Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 26 november 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
1. Feiten
3. Wettelijk kader
4. Dwangsom wegens niet tijdig beslissen
Het bestreden besluit
- Ligplaatsvergunning:het verzoek van eiser om een ligplaatsvergunning is volgens het college geen aanvraag, maar een verzoek om informatie. Een aanvraag voor een ligplaatsvergunning moet op grond van het Aanwijzingsbesluit worden gedaan door middel van een daarvoor bestemd aanvraagformulier. Dat heeft eiser niet gedaan. Het per e-mail reageren op dat verzoek om informatie is geen besluit waar bezwaar tegen kan worden gemaakt.
- Gedogen:volgens het college kan een weigering om te gedogen niet als besluit worden aangemerkt. Gelet daarop kan tegen die weigering geen bezwaar worden gemaakt.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand blijven;
- wijst het college erop dat tot op heden geen besluit is genomen op de aanvraag van eiser om een ligplaatsvergunning op grond van artikel 5:21, tweede lid, van de APV;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 178,- aan eiser te vergoeden.
Rechtsmiddel
Bijlage
Wettelijk kader
1. Algemene wet bestuursrecht (Awb)
artikel 1:3, eerste lid, van de Awbverstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
artikel 1:3, derde lid, van de Awbverstaan: een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen.
artikel 2:3, eerste lid, van de Awbstaat: het bestuursorgaan zendt geschriften tot behandeling waarvan kennelijk een ander bestuursorgaan bevoegd is, onverwijld door naar dat orgaan, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de afzender.
artikel 4:1 van de Awbschriftelijk ingediend bij het bestuursorgaan dat bevoegd is op de aanvraag te beslissen.
4:5, eerste lid, van de Awbstaat: Het bestuursorgaan kan besluiten de aanvraag niet te behandelen, indien:
artikel 8:1 van de Awbtegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter.
artikel 7:1, eerste lid, van de Awbstaat: Degene aan wie het recht is toegekend beroep bij een bestuursrechter in te stellen, dient alvorens beroep in te stellen bezwaar te maken.
2. Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Breda 2018 (APV)
artikel 5:21 van de APVstaat:
artikel 5:21a, eerste lid, van de APVstaat: een ieder kan een verzoek indienen om op de wachtlijst te worden geplaatst voor een ligplaatsvergunning op basis van de datum en tijdstip van het verzoek. Bij gelijke datum en tijdstip wordt geloot.
Rectificatie aanwijsbesluit openbaar water gemeente Breda 2018 (Aanwijzingsbesluit)
artikel 1 van het Aanwijzingsbesluitstaat dat onder ‘vaartuig’ wordt verstaan: een vervoermiddel op het water.
artikel 2 van het Aanwijzingsbesluitniet toegestaan om met een vaartuig een ligplaats in te nemen, te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen in de gedeelten van het openbaar water die in beheer zijn van de gemeente Breda.
artikel 3, eerste lid, onder c, van het Aanwijzingsbesluitstaat: in afwijking van het bepaalde in artikel 2 van dit besluit, is het met een geldige vergunning van het college op grond van artikel 5:22, tweede lid, van de APV, overeenkomstig de voorwaarden van die vergunning, toegestaan om met een recreatief vaartuig een ligplaats in te nemen, te hebben dan wel een ligplaats voor en recreatief vaartuig beschikbaar te stellen in de volgende gedeelten van het openbaar water: Mark, gedeelte ter hoogte van Van der Borchlaan en de Burgemeester Pastoorsstraat tussen de Burgemeester Serrarislaan en de Cartier van Disselstraat, aan de westzijde van het water.