ECLI:NL:RBZWB:2020:5698
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht
Op 16 november 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had op 17 juli 2020 beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV. In het procesverloop werd eiseres op 21 augustus 2020 schriftelijk gewezen op de verplichting tot betaling van griffierecht, met de mededeling dat geen betaling was ontvangen. Eiseres werd verzocht het griffierecht binnen vier weken te betalen, met de waarschuwing dat bij niet-tijdige betaling het beroepschrift niet-ontvankelijk verklaard kon worden.
De rechtbank constateerde dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was ontvangen, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft de zaak zonder behandeling ter zitting afgedaan. In de beslissing is rekening gehouden met de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die de verplichtingen omtrent griffierechten en de gevolgen van niet-tijdige betaling uiteenzetten.
De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan door rechter S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van griffier N.A. D’Hoore, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Eiseres en andere belanghebbenden hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen een termijn van zes weken na verzending.