ECLI:NL:RBZWB:2020:5953

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 december 2020
Publicatiedatum
1 december 2020
Zaaknummer
02/141315-19
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • M. van Kralingen
  • A. Beudeker
  • J. Nuijts
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachten voor betrokkenheid bij drugslaboratorium en productie van amfetamine

Op 3 december 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie verdachten die op heterdaad zijn betrapt in een professioneel drugslaboratorium in Zevenaar. De verdachten waren betrokken bij de productie van amfetamine en MDMA, waarbij twee van hen ook verantwoordelijk waren voor eerdere drugslaboratoria in Rijen en Baarle-Nassau. De rechtbank oordeelde dat de twee hoofdverdachten, die door medeverdachten als 'het gouden duo' werden aangeduid, een gevangenisstraf van 10 jaar kregen opgelegd. De derde verdachte werd veroordeeld tot 3 jaar gevangenisstraf, terwijl twee medeplichtigen respectievelijk 18 en 20 maanden gevangenisstraf kregen. De rechtbank concludeerde dat de rol van de derde verdachte voornamelijk ondersteunend was en dat er onvoldoende bewijs was voor zijn actieve betrokkenheid bij de productie van amfetamine. De rechtbank sprak hem vrij van het medeplegen van de feiten, maar verklaarde hem wel medeplichtig aan de productie van amfetamine. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn stabiliteit in het leven en zijn rol als vader, maar legde hem toch een gevangenisstraf van 20 maanden op, gezien de ernst van de feiten en zijn eerdere veroordelingen voor overtredingen van de Opiumwet.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/141315-19
vonnis van de meervoudige kamer van 3 december 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats]
wonende te [adres verdachte]
raadsman mr. Susijn, advocaat te Tilburg

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is (inhoudelijk) behandeld op de zittingen van 5 oktober 2020 en 3 december 2020, waarbij de officieren van justitie, mr. Gudde en mr. Groen, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering. De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het, samen met anderen, produceren van amfetamine in een laboratorium in Zevenaar, dan wel daar medeplichtig aan is geweest, en voorts het plegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine eveneens te Zevenaar.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie achten de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Daartoe werd -kort weergegeven- aangevoerd dat de medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] bij een inval in een loods in Zevenaar werden aangetroffen, terwijl zij op dat moment in een amfetaminelaboratorium aan het produceren waren. Ook werd bij die inval geconstateerd dat op die locatie grote hoeveelheden laboratoriumapparatuur en grondstoffen aanwezig waren en op grond daarvan acht het openbaar ministerie ook de voorbereidingshandelingen wettig en overtuigend bewezen. Voor wat betreft de rol van verdachte hebben de officieren van justitie nog aangevoerd dat op de telefoon van verdachte te zien was dat er op Marktplaats gezocht is naar drugslab gerelateerde goederen. Voorts werd geconstateerd dat de telefoon van verdachte op verschillende dagen heeft aangestraald op een zendmast in de buurt van het laboratorium in Zevenaar. Daarnaast is volgens het openbaar ministerie uit de observatieverslagen gebleken dat verdachte en/of zijn auto veelvuldig gebruikt werden bij het rijden van en naar het laboratorium.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van de tenlastegelegde feiten en heeft daartoe aangevoerd dat de rol van verdachte enkel bestaat uit het beschikbaar stellen van zijn Fiat Punto en het besturen van de Mercedes Sprinter op 19 april 2019. Voor het overige is er in de visie van de verdediging niets wat als belastend kan worden aangemerkt. Niet is vast komen te staan dat de bij verdachte aangetroffen cryptotelefoon ook door hem werd gebruikt en verdachte heeft verklaard dat die telefoon van een vriend was. Op de simkaart van die telefoon werd ook het DNA van een andere persoon aangetroffen. Met betrekking tot de zoektermen, aangetroffen in de Samsung A8 van verdachte, heeft de verdediging opgemerkt dat niet duidelijk is geworden op welke datum die zoektermen zijn ingebracht. Ook werd aangevoerd dat die telefoon niet vergrendeld was en dat dit de mogelijkheid open laat dat iemand anders die telefoon heeft gebruikt. Een link met Zevenaar is er daarom niet. Dat de Mercedes Sprinter via de triplogs van de Tom Tom in verband kan worden gebracht met vier dumpingen van drugsafval, wil in de visie van de verdediging nog niet zeggen dat ook verdachte met die dumpingen in verband kan worden gebracht.
Volgens de verdediging blijft de betrokkenheid van verdachte beperkt tot het beschikbaar stellen van zijn Fiat Punto vanaf 16 april 2019 en het als bestuurder optreden van de Mercedes Sprinter op de locatie in Zevenaar op 19 april 2019. De verdediging is van mening dat dit onvoldoende is om tot een bewezenverklaring van het medeplegen te komen.
Met betrekking tot de medeplichtigheid heeft de verdediging aangevoerd dat van dubbel opzet geen sprake is omdat het dossier geen bewijs bevat waaruit concreet blijkt van wetenschap bij verdachte van wat er in de loods in Zevenaar plaatsvond. Omdat het opzet op het gronddelict niet bewezen kan worden heeft de verdediging verzocht verdachte vrij te spreken van de medeplichtigheid. Subsidiair heeft de verdediging verzocht de bewezenverklaarde periode te beperken omdat de bijdrage van verdachte op zijn vroegst is aangevangen op 16 april 2019, de datum dat de Fiat Punto voor het eerst werd waargenomen.
Betreffende feit 2, het medeplegen van voorbereidingshandelingen, heeft de verdediging aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat verdachte wetenschap had van de productie van amfetamine en dat de aangetroffen goederen en middelen in de machtssfeer van verdachte zijn geweest. De verdediging is van mening dat de intensiteit van de samenwerking uiterst beperkt was en dat daarom niet gesproken kan worden van een nauwe en bewuste samenwerking. Op grond daarvan heeft de verdediging verzocht verdachte van het onder 2 tenlastegelegde vrij te spreken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Op 26 april 2019 werd in een loods aan de [adres] te Zevenaar een in werking zijnde drugslaboratorium aangetroffen. In dat drugslaboratorium werden drie verdachten aangehouden en deze verdachten waren op het moment van de inval bezig met een onderdeel van het productieproces van amfetamine. Dit is naar het oordeel van de rechtbank vast komen te staan uit het onderzoek dat aansluitend in het drugslaboratorium heeft plaatsgevonden, uit onderzoek aan de kleding die door de verdachten werd gedragen en uit de reactie die medeverdachte [medeverdachte 3] heeft gegeven bij zijn aanhouding, namelijk “dat ze aan het koken waren”.
Omzettingslaboratorium of productielaboratorium?
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van de bewijsmiddelen vast komen te staan dat op 26 april 2019 in de loods aan de [adres] te Zevenaar een groot en professioneel laboratorium werd aangetroffen. Bij de ontmanteling van dat laboratorium werd uit eerste onderzoeksbevindingen duidelijk dat er op dat moment sprake was van een in werking zijnde omzettingslaboratorium van APAA/MAPA naar BMK. Uit onderzoek is naar het oordeel van de rechtbank ook onomstotelijk vast komen te staan dat in de loods de apparatuur en de grondstoffen aanwezig waren voor de productie van amfetamine en dat ook in een eerder stadium volgens de Leuckart methode BMK omgezet werd van N-Formylamfetamine naar amfetamine. In het tweede aanvullend proces-verbaal van de unit LFO wordt duidelijk geverbaliseerd en wordt opnieuw gesteld dat op het terrein van de [adres] te Zevenaar “
een in werking zijnde productielocatie van synthetische drugs werd aangetroffen” en voorts “
De aangetroffen 18 Au Bain Marie opstellingen zijn, zonder enige aanpassing, geschikt om te worden gebruikt binnen de productie van amfetamine. Dergelijke opstellingen worden frequent aangetroffen als de zogenaamde 2e fase kookstap van de Leuckart synthese waarmee N-Formylamfetamine wordt omgezet in amfetamine”.
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] in de tenlastegelegde periode in het laboratorium te Zevenaar amfetamine hebben geproduceerd en tevens de apparatuur en grondstoffen aanwezig hebben gehad om tot die productie van amfetamine te komen.
De rol van verdachte
Voorafgaand aan de inval in de loods te Zevenaar heeft een uitgebreid opsporingsonderzoek plaatsgevonden, waarbij BOB-middelen werden ingezet bestaande uit observaties, het plaatsen van een peilbaken, uitlezen van zendmastgegevens en het uitluisteren van telefoontaps. Bij dat onderzoek werd meerdere keren gezien dat de verdachten, of auto’s die door verdachten werden gebruikt, op de locatie te Zevenaar kwamen. Met betrekking tot verdachte werd waargenomen dat de op zijn naam gestelde Fiat Punto, met het kenteken
[kenteken] , vanaf 16 april 2019 veelvuldig door het onderzoeksteam werd waargenomen. Soms werd de Fiat Punto door medeverdachten gebruikt, soms zaten medeverdachten als inzittenden in die auto en een aantal keren werd die auto ook waargenomen bij de loods aan de [adres] te Zevenaar. De auto van verdachte werd ook op 26 april 2019 bij het drugslaboratorium te Zevenaar aangetroffen.
Daarnaast is verdachte gezien als bestuurder van de gestolen Mercedes Sprinter, met daarop gestolen kentekenplaten [kenteken 2] , terwijl deze Mercedes Sprinter op de locatie [adres] te Zevenaar werd gezien. Ook werd deze Mercedes Sprinter op 23 april 2019 aangetroffen met daarin 925 kilo APAA, een zogenaamde pre-precursor.
Ook neemt de rechtbank als belastend voor verdachte en als ondersteunend bewijs mee het gegeven dat verdachte bij zijn aanhouding twee mobiele telefoons bij zich had, waarvan één een zogenaamde cryptetelefoon was, merk Nokia, en de andere een gewone telefoon van het merk Samsung A8. Bij het onderzoek van de Samsung werd geconstateerd dat er zoektermen op die telefoon stonden die gerelateerd zouden kunnen worden aan een drugslaboratorium. Voorts bleek dat de telefoon op zeven verschillende dagen heeft aangestraald op een zendmast in de direct omgeving van het drugslaboratorium te Zevenaar en dat zendmasten werden aangestraald in de omgeving waar een drugsafvaldumping was geweest.
De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] vanaf eind januari 2019 in de loods waar ze werden aangetroffen, werkzaamheden hebben verricht en amfetamine hebben geproduceerd en voorts dat ze op die locatie grondstoffen en laboratoriumapparatuur voorhanden hebben gehad, bestemd voor de productie van amfetamine. Daarbij kan naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen worden dat ook verdachte werkzaam is geweest in het laboratorium of dat de op het terrein te Zevenaar aanwezige grondstoffen en laboratoriumapparatuur in de machtssfeer van verdachte zijn geweest. De rol van verdachte is naar het oordeel van de rechtbank steeds een ondersteunende geweest en daarom kan niet bewezen worden dat tussen verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking gericht op het voltooien
(gezamenlijk uitvoeren)van de delicten. Op grond daarvan zal de rechtbank verdachte dan ook vrijspreken van het tenlastegelegde medeplegen onder 1. primair en onder 2.
De medeplichtigheid van verdachte aan de productie van amfetamine
De rechtbank stelt voorop dat voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op zijn handelingen als medeplichtige, maar ook dat zijn opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op het door de daders gepleegde misdrijf (het gronddelict). Op grond van hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen met betrekking tot de rol van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat verdachte zowel het opzet heeft gehad op het behulpzaam zijn en het verschaffen van middelen als opzet op het produceren van amfetamine in het drugslaboratorium in de loods aan de [adres] te Zevenaar.
De rechtbank komt daarmee dan ook tot een bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1 subsidiair:
[medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] in de periode van 01 februari 2019 tot en met 26 april 2019, te Zevenaar opzettelijk hebben bereid en vervaardigd hoeveelheden amfetamine,
zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte in hierboven genoemde periode te Zevenaar,
opzettelijk middelen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die genoemde personen zijn Fiat Punto (met kenteken [kenteken] ) ter beschikking te stellen en door als bestuurder op te treden van een Mercedes bus, type Sprinter (kenteken o.a. [kenteken 2] en daarmee vanuit Tilburg (samen met genoemde verdachten) te rijden naar het drugslab te Zevenaar om aldaar goederen (bestemd voor dat lab) uit te laden en/of in te laden;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officieren van justitie vorderen aan verdachte voor de feiten 1 primair en 2 op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf
voor de duur van 3 jaar, met aftrek van voorarrest.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Bij de strafbepaling heeft de verdediging verzocht om rekening te houden met de beperkte rol die verdachte bij de feiten heeft gespeeld en met het gegeven dat er inmiddels voor verdachte op persoonlijk vlak veel is veranderd. De verdediging wijst in dat verband op het voortgangsverslag van de reclassering van 28 september 2019, waaruit blijkt dat verdachte stabiliteit heeft op zijn praktische leefgebieden. Hij is samen met zijn partner en kind verhuisd naar een andere woning om zijn kind in een betere buurt te laten opgroeien en verdachte zelf op die manier medeverdachten en andere kennissen uit het negatieve sociale netwerk niet tegen kan komen. Ook heeft verdachte al geruime tijd werk en daardoor een stabiel inkomen. De verdediging heeft er op gewezen dat een nieuwe vrijheidsbenemende straf dit alles weer teniet zal doen. Daarom heeft de verdediging verzocht aan verdachte een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op te leggen waarvan de duur gelijk is aan de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht en eventueel daarnaast nog een voorwaardelijke straf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Op 26 april 2019 werden de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] op heterdaad betrapt in een omvangrijk amfetaminelaboratorium in Zevenaar. Uit onderzoek is vast komen te staan dat het aangetroffen laboratorium van een dusdanige omvang was dat daar gedurende een periode van drie maanden een grote hoeveelheid amfetamine werd vervaardigd.
Met betrekking tot de rol van verdachte is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat die rol een ondersteunende is geweest en dat hij daarom ook als medeplichtige moet worden aangemerkt. Verdachte is gedurende drie maanden bewust behulpzaam geweest bij eerdergenoemde productie van amfetamine en ook hij heeft daarmee direct en indirect de volksgezondheid in gevaar gebracht.
Het is namelijk een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van amfetamine een sterk verslavende werking heeft, met alle destructieve gevolgen voor de gebruikers van dien. Daarnaast vindt de productie van deze stof in de illegaliteit plaats waardoor er sprake is van veel randcriminaliteit en waarbij het gebruik van geweld niet wordt geschuwd. Tot slot is er bij de productie ook nog het probleem van het gedumpte chemische drugsafval, met alle nadelige gevolgen van dien voor het milieu.
Rekening houdend met de omvang en de productiecapaciteit van het laboratorium is de rechtbank van oordeel dat op grond van de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken, voor een dergelijk laboratorium in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar geïndiceerd is. Nu de rol van verdachte als medeplichtige zeer beperkt is gebleven, is de rechtbank van oordeel dat een aan verdachte op te leggen straf aanzienlijk moet worden gematigd. De rechtbank houdt daarbij ook rekening met de door de verdediging aangevoerde persoonlijke omstandigheden van verdachte en het over hem uitgebrachte voortgangsverslag van Reclassering Nederland. De rechtbank is zich ervan bewust dat een nieuwe vrijheidsbenemende straf voor verdachte vele nadelige gevolgen zal hebben, maar zij is ook van oordeel dat de ernst van het feit een andere of lichtere sanctie niet toelaat. Daarbij heeft zij ook mee laten wegen dat verdachte, zo blijkt uit zijn strafblad, eerder is veroordeeld voor overtreding van de Opiumwet en van die opgelegde straf ook nog in een proeftijd liep.
Alles afwegende is de rechtbank dan ook van oordeel dat het opleggen aan verdachte van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, passend en geboden is.

7.Het beslag

7.1
De verbeurdverklaring
Het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp, te weten een GSM, is vatbaar voor verbeurdverklaring.
Gebleken is dat het voorwerp aan verdachte toebehoort en het feit is begaan met behulp van dat voorwerp.
7.2
De onttrekking aan het verkeer
Het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp, te weten een jammer, is vatbaar voor onttrekking aan het verkeer.
Gebleken is dat het feit is begaan of voorbereid met behulp van dat voorwerp.
Verder is het voorwerp van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 47 en 48 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan de onder 1 primair en 2 tenlastegelegde feiten;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 subsidiair:Medeplichtigheid aan medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder D, van de Opiumwet gegeven verbod;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 20 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten een GSM, merk Nokia, kleur zwart, G2046975;
- verklaart onttrokken aan het verkeer het inbeslaggenomen voorwerp, te weten: een stoorzender/jammer G2028138;
Voorlopige hechtenis
- heft de schorsing van de voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Kralingen, voorzitter, mr. Beudeker en mr. Nuijts, rechters, in tegenwoordigheid van Nouws, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 3 december 2020.
Bijlage I
De tenlastelegging
1
hij op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 01
februari 2019 tot en met 26 april 2019, in elk geval in of omstreeks de
periode van 16 april 2019 tot en met 26 april 2019 te Zevenaar, althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander (en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of
vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een)
(grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde amfetamine (een) middel(en) als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde
lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond D Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1
Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair:
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer
onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 01 februari
2019 tot en met 26 april 2019, in elk geval in of omstreeks de periode
van 16 april 2019 tot en met 26 april 2019 te Zevenaar met elkaar,
althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid
en/of bewerkt en/of
verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd
en/of vervaardigd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een of
meerdere panden/loodsen/opstallen op/aan de Doesburgseweg 49
aldaar) een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) amfetamine,
zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of
omstreeks hierboven genoemde periode te Zevenaar in elk geval in
Nederland,
meermalen, althans eenmaal(telkens) opzettelijk gelegenheid en/of
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest, door aan die genoemde perso(o)n(en) en/of aan
die onbekend gebleven persoon/personen zijn Fiat Punto (met kenteken
[kenteken] ) ter beschikking te stellen en/of door als bestuurder op te
treden van een Mercedes bus, type Sprinter (kenteken o.a. [kenteken 2] )
en/of daarmee vanuit Tilburg (samen met genoemde verdachten) te
rijden naar het (in werking zijnde) drugslab te Zevenaar om aldaar
goederen (bestemd voor dat lab) uit te laden en/of in te laden;
( art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 2 ahf/ond D Opiumwet, art 48 ahf/sub 2
Wetboek van Strafrecht)
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond D Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1
Wetboek van Strafrecht)
2
hij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 01
februari 2019 tot en met 26 april 2019, in elk geval in of omstreeks de
periode van 16 april 2019 tot en met 26 april 2019 te Zevenaar tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit,
bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te
weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,
afleveren, verstrekken, vervaardigen, vervoeren en/of binnen het
grondgebied van Nederland brengen van amfetamine en/of
amfetamine-olie/pasta, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de
bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen
-voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden
voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of
zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden
dat zij bestemd was/waren tot het plegen van het/die delict(en),
immers heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s) toen en daar
-een (compleet) in werking zijnde laboratorium-opstelling/productieplaats,
bedoeld voor de productie van BMK (Benzylmethylketon) middels circa
18 au bain-marie-bakken, en/of
- o.a. circa 56 liter BMK en/of circa 180 liter omgezette BMK en/of circa
3525 liter zwavelzuur en/of circa 10 kg MAPAA en/of circa 50 kg caustic
soda in elk geval een grote hoeveelheid (grond)stoffen, en/of
-hardware, w.o slangen en/of dompelpomp(en) en/of een grote
hoeveelheid IBC- en/of klemdekselvaten/tonnen/jerrycans en/of
koppelstukken en/of gasflessen en/of een koelkast en/of een
magnetron en/of
-een Fiat Punto (met kenteken [kenteken] )en/of een Mercedes bus, type
Sprinter (kenteken o.a. [kenteken 2] )
voorhanden gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s)
wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die
bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 10 lid 5 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 3
alinea Opiumwet)

10.Bijlage II

De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
PM