ECLI:NL:RBZWB:2020:5548
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om veroordeling in proceskosten inzake kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen de besluiten van de Belastingdienst/Toeslagen inzake zijn aanspraken op kinderopvangtoeslag over de jaren 2013 en 2015. De besluiten waartegen beroep is ingesteld zijn gedateerd op 22 juni 2019 en 19 augustus 2019. Na de besluiten van 27 november 2019 en 20 januari 2020, waarin de Belastingdienst/Toeslagen de bezwaren van verzoeker gegrond verklaarde, heeft verzoeker zijn beroepen ingetrokken. Hij verzocht de Belastingdienst/Toeslagen om veroordeling in de proceskosten. De Belastingdienst/Toeslagen gaf aan zich te kunnen vinden in een proceskostenvergoeding van € 525,-- voor het indienen van het beroepschrift.
De rechtbank heeft, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), besloten om het verzoek zonder zitting te behandelen. De rechtbank overwoog dat, op grond van artikel 8:75a van de Awb, de rechtbank het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener van het beroepschrift. De rechtbank concludeerde dat de Belastingdienst/Toeslagen aan verzoeker is tegemoetgekomen, wat aanleiding gaf om hen te veroordelen in de proceskosten.
De rechtbank stelde de proceskosten vast op € 525,--, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, en oordeelde dat de beroepschriften in beide samenhangende zaken als één geteld moesten worden. De Belastingdienst/Toeslagen werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan verzoeker. Deze uitspraak werd gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande op 10 november 2020 en openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie.