de maatschappelijke onaanvaardbaarheid daarvan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummers: 02/170219-20; 99/000327-30 (v.i.); 20/000219-17 (tul)
vonnis van de meervoudige kamer van 28 oktober 2020
in de strafzaak tegen
[Verdachte]
geboren op [Geboortedag] 1950 te [Geboorteplaats]
wonende te [Adres verdachte]
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Dordrecht
raadsman mr. B.J. de Pree, advocaat te Utrecht

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 14 oktober 2020, waarbij de officier van justitie, mr. I.J.M. van der Hamsvoord, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
Ter zitting zijn ook de vordering tot herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling
met nummer 99/000327-30 en de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 20/000219-17 behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte
Feit 1: twee vuurwapens en (onderdelen van) munitie in zijn bezit heeft gehad;
Feit 2: dertien vuurwapens in zijn bezit heeft gehad.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht beide feiten wettig en overtuigend bewezen op basis van de bewijsmiddelen in het dossier. Zij acht het door de verdediging geschetste alternatieve scenario, dat de wapens die in de pvc pijp naast het terrein van verdachte zijn aangetroffen daar door iemand anders zijn achtergelaten, zonder dat verdachte daarvan wist, niet aannemelijk, gelet op het feit dat het DNA van verdachte op vijf van die wapens is aangetroffen en de kranten waarin de wapens gewikkeld waren gegevens bevatten die naar verdachte te herleiden zijn. Bovendien heeft verdachte eerder soortgelijke wapens in zijn bezit gehad en is hij daarvoor ook veroordeeld.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank tot een bewezenverklaring kan komen van feit 1, met uitzondering van de lege hulzen. Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld dat daadwerkelijk sprake was van hulzen waarvan het bezit verboden is; zij waren namelijk al gebruikt en daardoor onbruikbaar.
De verdediging bepleit primair vrijspraak van feit 2. Verdachte was zich niet bewust van de aanwezigheid van de vuurwapens. Uit het dossier blijkt dat de wapens geheel buiten het zicht verborgen lagen in een pvc pijp naast het terrein van verdachte. Het DNA van verdachte is weliswaar op een deel van de wapens aangetroffen, maar hij heeft daarvoor een aannemelijke verklaring gegeven. De wapens zijn aan verdachte te koop aangeboden. Verdachte heeft een aantal daarvan uitgebreider bekeken en vastgehad. Verdachte heeft het aanbod afgeslagen, tot ongenoegen van de aanbieder. Verdachte heeft daarop de aanbieder willen helpen en aangeboden de wapens met wapenolie in te spuiten en in oude kranten te verpakken, zodat hij de wapens beter beschermd weer mee kon nemen. De aanbieder is vervolgens met de wapens, in de kranten en in een doos, vertrokken. Verdachte heeft geen pvc pijp gezien en die pvc pijp waar de wapens in gevonden zijn, is niet op DNA of dacty onderzocht.
Subsidiair verzoekt de verdediging verdachte vrij te spreken van de wapens waarop zijn DNA niet is aangetroffen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 1
Op grond van de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van twee revolvers, vijf kogelpatronen, éénenveertig patroonhulzen en een doosje met een hoeveelheid kogelpunten/projectielen. Het verweer van de verdediging dat het voorhanden hebben van lege, al gebruikte, hulzen niet strafbaar is, kan naar het oordeel van de rechtbank niet slagen. Een materiedeskundige van de afdeling Wapens, Munitie en Explosieven van de politie heeft op ambtseed geverbaliseerd dat de hulzen geschikt zijn om munitie van te maken en het aldus munitie betreft in de zin van artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie. Het voorhanden hebben van dergelijke munitie is strafbaar gesteld in artikel 55 lid 1 van de Wet wapens en munitie.
Feit 2
Uit de bewijsmiddelen en hetgeen ter zitting is besproken, leidt de rechtbank af dat op
16 november 2019 in een duiker in een sloot, net naast het terrein van verdachte, een pvc pijp met daarin twaalf revolvers en één pistool is aangetroffen.
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is, of verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van (en, daarmee samenhangend, de beschikkingsmacht over) die vuurwapens.
De rechtbank is op grond van de aangehaalde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, van oordeel dat verdachte wist van de aanwezigheid van de vuurwapens en dat deze vuurwapens zich ook in zijn machtssfeer bevonden. De pvc pijp waarin de vuurwapens zijn aangetroffen, werd gevonden vlak naast het perceel van verdachte in een duiker in een op dat moment droge sloot. De vuurwapens waren verpakt in oude kranten waarop persoonlijke notities van verdachte stonden. Die kranten dateerden van kort voor de datum waarop de wapens door een wandelaar zijn aangetroffen. Daarnaast werd op vijf van de dertien vuurwapens het DNA van verdachte aangetroffen. Dat op de overige acht vuurwapens geen DNA van verdachte werd aangetoond, doet geen afbreuk aan de vaststelling dat de wapens alle dertien tezamen in dezelfde pvc pijp en kranten van verdachte zaten. Op die overige acht wapens is volgens de deskundige van het NFI ‘geen voor vergelijkend DNA-onderzoek geschikt DNA-profiel’ verkregen.
Anders dan de verdediging, is de rechtbank van oordeel dat het ontbreken van onderzoek naar sporen op de pvc pijp niet impliceert dat daarmee causaal bewijs ontbreekt voor de link tussen verdachte en de in die pvc pijp aangetroffen wapens. Er zijn immers vele scenario’s mogelijk (zoals het dragen van handschoenen) waarin verdachte geen sporen op de pijp heeft achtergelaten. Dat de pijp niet nader is onderzocht doet geen afbreuk aan de onderzoekbevindingen. Die bevindingen kunnen wel de conclusie dragen, dat het niet anders kan dan dat verdachte de wapens bewust aanwezig heeft gehad in de pvc pijp grenzend aan zijn perceel en feitelijke macht over de wapens had.
Alternatief scenario
Verdachte heeft op de zitting verklaard dat de vuurwapens niet van hem zijn. Hij heeft de vuurwapens thuis te koop aangeboden gekregen, maar dit aanbod afgeslagen. Hij heeft weliswaar een aantal van die vuurwapens aangeraakt en met het verpakken van de vuurwapens in kranten geholpen, maar was zich er niet bewust van dat die vuurwapens in een pvc pijp naast zijn terrein lagen.
De rechtbank hecht aan die verklaring geen geloof. De rechtbank acht het niet geloofwaardig dat iemand vanuit België, volgens verdachte van een plaats in de buurt van Brussel, met de vuurwapens (die volgens verdachte een waarde van ongeveer € 4.000,- vertegenwoordigen) naar de woning van verdachte is gereden om deze aan verdachte te verkopen, zonder daarover eerst contact met verdachte op te nemen, om deze vervolgens, vanwege de enkele reden dat verdachte heeft bedankt voor de wapens, in een pvc pijp naast het terrein van verdachte achter te laten. Zeker wanneer deze wapens, althans volgens verdachte, in België “gewoon legaal” zijn en de gestelde verkoper ze in België dus zou mogen bezitten en een behoorlijke waarde vertegenwoordigen. In dat scenario bevreemdt het bovendien dat de wapens volgens verdachte netjes verpakt in kranten en een doos aan verdachte werden aangeboden maar dat deze verpakking na bezichtiging kennelijk vervangen moest worden door de oude kranten van verdachte. Dit alles terwijl de gestelde verkoper volgens verdachte ontstemt was dat de koop niet doorging en geen koffie kreeg omdat hij snel weer weg moest.
Bovendien heeft verdachte de identiteit van degene die hem de vuurwapens heeft aangeboden niet kenbaar willen maken. Evenmin heeft hij adresgegevens en/of een telefoonnummer van deze persoon willen verstrekken; hij zegt dat hij die gegevens niet heeft. De verklaring van verdachte is daarmee niet concreet en verifieerbaar. De verklaring is pas in een laat stadium gegeven, nadat verdachte zich bij de politie herhaaldelijk op zijn zwijgrecht heeft beroepen. Maar los daarvan heeft verdachte op geen enkele wijze handvatten gegeven waardoor dit scenario überhaupt nader onderzocht zou kunnen worden.
Tot slot is de vindplaats gelegen aan de rand van het perceel van verdachte. Hij is de enige die gebruikt maakt van het aansluitende stuk grond en in de nabije omgeving zijn geen andere woningen of gebouwen.
Op grond van de hiervoor genoemde omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank dan ook van oordeel dat verdachte wetenschap had van en beschikkingsmacht had over de vuurwapens die in de pvc pijp zijn aangetroffen.
De rechtbank acht aldus wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 16 november 2019 te Hulten twaalf revolvers en één pistool voorhanden heeft gehad.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij op 30 juni 2020 te Hulten, gemeente Gilze en Rijen twee vuurwapens en munitie en onderdelen van munitie van categorie III, onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten:
- twee revolvers (merk: Iver Johnson, type: Bulldog, kaliber .22 LR en .32 Smith & Wesson Long), en
- 5 stuks (scherpe) kogelpatronen (merk: GFL, kaliber .32 Smith & Wesson) en 41 stuks patroonhulzen (Smith & Wesson, kaliber .32 en .45 auto), en
- een doosje met een hoeveelheid kogelpunten/projectielen (diverse kalibers),
zijnde vuurwapens en munitie en onderdelen van munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 16 november 2019 te Hulten, gemeente Gilze en Rijen 13 vuurwapens van categorie III, onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten:
- een revolver (merk: Smith & Wesson, kaliber .38, type 38 S&W), en
- een revolver (merkloos, type: Bulldog, kaliber .380), en
- een revolver (merk: Armenius, model 8, kaliber .320), en
- een revolver (merkloos, type: Nagant, kaliber 7,62 mm), en
- een revolver (merkloos, type: Velodog, kaliber 5,75 mm), en
- een revolver (merk: Arizmendi y Goenaga, type: Velodog, kaliber: 5,75 mm), en
- vijf revolvers (merkloos, type Velodog, kaliber 5,75 mm), en
- een revolver (merk: FDC Francois Dumoulin & co, type: Bulldog, kaliber .44), en
- een pistool (merk: Société D'Armes de Paris, type: Automatique 6,35, kaliber 6,35 mm),
zijnde vuurwapens in de zin van de Wet Wapens en Munitie voorhanden heeft gehad;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert op grond van wat zij bewezen acht aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 4 jaren, met aftrek van voorarrest.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde feit mocht komen, aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen die de totale duur van 10 maanden niet te boven gaat. Indien de rechtbank tot een bewezenverklaring van beide feiten komt, verzoekt zij aan verdachte een lagere gevangenisstraf op te leggen dan door de officier van justitie is gevorderd. Zij bepleit in dat geval een gevangenisstraf van maximaal 2 jaren.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van verschillende vuurwapens. Naast een grote hoeveelheid van dertien vuurwapens verstopt in een pvc pijp in een duiker in een droge sloot aansluitend aan zijn perceel, had verdachte in zijn woning twee wapens en (delen van) munitie aanwezig, waaronder een doorgeladen revolver. Het onbevoegd voorhanden hebben van wapens, met name vuurwapens, is maatschappelijk onaanvaardbaar vanwege de grote dreiging die daarvan uitgaat voor anderen. Dergelijke wapens kunnen bovendien daadwerkelijk worden gebruikt bij het plegen van ernstige misdrijven. Het voorhanden hebben daarvan vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde. Daarom moet streng worden opgetreden tegen het onbevoegd voorhanden hebben van wapens.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat het niet de eerste keer is dat hij voor dergelijke feiten met justitie in aanraking komt. De eerdere veroordelingen hebben verdachte er niet van weerhouden om toch weer de fout in te gaan. Tijdens de pleegperiode bevond verdachte zich nota bene in een proeftijd van een eerdere veroordeling én in een proeftijd van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling van een andere veroordeling. Hieruit volgt dat verdachte in feite geen boodschap heeft aan de wet en het recht en ook na een jarenlange gevangenisstraf verdergaat met waar hij mee bezig was. De rechtbank weegt deze omstandigheid dan ook in strafverzwarende zin mee. Verdachte was in zoverre een gewaarschuwd mens.
Strafverzwarend acht de rechtbank ook de omstandigheid dat één van de vuurwapens doorgeladen was en binnen handbereik in de woning van verdachte lag. Verdachte kon dan ook direct over het vuurwapen beschikken, wat een levensgevaarlijke situatie oplevert. Dit klemt temeer nu verdachte heeft verklaard dat hij het wapen ter zelfverdediging in zijn woning had liggen. Dit impliceert dat hij het wapen gerust had gebruikt. Zelfverdediging rechtvaardigt het bezit van een doorgeladen vuurwapen niet. Bovendien is van een zodanige bedreigende situatie dat verdachte zich met een wapen moest verdedigen niet gebleken.
De rechtbank sluit bij het bepalen van de hoogte van de straf aan bij de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. De oriëntatiepunten gaan voor het voorhanden hebben van een (ongeladen) revolver of pistool uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden. Dat betekent dat voor het voorhanden hebben van veertien revolvers en één pistool al een gevangenisstraf van 45 maanden geïndiceerd is. Daar komt nog bij dat één van de aangetroffen wapens doorgeladen was en dat verdachte ook nog (delen van) munitie voorhanden heeft gehad.
De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van verdachte geen aanleiding om af te wijken van de oriëntatiepunten.
Gelet hierop en op het enorme gevaar dat het ongecontroleerde bezit van dergelijke wapens voor de maatschappij oplevert, maakt dat naar het oordeel van de rechtbank niet met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf kan worden volstaan.
Alles afwegende, is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 48 maanden met aftrek van voorarrest passend en geboden is.

7.Het beslag

7.1
De onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de inbeslaggenomen vuurwapens en munitie onttrekken aan het verkeer. Gebleken is dat de bewezenverklaarde feiten met betrekking tot die voorwerpen zijn begaan en dat die voorwerpen van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
7.2
De verbeurdverklaring
De rechtbank zal de inbeslaggenomen pvc pijp, kranten, etui en tas verbeurdverklaren. Gebleken is dat deze voorwerpen aan verdachte toebehoren en dat de bewezenverklaarde feiten met behulp van die voorwerpen zijn begaan.
7.3
De teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de inbeslaggenomen geldbedragen van
€ 160,00 en € 80,00 aan verdachte, aangezien deze geldbedragen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen.

8.De vordering tot herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling

De officier van justitie heeft gevorderd de voorwaardelijke invrijheidstelling te herroepen met een periode van 679 dagen, nu verdachte zich voor het einde van de proeftijd heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, zoals ten laste gelegd in de onderhavige dagvaarding met parketnummer 02/170219-20.
Namens verdachte is verzocht de vordering af te wijzen. Subsidiair is verzocht de duur van de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling te matigen.
Het Openbaar Ministerie is ontvankelijk in zijn vordering, nu de vordering op 19 augustus 2020 is ontvangen op de griffie van de rechtbank en de grond bevat waarop zij berust.
Verdachte is op 9 maart 2017 veroordeeld door de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam tot een gevangenisstraf van vijf jaren en zeven maanden met aftrek van voorarrest. Bij besluit van het Openbaar Ministerie van 7 januari 2019 is verdachte met ingang van 13 februari 2019 voorwaardelijk in vrijheid gesteld, waarbij onder meer is bepaald dat hij zich dient te houden aan de van rechtswege geldende algemene voorwaarde, zijnde het niet plegen van een strafbaar feit.
De rechtbank stelt op grond van hetgeen hiervoor is overwogen vast dat verdachte zich opnieuw schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten. De rechtbank ziet hierin reden om de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling toe te wijzen. De rechtbank ziet in hetgeen de verdediging heeft aangevoerd geen aanleiding om de duur van de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling te matigen. Verdachte heeft zelf de keuze gemaakt om in de proeftijd strafbare feiten te plegen, wetende wat er op het spel stond.

9.De vordering tot tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf die bij arrest van de meervoudige kamer van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van
10 september 2019 aan verdachte is opgelegd, te weten een gevangenisstraf van twee maanden.
Namens verdachte is verzocht de vordering af te wijzen. Subsidiair is verzocht de duur van de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf te matigen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich voor het einde van de gestelde proeftijd schuldig heeft gemaakt aan nieuwe strafbare feiten en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden toegewezen.

10.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

11.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,
terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,
meermalen gepleegd,
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,
meermalen gepleegd;
feit 2:Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,
terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,
meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
-
verklaart onttrokken aan het verkeerde inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
* een revolver (goednummer: G2220858);
* een revolver (goednummer: G2220891);
* een revolver (goednummer: G2120415);
* een revolver (goednummer: G2120685);
* een revolver (goednummer: G2120686);
* een revolver (goednummer: G2120687);
* een revolver (goednummer: G2120688);
* een revolver (goednummer: G2120689);
* een revolver (goednummer: G2120690);
* een revolver (goednummer: G2120691);
* een revolver (goednummer: G2120692);
* een pistool (goednummer: G2120693);
* een revolver (goednummer: G2120694);
* een revolver (goednummer: G2120695);
* een revolver (goednummer: G2120696);
* 5 kogelpatronen (goednummer: G2221086);
* 41 patroonhulzen (goednummer: G2221135);
* een doosje met kogelpunten/projectielen (goednummer G2221162);
-
verklaart verbeurdde inbeslaggenomen voorwerpen, te weten;
* een pijp (goednummer: G2120697);
* een krant (goednummer: G2198268);
* een krant (goednummer: G2198285);
* een krant (goednummer: G2198298);
* een krant (goednummer: G2198321);
* een krant (goednummer: G2198325);
* een krant (goednummer: G2198333);
* een krant (goednummer: G2198334);
* een krant (goednummer: G2198336);
* een krant (goednummer: G2198340);
* een krant (goednummer: G2198360);
* een krant (goednummer: G2198361);
* een krant (goednummer: G2198362);
* een etui (goednummer: G2121045);
* een tas (goednummer: G2198357);
-
gelast de teruggave aan verdachtevan de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
* een geldbedrag van € 160,00 (goednummer: G606305);
* een geldbedrag van € 80,00 (goednummer: G606266).
De vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling
-
wijst de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling toe;
- gelast dat het gedeelte van de vrijheidsstraf dat als gevolg van de toepassing van de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling niet ten uitvoer is gelegd, alsnog geheel moet worden ondergaan, te weten voor de duur van
679 dagen.
Vordering tenuitvoerlegging- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij arrest van de meervoudige kamer van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 10 september 2019 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 20/000219-17
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
een gevangenisstraf van twee maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. Diepenhorst, voorzitter, mr. Beudeker en mr. Broeders, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Bos, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 28 oktober 2020.

12.Bijlage I

De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat hij
1.
hij op of omstreeks 30 juni 2020 te Hulten, gemeente Gilze en Rijen twee (vuur)wapens en/of munitie en/of onderdelen van munitie van categorie III, onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten:
- twee revolvers (merk: Iver Johnson, type: Bulldog, kaliber .22 LR en .32 Smith & Wesson Long), en/of
- 5 stuks (scherpe) kogelpatronen (merk: GFL, kaliber .32 Smith & Wesson) en/of 41 stuks patroonhulzen (Smith & Wesson, kaliber .32 en .45 auto), en/of
- een doosje met een hoeveelheid kogelpunten/projectielen (diverse kalibers)
zijnde (vuur)wapens en/of munitie en/of onderdelen van munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
2.
hij op of omstreeks 16 november 2019 te Hulten, gemeente Gilze en Rijen 13 (vuur)wapens van categorie III, onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten:
- een revolver (merk: Smith & Wesson, kaliber .38, type 38 S&W), en/of
- een revolver (merkloos, type: Bulldog, kaliber .380), en/of
- een revolver (merk: Armenius, model 8, kaliber .320), en/of
- een revolver (merkloos, type: Nagant, kaliber 7,62 mm), en/of
- een revolver (merkloos, type: Velodog, kaliber 5,75 mm), en/of
- een revolver (merk: Arizmendi y Goenaga, type: Velodog, kaliber: 5,75 mm), en/of
- vijf revolvers (merkloos, type Velodog, kaliber 5,75 mm), en/of
- een revolver (merk: FDC Francois Dumoulin & co, type: Bulldog, kaliber .44), en/of
- een pistool (merk: Societe D'Armes de Paris, type: Automatique 6,35, kaliber 6,35 mm)
zijnde (vuur)wapens in de zin van de Wet Wapens en Munitie voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )

13.Bijlage II

De bewijsmiddelen
Feit 1; De wapens en munitieAangezien verdachte ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde feit (het voorhanden hebben van de wapens en munitie) een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank dit feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd op de zitting van 14 oktober 2020;
- het proces-verbaal van bevindingen ( [Naam 1] ) d.d. 22 juli 2020, pagina 163 tot en met 167 van het eindproces-verbaal met proces-verbaalnummer PL2000-2019275783 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Hart van Brabant.
Feit 1; De hulzen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal met proces-verbaalnummer PL2000-2019275783 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Hart van Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 292.
1.1
Het proces-verbaal van bevindingen van verblisant [Naam 3] d.d. 8 juli 2020, pagina 155 tot en met 158 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:Op 30 juni 2020 vond een doorzoeking ter inbeslagneming plaats op en rondom het perceel aan de [Adres verdachte] , in gebruik bij de als verdachte aangemerkte [Verdachte] , geboren [Geboortedag] 1950.
De munitie / patroonhulzen werden aangetroffen in de woonkamer op de vensterbank.
1.2
Het proces-verbaal van bevindingen ( [Naam 1] ) d.d. 22 juli 2020, pagina 163 tot en met 167 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
BESCHRIJVING PATROONHULZEN
Soort : Kogel patroonhulzen
Kaliber : .32 Smith en Wesson 38 stuks en kaliber .45 auto
Totaal aantal : 41 stuks
Deze hulzen zijn geschikt om munitie van te maken
JURIDISCHE BESCHRIJVING
Deze patroonhulzen zijn onderdelen van munitie in de zin van artikel 1, onder 4 van de Wet Wapens en Munitie, gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie. Ingevolge artikel 3 lid 2 van de Wet Wapens en Munitie zijn de bepalingen betreffende munitie mede van toepassing op onderdelen van munitie, voor zover geschikt om munitie van te maken.
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van deze onderdelen van munitie is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie.
BESCHRIJVING KOGELPUNTEN/PROJECTIELEN
Dit betreft een doosje met kogelpunten/projectielen van diverse kalibers
10 loden kogelpunten kaliber .45
9 loden kogelpunten kaliber .40
24 kogelpunten kaliber .357
2 kogelpunten kaliber 7,65 mm
Laatstgenoemde 45 kogelpunten zijn geschikt om daarvan munitie te maken
Deze kogelpunten/projectielen zijn onderdelen van munitie in de zin van artikel 1, onder 4 van de Wet Wapens en Munitie, gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
Ingevolge artikel 3 lid 2 van de Wet Wapens en Munitie zijn de bepalingen betreffende munitie mede van toepassing op onderdelen van munitie, voor zover geschikt om munitie van te maken.
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van deze onderdelen van munitie is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Feit 2
Wanneer hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal met proces-verbaalnummer PL2000-2019275783 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Hart van Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 292.
1.1
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [Naam 2] d.d. 17 november 2019, pagina 69 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 16 november 2019 omstreeks 11.35 uur ontvingen wij van het operationeel centrum te Tilburg een melding om te gaan naar de [Adres verdachte] , gemeente Gilze en Rijnen. Een melder had daar een vuurwapen aangetroffen in de sloot.
Ter plaatse zag ik een manspersoon on de berm van de weg staan. Hij stond op de hoek van het afgezette erf van perceel [Adres verdachte] . Hij zag in een droogstaande sloot, grenzende aan dit terrein een duiker liggen, nabij schakelkast van drukriolering. In de duiker zag hij een pvc pijp liggen met een schroefdop erop. Hij is de sloot in gelopen en heeft de koker uit de duiker gepakt. Hij schroefde de dop open. Hij zag toen pakketjes van krantenpapier. Hierop heeft hij de inhoud van de buis eruit laten schuiven op de slootkant. Vervolgens heeft hij een pakketje geopend en trof een handvuurwapen aan.
Door ons is nog een pakketje geopend en hierin zat een foedraaltje met daarin een klein model pistool. Vervolgens hebben wij de vuurwapens en de overige pakketjes in beslag genomen. Het betrof 1 pistool en 12 revolvers.
1.2
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [Naam 1] d.d. 10 juni 2020, pagina 124 tot en met 138 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 16 november 2019 werden te Hulten de navolgende voorwerpen in beslag genomen.

1.EEN REVOLVER, SIN AAJQ9311NL

Soort : revolver
Merk : Smith & Wesson
Type : 38 S&W
Kaliber : .38
JURIDISCHE BESCHRIJVING REVOLVER
De hiervoor beschreven revolver is een voorwerp dat bestemd en geschikt is om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het vuurwapen valt niet onder de categorie II, sub 2,3 of 6 van de Wet Wapens en Munitie
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van de hierboven omschreven revolver is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55, lid 3 onder a van de Wet Wapens en Munitie.

2.EEN REVOLVER, SIN AAJQ9313NL

Soort : revolver
Merk : merkloos
Type : Bulldog
Kaliber : .380
JURIDISCHE BESCHRIJVING REVOLVER
De hiervoor beschreven revolver is een voorwerp dat bestemd en geschikt is om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het vuurwapen valt niet onder de categorie II, sub 2,3 of 6 van de Wet Wapens en Munitie
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van de hierboven omschreven revolver is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55, lid 3 onder a van de Wet Wapens en Munitie.

3.EEN REVOLVER, SIN AAJQ9315NL

Soort : revolver
Merk : Arminius
Type : Model 8
Kaliber : .320
JURIDISCHE BESCHRIJVING REVOLVER
De hiervoor beschreven revolver is een voorwerp dat bestemd en geschikt is om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het vuurwapen valt niet onder de categorie II, sub 2,3 of 6 van de Wet Wapens en Munitie
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van de hierboven omschreven revolver is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55, lid 3 onder a van de Wet Wapens en Munitie.

4.EEN REVOLVER, SIN AAJQ9317NL

Soort : revolver
Merk : onbekend
Type : Nagant
Kaliber : 7,62 mm
JURIDISCHE BESCHRIJVING REVOLVER
De hiervoor beschreven revolver is een voorwerp dat bestemd en geschikt is om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het vuurwapen valt niet onder de categorie II, sub 2,3 of 6 van de Wet Wapens en Munitie
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van de hierboven omschreven revolver is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55, lid 3 onder a van de Wet Wapens en Munitie.

5.EEN REVOLVER, SIN AAJQ9319NL

Soort : revolver
Merk : merkloos
Type : Velodog
Kaliber : 5,75 mm
JURIDISCHE BESCHRIJVING REVOLVER
De hiervoor beschreven revolver is een voorwerp dat bestemd en geschikt is om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het vuurwapen valt niet onder de categorie II, sub 2,3 of 6 van de Wet Wapens en Munitie
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van de hierboven omschreven revolver is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55, lid 3 onder a van de Wet Wapens en Munitie.

6.EEN REVOLVER, SIN AAJQ9321 NL

Soort : revolver
Merk : Arizmendi y Goenaga
Type : Velodog
Kaliber : 5,75 mm
JURIDISCHE BESCHRIJVING REVOLVER
De hiervoor beschreven revolver is een voorwerp dat bestemd en geschikt is om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het vuurwapen valt niet onder de categorie II, sub 2,3 of 6 van de Wet Wapens en Munitie
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van de hierboven omschreven revolver is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55, lid 3 onder a van de Wet Wapens en Munitie.

7.EEN REVOLVER, SIN AAJQ9323NL

Soort : revolver
Merk : merkloos
Type : Velodog
Kaliber : 5,75 mm
JURIDISCHE BESCHRIJVING REVOLVER
De hiervoor beschreven revolver is een voorwerp dat bestemd en geschikt is om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het vuurwapen valt niet onder de categorie II, sub 2,3 of 6 van de Wet Wapens en Munitie
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van de hierboven omschreven revolver is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55, lid 3 onder a van de Wet Wapens en Munitie.

8.EEN REVOLVER, SIN AAJQ9325NL

Soort : revolver
Merk : merkloos
Type : Velodog
Kaliber : 5,75 mm
JURIDISCHE BESCHRIJVING REVOLVER
De hiervoor beschreven revolver is een voorwerp dat bestemd en geschikt is om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het vuurwapen valt niet onder de categorie II, sub 2,3 of 6 van de Wet Wapens en Munitie
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van de hierboven omschreven revolver is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55, lid 3 onder a van de Wet Wapens en Munitie.

9.EEN REVOLVER, SIN AAJQ9327NL

Soort : revolver
Merk : FDC Francois Dumoulin & Co
Type : Bulldog
Kaliber : .44
JURIDISCHE BESCHRIJVING REVOLVER
De hiervoor beschreven revolver is een voorwerp dat bestemd en geschikt is om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het vuurwapen valt niet onder de categorie II, sub 2,3 of 6 van de Wet Wapens en Munitie
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van de hierboven omschreven revolver is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55, lid 3 onder a van de Wet Wapens en Munitie.

10.EEN PISTOOL, SIN AAJQ9329NL

Soort : pistool
Merk : Société D’Armes de Paris
Type : automatique 6,35
Kaliber : 6,35 mm
JURIDISCHE BESCHRIJVING REVOLVER
De hiervoor beschreven revolver is een voorwerp dat bestemd en geschikt is om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het vuurwapen valt niet onder de categorie II, sub 2,3 of 6 van de Wet Wapens en Munitie
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van de hierboven omschreven revolver is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55, lid 3 onder a van de Wet Wapens en Munitie.
11A. EEN REVOLVER, SIN AAJQ9331NL
Soort : revolver
Merk : onbekend
Type : Velodog
Kaliber : 5,75 mm
JURIDISCHE BESCHRIJVING REVOLVER
De hiervoor beschreven revolver is een voorwerp dat bestemd en geschikt is om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het vuurwapen valt niet onder de categorie II, sub 2,3 of 6 van de Wet Wapens en Munitie.
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van de hierboven omschreven revolver is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55, lid 3 onder a van de Wet Wapens en Munitie.
11B. EEN REVOLVER, SIN AAJQ9333NL
Soort : revolver
Merk : onbekend
Type : Velodog
Kaliber : 5,75 mm
JURIDISCHE BESCHRIJVING REVOLVER
De hiervoor beschreven revolver is een voorwerp dat bestemd en geschikt is om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het vuurwapen valt niet onder de categorie II, sub 2,3 of 6 van de Wet Wapens en Munitie
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van de hierboven omschreven revolver is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55, lid 3 onder a van de Wet Wapens en Munitie.
11C. EEN REVOLVER, SIN AAJQ9335NL
Soort : revolver
Merk : onbekend
Type : Velodog
Kaliber : 5,75 mm
JURIDISCHE BESCHRIJVING REVOLVER
De hiervoor beschreven revolver is een voorwerp dat bestemd en geschikt is om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het vuurwapen valt niet onder de categorie II, sub 2,3 of 6 van de Wet Wapens en Munitie.
STRAFBAARSTELLING
Het voorhanden hebben van de hierboven omschreven revolver is een overtreding van artikel 26, lid 1 van de Wet Wapens en Munitie en is strafbaar gesteld in artikel 55, lid 3 onder a van de Wet Wapens en Munitie.
1.3
Het deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut
DNA-onderzoek naar aanleiding van een overtreding van de Wet Wapens en Munitie in Hulten op 16 november 2019’, zaaknummer 2019.07.12.18.260 (001) d.d. 15 januari 2020,
pagina 99 tot en met 102 van voornoemd eindproces-verbaal. Dit rapport houdt onder meer in:
SIN (omschrijving)
Beschrijving DNA-profiel
DNA kan afkomstig zijn van
AAJQ9312NL#01
(op revolversfiw
sin
AMQ9311NL) en
AAJQ9318NL#01
(op nagant revolver sin
AAJQ9317NL)
DNA-profiel van minimaal één man
[Verdachte](zie 'Bewijskracht van het
vergelijkend DNA-onderzoek)
AAJQ9314NL#01
(op bulldog revolver sin
AAJQ9313NL)
DNA-mengprofiel van minimaal drie personen waarvan minimaal twee mannen
[Verdachte](zie ’Bewijskracht van het
vergelijkend DNA-onderzoek) en minimaal twee onbekende personen
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoekBemonsteringen AAJQ9312NL#01(revolver s&w)en AAJQ9318NL#01(nagant revolver)
- bemonsteringen AAJQ9312NL#01 en AAJQ9318NL#01 bevatten DNA van één persoon;
- de onbekende persoon in hypothese 2 is niet verwant aan [Verdachte] .
Hypothese 1: De bemonstering bevat DNA van [Verdachte]
Hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van één willekeurige onbekende persoon.
De verkregen DNA-profielen AAJQ9312NL#01 en AAJQ9318NL#01 zijn elk
meer dan 1 miljard keer waarschijnlijkerwanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Bemonstering AAJQ9314NL#01(bulldog revolver)
- bemonstering AAJQ9314NL#01 bevat DNA van drie personen;
- de onbekende personen in dit mengsel zijn niet onderling of aan [Verdachte] verwant.
Hypothese 3: De bemonstering bevat DNA van [Verdachte] en twee willekeurige
onbekende personen.
Hypothese 4: De bemonstering bevat DNA van drie willekeurige onbekende personen.
Het verkregen DNA-mengprofiel AAJQ9314NL#01 is
meer dan 1 miljard keer
waarschijnlijkerwanneer hypothese 3 waar is, dan wanneer hypothese 4 waar is.
1.4
Het deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut
DNA-onderzoek naar aanleiding van een overtreding van de Wet Wapens en Munitie in Hulten op 16 november 2019’, zaaknummer 2019.07.12.18.260 (002) d.d. 29 april 2020,
pagina 120 tot en met 123 van voornoemd eindproces-verbaal. Dit rapport houdt onder meer in:
SIN (omschrijving)
Beschrijving DNA-profiel
DNA kan afkomstig zijn van
AAJQ9328NL#01
(op revolver sin AAJQ9327NL)
DNA-mengprofiel van minimaal twee personen
verdachte [Verdachte]en minimaal één onbekende persoon (zie de toelichting en
'Bewijskracht van het vergelijkend DNAonderzoek')
AAJQ9336NL#01
(op revolver sin AAJQ9335NL)
DNA-mengprofiel van minimaal twee personen
verdachte [Verdachte]en minimaal één onbekende persoon (zie de toelichting en
'Bewijskracht van het vergelijkend DNAonderzoek')
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
- bemonsteringen AAJQ9328NL#01 en AAJQ9336NL#01 bevatten DNA van twee personen;
- de onbekende personen in deze mengsels zijn niet onderling of aan verdachte [Verdachte] verwant.
Hypothese 1: De bemonstering bevat DNA van verdachte [Verdachte] en één willekeurige onbekende persoon.
Hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van twee willekeurige onbekende personen.
De verkregen DNA-mengprofielen AAJQ9328NL#01 en AAJQ9336NL#01 zijn elk
meer dan 1 miljard keer waarschijnlijkerwanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
1.5
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [Naam 3] d.d. 7 juli 2020, pagina 174 tot en met 175 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:Agenda 2020In de agenda van het jaar 2020 stond op de eerste bladzijde onder andere geschreven: Tegen beloning terug te bezorgen bij [Verdachte] , [Telefoonnummer 1] , [Adres verdachte]
Op 12 december 2019 stond het volgende genoteerd: [Naam 4] , [Adres naam 4] [Telefoonnummer 2]
Uit onderzoek aan de kranten waarin de vuurwapens waren gewikkeld die op 16 november 2019 werden aangetroffen aan de [Adres verdachte] , bleek dat op een van de kranten bovengenoemd telefoonnummer stond geschreven.
1.6
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [Naam 5] d.d. 29 mei 2020, pagina 139 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:Op 16 november 2019 werden aan de [Adres verdachte] ter hoogte van en direct grenzend aan het perceel [Adres verdachte] , vuurwapens aangetroffen. De vuurwapens waren verpakt in kranten en lagen in een met een dop afgesloten pvc pijp verborgen in een duiker van een sloot.
Ik zag dat de kranten verpakt in de zakken 1, 2, 3 en 9 gedateerd waren van 23 oktober 2019. Ik zag dat de kranten verpakt in de zakken 4 tot en met 8 en 11a, 11b en 11c gedateerd waren van 4 november 2019.
1.7
De verklaring van verdachte afgelegd op de zitting van 14 oktober 2020, inhoudende, zakelijk weergegeven:Ik hoor u zeggen dat op vijf van de dertien wapens mijn DNA is aangetroffen. Het klopt dat ik daar een aantal van heb vastgehad. Ik geef toe dat de kranten van mij waren.