10.Bijlage II
Feit 1
Wanneer hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal met proces-verbaalnummer PL2000-2020045098 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Hart van Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 479.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [Naam 1] d.d. 20 februari 2020, pagina 194 tot en met 196 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op donderdag 20 februari 2020, omstreeks 07.05 uur, kwam ik naar de [Naam bedrijf 1] gereden om te gaan werken.
Toen ik de tweede pallet binnen had gereden zag ik plots twee mannen binnen lopen. De mannen zagen er beiden als volgt uit:
- Zwarte bivakmutsen met alleen gaten bij de ogen.
- Zwarte regenjassen
- Zwarte handschoenen waarbij de vingertoppen vrij waren
- Blank
Wat mij opviel was dat de jongens beiden erg goed Nederlands spraken. Ik zag meteen dat een van de mannen een dolk / mes in zijn hand had. De andere man had een vuurwapen vast. Het vuurwapen is zwart van kleur. De man met het vuurwapen riep: "We moeten naar de kluis!". Hij hield het vuurwapen op mij gericht. Hij stond op minder dan een meter afstand van mij af. Ze duwden en trokken aan mijn linker bovenarm. Dit om mij te forceren naar de kluis te lopen. De man met vuurwapen hield mij continue onder schot. Ik voelde me erg angstig en bang. Het was erg dreigend.
Ik heb de kluis geopend. Ik werd naar buiten geduwd en werd nog steeds onder schot gehouden. De man met het mes heeft een [Naam bedrijf 1] tas bij de kassa naast het kantoor gepakt en heeft de tas gevuld met rolletjes wisselgeld uit de kluis.
2.
Het proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf ( [Adres bedrijf 1] ) van verbalisanten [Naam 3] en [Naam 4] d.d. 30 maart 2020, pagina 336 tot en met 339 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:Op donderdag 20 februari 2020 om 08:45 uur kwamen wij, naar aanleiding van een
overval op een [Naam bedrijf 1] , voor een forensisch onderzoek aan op de locatie
[Adres bedrijf 1]
Wij hoorden de aangever zeggen dat hij door de daders stevig aan zijn jas was gepakt. Wij zagen dat de aangever de plaats aanwees waar hij bij de jas vastgepakt zou zijn. Door ons werd de jas van de aangever veiliggesteld (SIN AANB9471NL).
3.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [Naam 5] d.d. 2 maart 2020, pagina 243 tot en met 249 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb de camerabeelden van de [Naam bedrijf 2] aan de [Adres bedrijf 2] bekeken. Op deze camerabeelden is de achteringang van de [Naam bedrijf 1] te zien.
Alle tijden genoemd in dit proces-verbaal van bevindingen, waren op 20 februari 2020:
Om 07:10:37 uur rijdt er een kleine zwarte auto over het parkeerterrein van de [Naam bedrijf 1] naar de achterzijde van het pand, de [Adres bedrijf 2] in.
Om 07:11:50 uur stappen er twee donker geklede personen uit de auto. Ze lopen via de zijwand naar de hoek, blijven hier even staan, gaan vervolgens de hoek om en via de openstaande deuren van het magazijn het pand binnen.
Om 07:15:44 uur rent een van de verdachten via dezelfde deuren het pand weer uit en rent door naar de eerder door hen geparkeerde auto. De tweede verdachte komt er meteen achteraan en sleept een zichtbaar zware zak met zich mee
Om 07:16:14 uur, net voordat de twee verdachten met de zak bij het voertuig zijn, wordt er van binnenuit de auto een deur geopend.
Om 07:16.33 uur rijdt het voertuig weg.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [Naam 6] d.d. 13 maart 2020, pagina 250 tot en met 252 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 20 februari 2020 vond er een diefstal met geweld plaats bij de [Naam bedrijf 1] . Naar aanleiding van deze overval werd er een cameraproject opgestart. Er werden camerabeelden veiliggesteld van het pand [Adres bedrijf 2] . Deze camerabeelden boden zicht op de [Naam bedrijf 1] en het aangrenzende parkeerterrein.
Op bovengenoemde camerabeelden was te zien dat de daders van de overval aan kwamen rijden in een personenauto.
De camerabeelden werden getoond aan opsporingsambtenaar [Naam 7] . Bij het zien van de beelden gaf hij aan dat de auto die te zien was een Volkswagen Polo nieuw model betrof.
Door mij, verbalisant [Naam 6] , werden bovengenoemde camerabeelden nogmaals bekeken. Door mij werden de uiterlijke kenmerken van een Volkswagen Polo uit het bouwjaar 2017 tot heden vergeleken met de personenauto die te zien is op de camerabeelden. Naar aanleiding van deze vergelijking zie ik dat de personenauto op de camerabeelden een Volkswagen Polo betreft.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [Naam 8] d.d. 6 maart 2020, pag. 238 tot en met 242 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op de beelden van de beveiligingscamera is de in- en uitgang van het [Naam park ] zichtbaar.
Op 20 februari 2020 om 07:27:00 uur;
Een personenauto komt vanuit de [Adres park] , het parkeerterrein op gereden.
6.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [Naam 9] d.d. 25 april 2020, pagina 229 tot en met 231 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:Ik zag dat op 20 februari 2020 te 07:28 uur een drietal personen vanaf het
parkeerterrein voor de slagboom het [Naam park ] op kwamen gelopen.
Ik zag dat op 20 februari 2020 te 07:43 uur een persoon vanuit het park richting de
slagboom liep om vervolgens naar het parkeerterrein te lopen. Ik zag dat het om een
jongeman ging. Ik herken deze jongeman voor 100% als zijnde [Verdachte] . Ik herken hem op de camerabeelden om 07.43 en 07.50 uur van [Naam park ] Ik herken hem aan zijn haardracht, zijn gelaat en zijn opvallende loopje. Aangezien dit loopje ook is terug te zien bij de eerste persoon welke op 20 februari 2020 om 07:28 uur het [Naam park ] op loopt, is het een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat dit ook [Verdachte] betrof.
Ik zag op de camerabeelden van [Naam park ] dat op 20 februari 2020 te 08:23 uur een tweetal personen bij de slagboom aan komen gelopen, komende vanuit het park en lopende richting de parkeerplaats. Ik zag dat het om een man en een vrouw ging. Ik herkende deze man meteen voor 100% als zijnde [Medeverdachte]
Ik zag dat de vrouw blank was en lang donker haar had. Ik herkende haar meteen als zijnde [Naam 2] , zijnde de zus van voornoemde [Verdachte] en de vriendin van voornoemde [Medeverdachte] . Wat mij nog opviel is dat de twee personen, welke naast elkaar liepen op 20 februari 2020 te 07:28 uur bij de slagboom van voornoemd [Naam park ] een aan zekerheid aangrenzende waarschijnlijkheid voornoemde [Medeverdachte] en [Naam 2] betreffen.
7.
Het proces-verbaal van verdenking van verdachte [Verdachte] van verbalisant [Naam 6] d.d. 2020, pagina 27 tot en met 29 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Opmerking verbalisant:
De afstand tussen de [Naam bedrijf 1] en het vakantiepark in Diessen is 8,3 kilometer. Volgens google maps is dit 12 minuten rijden.
Aanhouding [Medeverdachte] en [Verdachte]
Op zondag 23 februari 2020 werden [Medeverdachte] en [Verdachte] in Eindhoven aangehouden in een gestolen Volkswagen Polo, bouwjaar 2019. In de auto werd een plastic zak met voor 67 Euro aan muntgeld aangetroffen.
8.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [Medeverdachte] d.d. 7 april 2020, pagina 191 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
In de tijd dat wij bij [Naam 2] in Diessen verbleven, verplaatsten wij ons in die Volkswagen Polo die gestolen bleek te zijn. Ik heb hier nog wel een tijd
in kunnen rijden. Dit was een maand of zo.
9.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [Naam 10] d.d. 4 maart 2020, pagina 139 tot en met 141 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op woensdag 4 maart 2020 kwamen wij na een melding ter plaatse bij huisje [Adres park] op het [Naam park ] gelegen aan de [Adres park] . De meldster stelde zich voor als [Naam 2] . [Naam 2] , [Geboortedag naam 2] -1993 te [Geboorteplaats] . [Naam 2] gaf aan dat ze niks in huis had en dat het allemaal van haar ex was.
Hierna vorderde ik haar, alles wat illegaal was, bijvoorbeeld wapens en of drugs uit te leveren. Ik zag dat [Naam 2] naar de keuken wees en zei: "Kijk dan maar onder de koelkast." Het keukenblok is een rechthoekig blok met kasten onder het aanrechtblad. Onder de kasten zat een plint. Ik zag dat collega [Naam 11] de plint naar zich toe trok. Ik hoorde collega [Naam 11] zeggen dat hij onder de koelkast en achter de plint een wapen aantrof. Ik vroeg [Naam 2] of dit echt alles was. [Naam 2] zei: "Kijk dan ook maar even onder de tafel bij de zonnebank boven." Ik ben naar boven gelopen. In de kamer waar de zonnebank stond, zag ik een rond tafeltje staan. Ik tilde het tafeltje op en zag daar een bivakmuts liggen. In de woonkamer stonden blauwe [Naam 12] kratten met kleding er in. Tussen de kleding vond collega [Naam 11] een zwarte regenjas. Ik had de plint verder onder de keukenkasten vandaan getrokken. Ik zag onder de kasten een blauwe plastic tas liggen wat mij bekend was als een tas van de [Naam bedrijf 1] . Ik heb de tas naar mij toe geschoven en open gemaakt. Ik zag dat er onder in de tas plastic zakjes lagen. Deze plastic zakjes zijn mij ambtshalve bekend als zakjes die ze bij een bank gebruiken om rolletjes muntgeld in te doen.
10.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [Naam 13] d.d. 4 maart 2020, pagina 151 tot en met 152 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:Op woensdag 4 maart 2020 vond in de woning gelegen aan de [Adres park] een doorzoeking plaats.
Tijdens deze doorzoeking werden de volgende goederen in beslag genomen;
1 (één) plastic tas opschrift [Naam bedrijf 1] , met daarin 1 plastic verpakking, aangetroffen achter de plint onder het keukenblok
1 (één) bivakmuts, aangetroffen op de le verdieping (saunaruimte)
1 (één) bivakmuts), aangetroffen op de begane grond (slaapkamer)
1 (één) regenjas, kleur zwart, aangetroffen over stoel aan de keukentafel;
11.
Het proces-verbaal biologisch vooronderzoek van verbalisanten [Naam 14] en [Naam 15] d.d. 24 mei 2020, pagina’s 340 tot en met 341 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Onderzoek stuk van overtuiging met SIN AANB9471NL
Tijdens het ingestelde onderzoek aan dit stuk van overtuiging werd door ons
het navolgende bevonden en waargenomen: Het stuk van overtuiging betrof een
zwarte, licht vervuilde jas met daarop het logo van de winkelketen " [Naam bedrijf 1] ". Op de
bijgeleverde onderzoeksaanvraag stond vermeld dat de drager van deze jas bij de
linkermouw door een overvaller was vastgepakt. Uit deze aanvraag lazen wij dat het
hier het deel tussen de schouder en de elleboog betrof. Door ons werd dit gedeelte
van de linkermouw zowel aan de voor- als achterzijde met een stub bemonsterd op
humaan DNA-houdend celmateriaal. Deze bemonstering werd door ons veiliggesteld, gewaarmerkt met het SIN:AANS7682NL en in een afgesloten en verzegelde envelop verpakt.
12.
Het deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut‘
DNA-onderzoek naar aanleiding van een overval in Hilvarenbeek op 20 februari 2020’, zaaknummer 2020.05.14.029 d.d. 26 juni 2020,
pagina 350 tot en met 353 van voornoemd eindproces-verbaal. Dit rapport houdt onder meer in:
SIN (omschrijving)
DNA kan afkomstig zijn van
Bewijskracht
AANS7682NL#01
bovenzijde linkermouw voor
en achterzijde ivm greep
minimaal 5 personen:
een relatief grote hoeveelheid DNA:
- slachtoffer [Naam 1]
een relatief kleine hoeveelheid DNA:
- verdachte [Medeverdachte]
- verdachte [Verdachte]
- minimaal twee onbekende personen
- circa 2 miljoen
- circa 4 miljoen
Om de bewijskracht van de overeenkomsten tussen de DNA-profielen van verdachten [Medeverdachte] en [Verdachte] en het DNA-mengprofiel van bemonstering AANS7682NL#01 te berekenen zijn de volgende aannames gedaan:
- bemonstering AANS7682NL#01 bevat DNA van vijf personen;
- slachtoffer [Naam 1] is één van de donoren van DNA in de bemonstering;
- de 'onbekende personen' (zie onderstaande hypothesen) zijn niet onderling of aan slachtoffer [Naam 1] of verdachten [Medeverdachte] en [Verdachte] verwant.
Onder deze aannames zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder de volgende hypotheseparen:
Ten aanzien van [Medeverdachte]
Hypothese 1: De bemonstering bevat DNA van slachtoffer [Naam 1] , verdachte
,en drie willekeurige onbekende personen.
Hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van slachtoffer [Naam 1] en vier willekeurige onbekende personen.
Het verkregen DNA-mengprofiel AANS7682NL#01 is
circa 2 miljoen keerwaarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Ten aanzien van [Verdachte]
Hypothese 3: De bemonstering bevat DNA van slachtoffer [Naam 1] , verdachte
[Verdachte]en drie willekeurige onbekende personen.
Hypothese 4: De bemonstering bevat DNA van slachtoffer [Naam 1] en vier willekeurige onbekende personen.
Het verkregen DNA-mengprofiel AANS7682NL#01 is
circa 4 miljoen keerwaarschijnlijker wanneer hypothese 3 waar is, dan wanneer hypothese 4 waar is.
13.
Het proces-verbaal forensische onderzoek plaats delict van verbalisant [Naam 16] , 5 maart 2020, pagina 166 van voornoemd eindprocesverbaal. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Door mij werd een in beslag genomen vuurwapen, een revolver, SIN AAMI0203NL, op sporen onderzocht. Door mij werden de ruwe bedieningsonderdelen middels een wattenstaafje bemonsterd en het spoor kreeg nummer SIN AAJQ9343NL.
14.
Het deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut‘
DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van een vuurwapen in Diessen op 4 maart 2020’, zaaknummer 2020.05.20.050 (aanvraag 001) d.d. 16 juni 2020,
pagina 172 tot en met 175 van voornoemd eindproces-verbaal. Dit rapport houdt onder meer in:
SIN (omschrijving)
DNA kan afkomstig zijn van
Bewijskracht
AAJQ9343NL#01
op vuurwapen revolver
merk bruni
minimaal 2 personen:
een relatief grote hoeveelheid DNA:
-[Verdachte] (zie 'DNA-databank')
een
relatief kleine hoeveelheid DNA:
-verdachte [Medeverdachte]
- meer dan 1 miljard
- circa 100 miljoen
Voor het berekenen van de bewijskracht (zie ook het kader 'Bewijskracht van het resultaat van vergelijkend DNA-onderzoek') van de overeenkomsten tussen de DIMA-profielen van [Medeverdachte] en [Verdachte] en DNA-mengprofiel AAJQ9343NL#01 zijn de volgende aannames gedaan:
- bemonstering AAJQ9343NL#01 bevat DNA van twee personen;
- de personen die DNA hebben bijgedragen aan de bemonstering zijn niet onderling
verwant.
Onder deze aannames zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder de volgende hypotheseparen:
Hypothese 1: De bemonstering bevat DNA van [Medeverdachte] en één willekeurige onbekende persoon.
Hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van [Verdachte] en één willekeurige onbekende persoon.
Hypothese 3: De bemonstering bevat DNA twee willekeurige onbekende personen.
Ten aanzien van [Medeverdachte]
DNA-mengprofiel AAJQ9343NL#01 is
circa 100 miljoenkeer waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 3 waar is.
Ten aanzien van [Verdachte]
DNA-mengprofiel AAJQ9343NL#01 is
meer dan 1 miljardkeer waarschijnlijker wanneer hypothese 2 waar is, dan wanneer hypothese 3 waar is.
15.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [Naam 8] d.d. 6 maart 2020, pagina 235 tot en met 237 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op woensdag 4 maart 2020 werd door politieambtenaren [Naam 10] en [Naam 11] in een woning op een [Naam park ] een plastic tas van [Naam bedrijf 1] aangetroffen. In deze tas lagen plastic zakjes, deze zijn soortgelijk aan de zakjes die bij een bank worden gebruikt om rolletjes muntgeld in te doen.
Op de vraag hoe de muntrolletjes bewaard werden in de kluis, hoorde ik de aangever verklaren; “Die worden aangeleverd met een aantal rolletjes in een plastic sealbagzak. U vraagt mij of ik weet hoeveel geldrollen er zijn weggenomen. Ik weet dat niet. Ik weet dat er in totaal een geldbedrag van 4095,00 euro is weggenomen. 1200,00 euro daarvan was in geldbiljetten, waarvan 2 bundels, 5 euro biljetten, ter waarde van 500,00 euro per bundel en 5 euro biljetten los ter waarde van 200,00 euro. Het restant bedrag (2895,00 euro) is in muntgeld”.
16.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [Naam 17] d.d. 7 april 2020, pagina 293 tot en met 296 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Lies: “Nee het een en ander gevonden bij mij thuis.”
NNV0201: “Van de [Naam bedrijf 1] ?”
Lies: (“blijft even stil) uhm uh ik weet niet waar je het over hebt. Mijn mijne telefoon uuh die wordt uh geta (Lies lacht).”
17.
Het proces-verbaal van verdachte [Medeverdachte] d.d. 7 april 2020, pagina 187 tot en met 193 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Het vakantiepark in Diessen ligt best afgelegen. Hoe verplaatsten jullie je in de
tijd dat [Naam 2] in Diessen verbleef?
A: In die Volkswagen Polo. Die gestolen bleek te zijn. Ik heb hier nog wel een tijd
in kunnen rijden. Dit was een maand of zo.
18.
Het proces-verbaal van verhoor aangever [Naam 1] d.d. 8 juli 2020, pagina’s 198 tot en met 200 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende, zakelijk weergegeven:
O: Eerder werd van u een softshell jas van de [Naam bedrijf 1] in beslag genomen.
V: Van wie is die jas?
A: Die jas is van mij. Dit is bedrijfskleding en is aan mij verstrekt.
V: Die jas droeg u op het moment van de overval. Klopt dat?
A: Ja dat klopt
V: Op welke momenten draagt u deze jas?
A: Ik draag deze ’s morgens en ’s avonds. Bij het komen en gaan.Verder gebruik ik die jas nooit. Die jas hang ik aan de kapstok in de kantine. Behalve toen dit gebeurde. Daar had ik toen geen tijd voor. Ik had de jas toen nog aan.