ECLI:NL:RBZWB:2020:5934
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Sluiting van woning voor 2 maanden op basis van de Opiumwet na aantreffen hennepknipperij
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. F. Ergec, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Rucphen, dat op 13 november 2020 was genomen. Dit besluit hield in dat de woning van verzoekster voor de duur van twee maanden gesloten zou worden op grond van de Opiumwet, nadat op 3 oktober 2020 in haar woning een hennepknipperij was aangetroffen met een aanzienlijke hoeveelheid hennep.
De voorzieningenrechter overwoog dat de sluiting van de woning gerechtvaardigd was, gezien de ernst van de situatie en het beleid van de burgemeester om op te treden tegen drugscriminaliteit. De rechter stelde vast dat de aangetroffen hennepknipperij een ernstig geval betrof en dat de sluitingsduur van twee maanden niet onredelijk was. Verzoekster had aangevoerd dat zij niet betrokken was bij de hennepproductie, maar de voorzieningenrechter vond haar verklaring niet overtuigend. De rechter concludeerde dat de gevolgen van de sluiting voor verzoekster verstrekkend waren, maar dat dit geen bijzondere omstandigheid vormde die de burgemeester had moeten weerhouden van het sluiten van de woning.
Uiteindelijk wees de voorzieningenrechter het verzoek om schorsing van het sluitingsbevel af, waarmee de sluiting van de woning voor de duur van twee maanden werd gehandhaafd. Deze uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.