ECLI:NL:RBZWB:2020:5597
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht
Op 10 november 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, die bezwaar had gemaakt tegen een besluit van het UWV inzake de terugvordering van teveel betaalde uitkering, en het UWV als verweerder. Eiseres had op 4 juni 2020 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 12 mei 2020. Het UWV heeft het bezwaarschrift doorgestuurd naar de rechtbank ter behandeling als beroep.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet tijdig het griffierecht heeft betaald, ondanks herhaalde waarschuwingen. De rechtbank heeft eiseres schriftelijk gewezen op de verplichting tot betaling van griffierecht en haar de mogelijkheid gegeven om dit binnen vier weken te voldoen. Aangezien het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De rechtbank heeft de zaak zonder behandeling ter zitting afgedaan en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Deze beslissing is genomen op basis van de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die de verplichtingen omtrent griffierechten en de gevolgen van niet-tijdige betaling uiteenzetten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.